Nieuwsbrief DTO 2024 nummer 1
In deze nieuwsbrief vindt u de volgende onderwerpen:
Radionavigatie
De Inspectie Leefomgeving en Transport (ILT) krijgt regelmatig vragen over radionavigatie-oefeningen. Ook constateert zij tijdens beoordelingen, inspecties en audits dat er soms geen of onvoldoende invulling wordt gegeven aan radionavigatie-oefeningen. Met het informatieblad radionavigatie in LAPL en PPL-opleiding informeert de ILT ATO’s en DTO’s hoe aan deze oefeningen invulling gegeven kan worden.
Course Completion Certificate
Op grond van internationale verplichtingen controleert Kiwa Register meer op details (basis ARA.GEN.315), met name de inhoud van een Course Completion Certificate (CCC) en de eventueel noodzakelijke assessments onder Part-FCL. Al deze informatie is ondergebracht op de website van Kiwa Register. Aanvullend geldt dat Kiwa voor integrated ATP, CPL/IR en CPL-opleidingen, en de modulaire CPL-opleiding een CCC heeft opgesteld. Voor afgifte van een brevet en/of rating op grond van deze opleidingen vereist Kiwa dit CCC aan te leveren of een CCC met gelijke inhoud. Het CCC moet bij afsluiten van de opleiding, voorafgaand aan een af te leggen examen, worden ingevuld en ondertekend.
Opvolging bevindingen
ILT constateert dat de kwaliteit van actieplannen naar aanleiding van bevindingen en verbeterafspraken die zijn vastgesteld tijdens audits en inspecties vaak niet aan de verwachtingen voldoen. In het informatieblad Verwachtingen actieplan (plan van aanpak) staan richtlijnen voor deze actieplannen met als doel om de kwaliteit van actieplannen te verbeteren. U kunt deze richtlijnen naast ILT-bevindingen en verbeterafspraken ook toepassen op interne bevindingen.
Wijziging in regelgeving
Per 13 augustus 2024 zijn er wijzigingen doorgevoerd in de Aircrew regelgeving (waaronder Part-FCL, en -DTO). U kunt de wijzigingen in de aircrew regelgeving hier inzien. Er wordt op korte termijn ook een wijziging verwacht van bijbehorende AMC’s en GM’s. Deze wijziging is nog niet gepubliceerd.
Let op: deze service betekent niet dat ILT u informeert over alle wijzigingen in regelgeving. Het is aan uw DTO om wijzigingen in relevante regelgeving te monitoren.
Verlenging class rating SEP en TMG
Een class rating SEP of TMG mag onder voorwaarden worden verlengd door een FI(A) (zie FCL.740.A). De ILT constateert dat er onduidelijkheid bestaat over wanneer een FI(A) de verlenging van de class rating SEP of TMG op het brevet mag aftekenen.
Om als FI(A) de verlenging van een class rating SEP of TMG op het brevet af te mogen tekenen moet aan het volgende worden voldaan:
- De FI(A) moet bevoegd zijn volgens FCL.945. Dit staat op het brevetdocument van de FI(A) vermeld.
- De FCL.945 bevoegdheid van de FI(A) moet zijn uitgegeven door het land dat ook het brevet heeft uitgegeven van de kandidaat waarbij de verlenging wordt toegepast.
- De FI(A) moet ook beschikken over een bijbehorende geldige class rating en de bevoegdheid om instructie te geven in deze class rating.
- De FI(A) moet de trainingsvlucht voor de verlenging van de class rating SEP of TMG zelf hebben uitgevoerd.
- De FI(A) moet (voorafgaand aan de trainingsvlucht) vaststellen dat de kandidaat voldoet aan de verlengingsvoorwaarden.
Voldoet de FI(A) niet aan de genoemde eisen, dan moet de verlenging worden afgetekend door een daartoe bevoegde examinator, als de kandidaat voldoet aan de verlengingsvoorwaarden.
Bij de verlenging van de class rating op grond van een trainingsvlucht wordt er geen datum vermeld in de kolom ‘datum test/check’. Er wordt namelijk geen test of check afgenomen.
R/T en solovluchten
De ILT krijgt met regelmaat vragen over het gebruik van R/T tijdens solovluchten in LAPL en PPL opleidingen.
Onder andere AMC1 FCL.210 (b)(2) stelt: ‘Before allowing applicants for a PPL(A) to undertake their first solo flight, the FI should ensure that the applicants can use R/T communication and can operate the required systems and equipment.’
Dat betekent dat de DTO (en de FI die de cursist solo laat vliegen) zeker moet stellen dat de cursist aan de vereisten voldoet.
Formeel moet iemand die de radio bedient bevoegd zijn om dit te doen. In Nederland is dit zo geregeld dat de betreffende persoon in bezit moet zijn van een R/T-bevoegdheid. Deze bevoegdheid wordt opgenomen in het brevet document. Om deze bevoegdheid te verkrijgen dient de betreffende persoon geslaagd te zijn voor het theorievak Communications en de R/T-praktijkopleiding succesvol te hebben afgerond.
Tijdens de LAPL of PPL-opleiding heeft de cursist nog geen brevet en daarmee geen R/T-bevoegdheid in het brevet.
Wanneer de cursist al wel aan de vereisten voor de R/T-bevoegdheid heeft voldaan (lees: geslaagd voor het vak Communications en de R/T-opleiding succesvol afgerond) en de DTO/FI heeft vastgesteld dat hij de radio goed kan bedienen en de juiste fraseologie gebruikt, dan voldoet de cursist aan het gestelde in de AMC. Het is daarom wenselijk dat een cursist aan deze voorwaarden voldoet wanneer een solo vlucht wordt gemaakt waarbij de cursist de radio gebruikt. Dit geldt ook wanneer de cursist de radio gebruikt op een ongecontroleerd vliegveld.
Als een cursist een solovlucht moet maken, daarbij de radio moet gebruiken en nog niet aan (alle) de voorwaarden voldoet voor afgifte van de R/T-bevoegdheid dan is het aan de DTO/FI om vast te stellen dat de cursist in staat is om de radio te bedienen en de juiste fraseologie te gebruiken, op de juiste wijze weet te communiceren en de communicatie van andere luchtruimgebruikers verstaat en weet te interpreteren, zoals nodig is voor de betreffende vlucht. Hierbij moet uiteraard rekening worden gehouden hoe om te gaan met eventuele noodgevallen zoals onverwacht uitwijken. Het is aanbevolen de uitgangspunten die de DTO hanteert in het trainingsprogramma te beschrijven.
Relevantie 'dead reckoning'
Een belangrijk onderdeel in de basis-opleidingen voor een brevet is navigatie. Als onderdeel van de navigatietraining wordt in de theorie en praktijk aandacht besteed aan ‘dead reckoning’. Mogelijk bestaat de indruk dat het trainen van ‘dead reckoning’ met de huidige navigatiemiddelen is achterhaald. Dit is niet het geval. Het is goed dat er met moderne navigatiemiddelen wordt getraind. Hierover hoopt de ILT in de toekomst meer richtlijnen te kunnen geven. Dit vervangt de toepassing van de ‘dead reckoning’ methode echter niet.
Uit veiligheidsinformatie van luchtvaartmaatschappijen in 2024 blijkt dat de ‘dead reckoning’ methode nog steeds actueel is. Vanwege wereldwijde spanningen worden luchtvaartmaatschappijen in toenemende mate geconfronteerd met ‘spoofing’ en ‘jamming’. Hierbij wordt het GNSS-signaal verstoord waardoor de navigatieapparatuur aan boord geen betrouwbare informatie meer levert. Het blijkt dat in bepaalde gebieden het GNSS-signaal dusdanig wordt verstoord dat gedurende langere tijd de navigatieapparatuur aan boord een onjuiste positie van het luchtvaartuig berekent. In dergelijke gevallen schakelen luchtvaartmaatschappijen nu soms over op onder andere het toepassen van ‘dead reckoning’. Hierbij wordt geconstateerd dat vliegers deze methode niet altijd (meer) volledig beheersen.
De ILT vraagt daarom aandacht aan het zorgvuldig blijven beoefenen van de ‘dead reckoning’ methode tijdens de navigatie training in de LAPL, PPL en class/type rating-opleiding en de cursist tijdens deze specifieke ‘dead reckoning’ oefening(en) geen moderne navigatiemiddelen te laten gebruiken.