“We moeten als toezichthouder meer een reflectieve rol pakken.”

Verhalen

Onlangs bracht de Inspectie Leefomgeving en Transport (ILT) het Jaarverslag Spoorwegveiligheid uit. De inspectie brengt dit Jaarverslag uit om de minister en de European Railway Agency (ERA) te informeren over de veiligheid op het Nederlandse hoofdspoor. Regelgeving op het spoor is steeds meer een Europese aangelegenheid. De minister informeert de Tweede Kamer hierover met het Jaarverslag Spoorwegveiligheid. Johan Feenstra is senior inspecteur Rail en Anton de Vries is senior informatieanalist bij de ILT. Zij vertellen hoe het Jaarverslag Spoorwegveiligheid bijdraagt aan een veiligere leefomgeving.

Johan Feenstra en Anton de Vries staan naast het spoor. Op de achtergrond rijden een aantal treinen.

Volgens Johan is het jaarverslag een belangrijk rapport waarin veel informatie wordt gebundeld. Het geeft een goed overzicht van de veiligheid, risico’s en gebeurtenissen op het gebied van spoorveiligheid in het afgelopen jaar. Johan: “We benoemen hierin dingen die niet goed gaan, maar hebben ook oog voor de dingen die wel goed gaan. En dat doen we als inspectie vanuit een gemeenschappelijk doel: wij willen de spoorsector veiliger maken. Ik krijg er energie van om knelpunten te signaleren en deze aan het licht te brengen. Vervolgens ga ik daarover met betrokkenen uit de spoorbranche in gesprek. En dat is ook zo fijn; als inspecteur heb ik de ruimte om uit te vinden hoe we samen met direct betrokkenen het spoor nog veiliger kunnen maken.”

Johan Feenstra zit achter een scherm en legt iets uit.

Monitoren: gaat het beter?

Volgens Anton begint het maken van het Jaarverslag met het opvragen van veiligheidsgegevens bij de spoorwegondernemingen. Anton: “Wij leggen deze gegevens naast de bevindingen van ProRail. Een terugkerend thema is de vraag in hoeverre spoorwegovergangen een bedreiging vormen voor de spoorwegveiligheid. Deze vormen vooral een gevaar voor overweggebruikers, conducteurs en machinisten. Een jaarverslag biedt de kans om gebeurtenissen en incidenten nog eens op een rijtje zetten. Zo kun je monitoren of het beter of juist slechter gaat in de sector dan in voorgaande jaren. Bij het maken van het jaarverslag zit de uitdaging hem in het feit dat je alle gegevens binnen een bepaald tijdsbestek compleet moet krijgen. Dat is een kwestie van informatie ordenen. Je hebt hierbij niet alleen cijfers, maar ook informatie uit concrete incidenten en bevindingen uit je toezicht nodig.”

Anton de Vries zit achter een scherm en is aan het praten.

Gedrag en cultuur onderdeel toezicht

In het jaarverslag geeft de ILT aan meer focus te leggen op de veiligheidscultuur binnen organisaties. Volgens Johan worden gedrag en bedrijfscultuur steeds meer onderdeel van het toezicht: “We blijven hameren op de veiligheidscultuur bij spoorwegondernemingen. Dat betekent dat wij deze partijen een spiegel voorhouden. Met het jaarverslag verzamelen wij niet alleen gegevens om goed te monitoren, maar we voeren steeds vaker gesprekken met betrokken partijen over de signalen die ons toezicht opleveren. Anton: “Deze ontwikkeling sluit aan bij de ambitie van de ERA om veiligheidscultuur te evalueren en naar een hoger plan te tillen.”

Reflectieve rol

Met een doorkijk naar de toekomst zegt Johan: “We moeten als toezichthouder meer een reflectieve rol pakken. Dat betekent dat je meer de werking van het stelsel als geheel in beeld moet hebben: pakken alle partijen hun rol goed op? Je moet je voortdurend blijven afvragen of alle wetten en uitvoering in de praktijk samen zorgen voor het bereiken van het juiste effect. Kortom, we moeten onze observaties plaatsen binnen een groter kader.”