Vogelaanvaringen in Nederland
Gegevens van het Analysebureau Luchtvaartvoorvallen (ABL) laten zien dat aantal gemelde vogelaanvaringen in de Nederlandse luchtvaartsector in de afgelopen 2 jaar is toegenomen. Dit ABL-factsheet biedt een overzicht van de stand van zaken. Aan bod komen de frequentie van vogelaanvaringen, de locaties waar ze plaatsvinden, de betrokken vliegtuigtypen en mogelijke risicofactoren.
Samenvatting
Het ABL heeft een analyse uitgevoerd op gemelde voorvallen van vogelaanvaringen over de periode januari 2017 tot en met juni 2024.
In de afgelopen 6,5 jaar ontving ABL 10.679 meldingen over vogelaanvaringen. Deze meldingen weerspiegelen een breed scala aan incidenten, variërend van kleine voorvallen tot wat ernstiger incidenten die gevolgen hadden voor de luchtvaartveiligheid en vliegoperaties.
In Nederland varieert het aantal gemelde vogelaanvaringen per jaar, met een opvallende stijging in 2022. In 2022 ontving het ABL in totaal ongeveer 22.500 meldingen over verschillende voorvallen. Ongeveer 8% gaat over vogelaanvaringen. Gerelateerd naar het aantal vliegbewegingen komt het neer op ruim 43 meldingen per 10.000 vliegbewegingen. In het 3e kwartaal van 2022 ontving het ABL ruim 78 meldingen per 10.000 vliegbewegingen over vogelaanvaring. Deze piek in de meldingen kan wijzen op op seizoensgebonden patronen of veranderingen in vogelpopulaties in deze specifieke periode.
De meeste vogelaanvaringen werden gemeld door 3 belangrijke sectoren: luchtverkeersleidingsdiensten (42%), luchtvaartmaatschappijen (38%) en luchthavenexploitanten (16%). Sinds 15 november 2015 geldt een wettelijke meldplicht voor voorvallen in de burgerluchtvaart. De meldingen dragen bij aan het monitoren van luchtvaartveiligheid en het implementeren van passende maatregelen, wat essentieel is voor het waarborgen van veiligheid in de luchtvaart.
In Nederland worden relatief veel vogelaanvaringen gemeld op Schiphol omdat deze luchthaven een belangrijke 'hub' is voor grote luchtvaartmaatschappijen en daar meer gevlogen wordt ten opzichte van andere luchthavens in Nederland.
Bij de meeste meldingen over vogelaanvaringen is niet bekend wanneer deze plaatsvonden tijdens de vlucht. Van de meldingen waar dit wel van bekend is (25%), waren de meeste tijdens de start of landing.
In slechts 28% van de gemelde voorvallen wordt de vogelgrootte aangegeven. 11% betreft kleine vogels (zoals zangvogels en spreeuwen), 15% middelgrote vogels (duiven, meeuwen), 2% grote vogels (reigers, roofvogels).
Bij 22% van de vogelaanvaringen is de vogelsoort bekend. Meeuwen vormen de grootste groep, gevolgd door valken en torenvalken. Grotere vogels, zoals ganzen en zwanen, worden minder vaak gemeld.
Gemiddeld 21% van de vogelaanvaringen resulteert in schade aan vliegtuigen. Bij 87% van de schadegevallen kon het specifieke getroffen onderdeel worden geïdentificeerd. Motoren werden het vaakst geraakt (29%), gevolgd door de neus (24%) en de vleugels (14%) van het vliegtuig.
In ongeveer driekwart van de meldingen werden geen gevolgen vermeld. Bij de overige kwart van de meldingen kon er een operationeel effect vastgesteld worden, waarbij schade aan het vliegtuig vaak gepaard ging met andere verstoringen.
De meeste vogelaanvaringen vinden plaats in de zomermaanden, vooral in de ochtend en middag. In de wintermaanden waren er minder voorvallen, voornamelijk in de avond en nacht. De lente en herfst tonen een gematigder patroon. Deze trends benadrukken het belang van seizoensgebonden preventiestrategieën.
Gemelde vogelaanvaringen in Nederland
Het ABL verzamelt meldingen van vogelaanvaringen uit diverse bronnen. Veruit de meeste vogelaanvaringen worden gemeld door de luchtvaartsector. Deze meldingen bieden informatie over de frequentie en trends van vogelaanvaringen in Nederland.
De gegevens worden hieronder weergegeven in een grafiek die het aantal gemelde vogelaanvaringen toont en inzicht biedt in de verschillende categorieën van vogelaanvaringen. Deze grafiek laat ook zien hoe deze cijfers in de loop van de tijd zijn veranderd.
Meldingen over vogelaanvaringen in Nederland
De gegevens zijn verdeeld in 3 hoofdcategorieën:
- Bevestigde vogelaanvaringen. Dit zijn gevallen waarin een vogel daadwerkelijk een vliegtuig heeft geraakt.
- Waarschuwingen over vogels of vogelresten. Dit zijn situaties waarin piloten een waarschuwing hebben ontvangen van de luchtverkeersleiding of via boordapparatuur over de aanwezigheid van vogels, of wanneer er vogelresten op de landingsbaan zijn aangetroffen. Deze waarschuwingen dienen om het risico op aanvaringen te verkleinen.
- Mogelijke vogelaanvaringen. Dit zijn meldingen waarbij er een vermoeden is van een vogelaanvaring, maar waarbij er niet direct te constateren was dat een vogel het vliegtuig heeft geraakt.
De grafiek illustreert de variatie in het aantal gemelde vogelaanvaringen in Nederland op jaar basis, met een opvallende stijging in 2022. Vanaf 2023 was er echter een daling waar te nemen in het aantal gemelde vogelaanvaringen.
Vogelaanvaringen per 10.000 vliegbewegingen
Om een nauwkeurig beeld te krijgen van het aantal meldingen van vogelaanvaringen, hebben we het aantal meldingen naar 10.000 vliegbewegingen genormaliseerd. Grafiek 2 geeft het genormaliseerde aantal meldingen per kwartaal aan.
Er is een piek te waarnemen in het aantal meldingen van vogelaanvaringen in het derde kwartaal van elk jaar. In het derde kwartaal van 2022 zien we een piek van ruim 78 meldingen per 10.000 vliegbewegingen. Deze stijging kan wijzen op seizoensgebonden patronen of andere factoren die de frequentie van vogelaanvaringen beïnvloeden.
Over geheel het jaar 2023 is er een daling te zien ten op zicht van 2022. Deze verandering kan worden toegeschreven aan verschillende factoren, zoals veranderingen in vogelpopulaties, verbeterde preventieve maatregelen of zelfs aanpassingen in de vluchtroutes.
Hoewel de coronapandemie in 2020 en 2021 een daling van het aantal vluchten veroorzaakte, vertoont het aantal gemelde vogelaanvaringen na deze periode een stijging ten opzichte van de pre-coronaperiode.
Vogelaanvaringen per 10.000 vliegbewegingen
Vogelaanvaringen in de kleine luchtvaart versus grote luchtvaart
Uit de gegevens blijkt dat het grootste deel van de gemelde vogelaanvaringen, ongeveer 90%, plaatsvindt in de grote luchtvaart. De kleine luchtvaart is verantwoordelijk voor ongeveer 4% van de meldingen. Tot slot is bij 6% van de gevallen het type luchtvaart niet bekend. Deze verdeling laat zien dat vogelaanvaringen vooral een probleem vormen binnen de grote luchtvaart, mogelijk door het hogere aantal vluchten en de grotere omvang van de toestellen.
Vogelaanvaringen in de kleine luchtvaart versus grote luchtvaart
Aantal vogelaanvaringen per type melder
De gegevens uit de grafiek tonen aan dat het merendeel van de vogelaanvaringen worden gemeld door drie sectoren:
De Luchtverkeersdienstverleners maken voor 42% uit van de meldingen. Deze organisatie is verantwoordelijk voor het beheer van het luchtruim en de veiligheid van het luchtverkeer.
Luchtvaartmaatschappijen dragen bij aan 38% van de meldingen. Deze meldingen zijn van bijzonder belang omdat zij direct betrokken zijn bij de vluchten en de veiligheid van passagiers en bemanning waarborgen.
Luchthavens dragen bij aan 16% van de meldingen en vervullen een rol bij het vogelbeheer in en rondom luchthavens. Deze meldingen helpen bij het identificeren van risicogebieden en dragen bij aan preventieve maatregelen om het aantal vogelaanvaringen te reduceren.
Naast deze drie belangrijke melders zijn er ook andere groepen die melden over vogelaanvaringen. Zoals grondafhandelingsorganisaties, onderhoudsorganisaties, UAS-operators en evenals enkele anderen.
Aantal vogelaanvaringen per type melder
Het aantal vogelaanvaringen per locatie
Deze grafiek geeft een overzicht van het aantal gemelde vogelaanvaringen per luchthaven. Hieruit blijkt dat op Amsterdam Schiphol het hoogste aantal vogelaanvaringen plaats vindt. Dit komt doordat Schiphol een van de grootste luchthavens is en bovendien fungeert als een belangrijk knooppunt voor grote luchtvaartmaatschappijen, wat resulteert in een hoog aantal vliegbewegingen. Het risico op vogelaanvaringen wordt verder verhoogd door de aanwezigheid van grote vogelpopulaties in de nabijheid van de luchthaven.
Vogelaanvaringen per luchthaven
Vogelaanvaringen per locatie en 10.000 vliegbewegingen
Om een nauwkeuriger beeld te krijgen van de relatieve risico’s op verschillende luchthavens, is in grafiek 6 het aantal vogelaanvaringen genormaliseerd per 10.000 vliegbewegingen per locatie. Amsterdam Schiphol Airport blijft de luchthaven met het hoogste aantal gemelde vogelaanvaringen per 10.000 vliegbewegingen, gevolgd door respectievelijk Rotterdam The Hague Airport, Maastricht Aachen Airport en Eindhoven Airport.
Vogelaanvaringen per locatie en 10.000 vliegbewegingen
Vogelaanvaringen per vluchtfase
Uit de gegevens blijkt dat ongeveer 75,2% van de geregistreerde vogelaanvaringen geen informatie bevat over de vluchtfase waarin de aanvaring plaatsvond. Van de 24,8% van de incidenten waarbij de vluchtfase is ingevuld, zien we dat de meeste vogelaanvaringen optreden tijdens de start- en landingsfase. Dit komt door dat tijdens de start en landing vliegtuigen zich op relatief lage hoogtes bevinden, waardoor de kans op een aanvaring het grootst is.
Vogelsoorten per vluchtfase
Vogelaanvaringen per vogelgrootte
Deze grafiek laat zien hoe vaak verschillende vogelsoorten, ingedeeld op grootte, betrokken zijn bij vogelaanvaringen. De vogels zijn verdeeld in de ondergenoemde 3 categorieën: kleine, middelgrote en grote vogels.
Bij slechts 28% van de meldingen is het bekend wat de de vogelgrootte is. Van deze meldingen wordt 11% toegeschreven aan kleine vogels, zoals zangvogels en spreeuwen. Deze vogels worden vaak aangetroffen tijdens start en landing, wanneer vliegtuigen op lagere hoogtes opereren. Middelgrote vogels, waaronder soorten zoals duiven en meeuwen, maken 15% van de aanvaringen uit. Deze bevinden zich vaak in de directe omgevingvan van de luchthavens, wat de kans op aanvaringen vergroot. Grote vogels, zoals reigers en zwanen, die vaak ernstige schade aan de vliegtuig kunnen veroorzaken bij een aanvaring, maken 2% van de meldingen uit.
Vogelaanvaringen per vogelgrootte
Vogelsoorten bij aanvaringen
Van de in totaal geregistreerde vogelaanvaringen bevatte 78,1% geen specifieke informatie over de betrokken vogelsoorten. Bij de overige 21,8% van de meldingen waren de vogelsoorten wel geïdentificeerd.
Onder deze geïdentificeerde meldingen vormen meeuwen de grootste groep, met 6,4%. Valken volgen als tweede met 3,1% en torenvalken met 2,6%. Grotere vogelsoorten, zoals ganzen en zwanen, komen relatief minder vaak voor in de meldingen.
Vogelsoorten bij aanvaringen
Vogelaanvaringen: schade versus geen schade
In ongeveer 65% van de meldingen ontbreekt informatie. Daardoor is het niet bekend of er schade was. In slechts 20% van de meldingen is er daadwerkelijk schade gerapporteerd. Dit percentage is over de jaren heen vrij stabiel gebleven.
Vogelaanvaringen: schade versus geen schade
Vogelaanvaringen per onderdeel geraakt
Een vliegtuig kan vanuit elke hoek door een vogel worden geraakt. Van de meldingen waarbij schade is geconstateerd, kon in ongeveer 85% van de gevallen worden vastgesteld waar het toestel was geraakt. De motoren worden het vaakst getroffen, wat goed is voor bijna 30% van de meldingen. Daarna komt de neus, met bijna 25%. Vleugels werden in ongeveer 14% van de gevallen geraakt.
Vogelaanvaringen per onderdeel geraakt
Gevolgen van vogelaanvaringen
In ongeveer driekwart van de gemelde voorvallen werd geen direct operationeel effect genoemd. Bij het overige kwart van de meldingen werd wel een duidelijk operationeel gevolg geregistreerd, in sommige gevallen met meerdere gevolgen:
- Afgebroken start (aborted take-off). In sommige gevallen moest een start worden afgebroken vanwege een vogelaanvaring.
- Schade aan het vliegtuig (aircraft damage). Dit varieerde van lichte beschadigingen aan de romp tot ernstigere schade die ingrijpende reparaties vereiste.
- Vertraging of annulering van vlucht (flight delay/cancellation). Soms resulteerde een vogelaanvaring in vertragingen of annuleringen van vluchten. Deze verstoringen kunnen een kettingreactie veroorzaken binnen het vluchtschema, wat leidt tot ongemak voor passagiers en verstoring van de operationele planning.
- Doorstart (go-around): Dit betekent dat een vliegtuig, vlak voor de landing, opnieuw moest opstijgen vanwege een vogelaanvaring nabij de landingsbaan.
- Terugkeer of omleiding (return/diversion): In veel gevallen moeten vluchten terugkeren naar de vertrekluchthaven of worden ze omgeleid naar een andere luchthaven als gevolg van een vogelaanvaring.
Grafiek 12 toont het totaal aantal meldingen van vogelaanvaringen per kwartaal, met een onderscheid naar de gemelde gevolgen van deze aanvaringen. Eén melding kan meerdere gevolgen bevatten. Dat wordt weergegeven door de gekleurde balken met het aantal gevolgen per kwartaal. Omdat sommige meldingen meerdere operationele gevolgen kunnen hebben, kan het totale aantal gevolgen groter zijn dan het aantal unieke meldingen.
Gemelde gevolgen van vogelaanvaringen
Grafiek 12

Aantal gemelde vogelaanvaringen per seizoen
De gegevens tonen het aantal gemelde vogelaanvaringen over verschillende seizoenen en dagdelen. Over het algemeen lijken de zomermaanden de periode te zijn waarin de meeste aanvaringen plaatsvinden, met vooral veel meldingen in de ochtend en middaguren. Dit patroon kan het gevolg zijn van de grotere activiteit van vogels tijdens de zomermaanden, gecombineerd met verhoogde menselijke activiteiten gedurende deze tijd van het jaar.
In tegenstelling hiermee tonen de wintermaanden over het algemeen minder meldingen, met vooral weinig aanvaringen in de avond en nacht. Mogelijke verklaringen hiervoor zijn verminderde vogelactiviteit tijdens koudere maanden en minder frequent gebruik van de ruimte door zowel vogels als mensen tijdens de donkere uren van de dag.
De lente en herfst vertonen een gematigder patroon, met wat meer aanvaringen in de ochtend en middaguren en relatief minder aanvaringen in de avond en nacht. Deze seizoenen kunnen worden gezien als overgangsperiodes waarin zowel vogels als menselijke activiteiten variëren. Dat kan invloed hebben op het aantal gemelde aanvaringen.
Deze observaties benadrukken het belang van seizoensgerichte en tijdsgerichte strategieën voor het beheer en de preventie van vogelaanvaringen, om zo de veiligheid te verbeteren en risico’s van vogels te minimaliseren.
Aantal gemelde vogelaanvaringen per seizoen
Praktijkvoorbeelden van vogelaanvaringen per operationeel effect
De tabel hieronder toont enkele praktijkvoorbeelden van vogelaanvaringen, gecategoriseerd naar hun effect op vluchtoperaties. Deze voorbeelden illustreren de verschillende manieren waarop vogels de vluchtoperaties kunnen beïnvloeden en geven inzicht in de specifieke situaties die zich hebben voorgedaan.
Operationeel effect | Melding |
---|---|
Afgebroken start (aborted take-off) | Tijdens de start werd een zwerm vogels geraakt, waardoor de piloot de start moest afbreken. |
Schade aan het vliegtuig (aircraft damage) | Bij de landing raakte het vliegtuig een vogel, wat resulteerde in aanzienlijke schade aan de neussectie. |
Vertraging of annulering van vlucht (flight delay or cancellation) | Een vogelaanvaring vlak voor het opstijgen zorgde voor een vertraging van 2 uur vanwege inspecties en reparaties. |
Doorstart (go-around) | Tijdens de nadering van de landingsbaan werd een doorstart uitgevoerd vanwege vogels op de baan. |
Terugkeer of omleiding (return or diversion) | Na het raken van een grote vogel vlak na het opstijgen, keerde het vliegtuig terug naar de luchthaven voor inspectie. |