Scheepsafval

Schippers betalen een verwijderingsbijdrage voor olie- en vethoudende afvalstoffen. De betaling daarvan gebeurt met een internationale ecocard. Het Scheepsafvalstoffenverdrag (SAV) is daarvoor de basis. Uitgangspunt is dat de vervuiler betaalt voor de kosten van inzamelen, bewerken of verwerken van afval.

Handboek SAV

Een uitgebreide toelichting op het SAV staat in het Handboek SAV dat is te downloaden bij de Stichting Afvalstoffen & Vaardocumenten Binnenvaart (SAB). Download het Handboek SAV.

Wat betekent het verdrag voor schippers?

Het SAV bestaat uit de delen A, B en C. Deel A regelt de verzameling, afgifte en inname van olie- en vethoudend scheepsafval. Schippers betalen daarvoor een verwijderingsbijdrage van €7,50 per 1.000 liter gebunkerde gasolie. De betaling gebeurt via een betalingsregeling met de ecocard, dat onderdeel is van een elektronische betaalsysteem.

Schippers kunnen de ecocard aanvragen bij de SAB via telefoonnummer 010 798 98 98 (optie 2) of direct aan de balie van het SAB. Het SAB kan ook meer informatie geven over de betaling van de bijdrage. Lees meer over de ecocard en de betaling op de site van het SAB.

ILT houdt toezicht op betaling

De ILT houdt toezicht op het betalen van de verwijderingsbijdrage. Wanneer de bijdrage niet wordt betaald, legt de ILT een bestuurlijke boete op. Lees meer over de bestuurlijke boete.

Toelichting op het Scheepsafvalstoffenverdrag

Doel van het Scheepsafvalstoffenverdrag is de bescherming van het milieu. Het bestaat uit 3 delen:

  • Verzameling, afgifte en inname van olie- en vethoudend scheepsbedrijfsafval
  • Verzameling, afgifte en inname van afval van lading
  • Verzameling, afgifte en inname van overig scheepsbedrijfsafval

Verzameling, afgifte en inname van olie- en vethoudend scheepsbedrijfsafval

De binnenvaart gaat de kosten betalen voor het inzamelen en verwijderen van oliehoudende afvalstoffen in de vorm van een verwijderingsbijdrage via een heffing op gasolie.
Eigenaren van gemotoriseerde vaartuigen of drijvende werktuigen waarvan de hoofd- en hulpmotoren, (met uitzondering van ankerliermotoren) gasolie verbruiken, moeten een verwijderingsbijdrage betalen op basis van het volume gebunkerde gasolie.

Verzameling, afgifte en inname van afval van lading

De kosten van het veeg- of zuigschoon opleveren en het nalenzen en wassen van laadruimen en ladingtanks, zijn voor degene die het schip lost of in wiens opdracht het schip wordt gelost.
Dat geldt ook voor eventuele extra wachttijden of omwegen die het gevolg zijn van het schoonmaken.
Rijkswaterstaat is verantwoordelijk voor de uitvoering van deel B.
Voor vragen over deel B van het verdrag kunt u ook terecht bij het Meld- en Informatiepunt (M&I) van Havenbedrijf Rotterdam: tel. 010 252 10 00.

Verzameling, afgifte en inname van overig scheepsbedrijfsafval

De kosten voor de inzameling en verwijdering van huishoudelijk afval zijn opgenomen in de havengelden. Voor overige afvalstoffen zoals niet-oliehoudend klein gevaarlijk afval, huishoudelijk afvalwater van passagierschepen, slops en zuiveringsslib is nog geen regeling getroffen. Wel is er een verplichting tot onderlinge afstemming tussen de verdragsluitende staten voordat een financieringswijze wordt gekozen.
Rijkswaterstaat is verantwoordelijk voor de uitvoering van deel C.

Het Scheepafvalstoffenbesluit is de Nederlandse uitwerking van het verdrag. Internationaal wordt de afkorting CDNI gebruikt.