Jaarpublicatie Analysebureau Luchtvaartvoorvallen 2022

Het Analysebureau Luchtvaartvoorvallen (ABL) registreert en analyseert de verplichte meldingen over voorvallen in de Nederlandse burgerluchtvaart. Het doel van het ABL is om samen met de sector vroegtijdig trends te signaleren zodat betrokken partijen acties kunnen ondernemen om de vliegveiligheid te verbeteren. Het ABL deelt bevindingen onder andere in factsheets en het ABL dashboard luchtvaartvoorvallen. Het ABL is een onderdeel van de Inspectie Leefomgeving en Transport (ILT).

Samenvatting

  • In 2020 en 2021 was er door COVID-19 een sterke daling van het aantal vliegbewegingen. In 2022 is dit aantal op de grote luchthavens weer gestegen naar ongeveer 600.000. Hieronder vallen de luchthavens: Amsterdam Airport Schiphol, Rotterdam The Hague Airport, Eindhoven Airport, Groningen Airport Eelde en Maastricht Aachen Airport. Het totaal aantal vliegbewegingen op de kleine luchthavens was in 2022 ongeveer 397.000.
     
  • In 2022 ontving het Analysebureau Luchtvaartvoorvallen (ABL) ruim 22.000 meldingen. Het aantal meldingen in verhouding tot het aantal vliegbewegingen is licht gestegen. Per 10.000 vliegbewegingen zijn er ongeveer 200 meldingen.
     
  • De stijging van het aantal gemelde luchtruimschendingen is opvallend. Bij een luchtruimschending vliegt een vliegtuig of drone zonder toestemming een luchtverkeersgebied binnen. Deze luchtruimschendingen gebeuren vooral door kleine recreatieve vliegtuigen op het luchtverkeersgebied van Schiphol.
     
  • In 2022 is het ABL in het kader van het convenant ‘Veiligheidsverbetering Schiphol’ door Baines Simmons geëvalueerd. Daaruit blijkt dat het ABL sinds de eerdere beoordelingen in 2019 en 2020 beter is geworden in de uitvoering van haar taken. Denk aan het inzetten van meer mensen, just culture, veiligheidspromotie en contacten met sectorpartijen.

Introductie

Het Analysebureau Luchtvaartvoorvallen (ABL) verwerkt en analyseert de gemelde voorvallen vanuit de Nederlandse luchtvaart in een dashboard en verschillende factsheets. Dit doet het ABL volgens de Europese verordening EU 376/2014. Volgens deze verordening is het verplicht voor luchtvaartbedrijven om voorvallen in de burgerluchtvaart te melden. Een luchtvaartvoorval is elke gebeurtenis op het gebied van veiligheid die een luchtvaartuig, inzittenden of andere personen in gevaar brengt of zou kunnen brengen. Op de website van de ILT staat beschreven hoe en door wie een luchtvaartvoorval gemeld kan worden.

Eén van de informatieproducten van het ABL is een interactief dashboard. Dit dashboard geeft de trends in verschillende veiligheidsindicatoren weer en wordt elk kwartaal bijgewerkt. Veiligheidsindicatoren zijn bijvoorbeeld het aantal luchtruimschendingen of het aantal vogelaanvaringen per maand. Het doel van het dashboard is om nieuws binnen de luchtvaart in beeld te brengen. Deze informatie kan worden gebruikt door de luchtvaartsector, de ILT, de politiek, pers en de hele samenleving.

Dit jaarverslag beschrijft de belangrijkste ontwikkelingen in 2022. Hierin staan het aantal meldingen, de verschillende typen voorvallen in 2018 t/m 2022 en de activiteiten van het ABL over het afgelopen jaar.

Meldingen over luchtvaartvoorvallen

Onderstaande grafiek (Figuur 1) bevat een overzicht van het aantal meldingen per jaar in de periode 2018 t/m 2022. Daarbij is onderscheid gemaakt tussen de voorvallen die binnen het Nederlands luchtruim plaatsvonden en die daarbuiten.

Meldingen over luchtvaartvoorvallen

Meldingen over luchtvaartvoorvallen Figuur 1
NederlandOverige locaties
201892237700
20191023411496
202069705706
202195626926
20221198610343
ABL, 2018 t/m 2022 Brontabel als csv (113 bytes)

In 2022 ontvangt het ABL ruim 22.000 meldingen over ongeveer 17.000 voorvallen. Soms zijn er meerdere partijen betrokken bij een voorval. Bijvoorbeeld bij een conflict tussen 2 luchtvaartuigen. Of bij een luchtvaartuig en een voertuig op de luchthaven. Dan geldt voor elke betrokken partij een meldplicht. Zo ontstaat een duidelijker beeld van wat er gebeurd is. Hierdoor is het aantal ontvangen meldingen hoger dan het aantal gemelde voorvallen.

De bovenstaande grafiek laat duidelijk het effect van de coronacrisis zien. In deze periode werd er minder gevlogen en zijn er daardoor ook minder voorvallen gemeld.

Luchtvaartmaatschappijen en de luchtverkeersleiding maken de meeste meldingen. Deze meldingen gaan voornamelijk over voorvallen in de grote commerciële luchtvaart (Commercial Aviation, CA). Een klein deel van de meldingen komt vanuit de kleine luchtvaart (General Aviation, GA). De CA kan ook meldingen doen over voorvallen waarbij de GA betrokken is, bijvoorbeeld bij luchtruimschendingen. De GA kan uiteraard ook melden over voorvallen in de CA. Het aantal meldingen vanuit de GA is laag in verhouding tot de activiteit in deze sector. Het Analysebureau Luchtvaartvoorvallen (ABL) probeert met voorlichting en terugkoppeling aan de sector de GA te stimuleren om sneller meldingen te maken. Voorbeelden hiervan zijn presentaties bij vliegclubs en overleggen met de sectoren.

Figuur 2 laat het aantal meldingen in verhouding tot het aantal vliegbewegingen zien. Deze is in 2022 licht gestegen tegenover voorgaande jaren. Per 10.000 vliegbewegingen zijn er ongeveer 200 meldingen.

Meldingen over luchtvaartvoorvallen per 10.000 vliegbewegingen

Meldingen over luchtvaartvoorvallen per 10.000 vliegbewegingen Figuur 2
Aantal voorvalmeldingen per 10.000 vliegbewegingen
2018164,73
2019217,33
2020184,4
2021193,06
2022196,85
ABL, 2018 t/m 2022 Brontabel als csv (117 bytes)

Opvallende ontwikkelingen veiligheidsindicatoren

Op het publieke dashboard van het ABL staat voor meerdere veiligheidsindicatoren het aantal meldingen per periode. Op een aantal van deze onderwerpen zijn in 2022 opvallende ontwikkelingen te zien. In dit hoofdstuk worden deze toegelicht.

Luchtruimschendingen

Als een vliegtuig of drone een luchtruim zonder toestemming van de verkeersleiding binnenvliegt, is er sprake van een luchtruimschending (airspace infringement). In 2022 heeft het ABL meldingen over ruim 550 luchtruimschendingen ontvangen. In de onderstaande grafiek (Figuur 3) is in 2022 een toename te zien van het aantal gemelde voorvallen tegenover eerdere jaren. Deze toename bestaat voornamelijk uit luchtruimschendingen van het luchtverkeersgebied van Schiphol. In de grafiek is onderscheid gemaakt tussen verschillende type luchtruim. De ‘Control Zone’ (CTR) is een plaatselijk luchtverkeersleidingsgebied rond een luchthaven. Dit wordt gemeten vanaf het aardoppervlak tot een bepaalde hoogte. De ‘Terminal Manoeuvring Area’ (TMA) is het naderingsgebied rondom een luchthaven, rond en boven de CTR. De CTA is de ‘Control Area’ en is het algemene luchtruim onder controle van de luchtverkeersleiding. Dit gaat vanaf een bepaalde hoogte boven het aardoppervlak.

Luchtruimschendingen worden vooral veroorzaakt door kleine recreatieve vliegtuigen (General Aviation). Er is een stijgende trend te zien in het aantal gemelde luchtruimschendingen. Dit ondanks inspanningen van de luchtvaartbedrijven, zoals voorlichting door Luchtverkeersleiding Nederland (LVNL).

De luchtverkeersleider kan een luchtruimschending zien op het radarscherm. LVNL meldt de luchtruimschendingen aan het ABL. Het ABL ontvangt weinig meldingen van de veroorzaker zelf, terwijl dit wel moet. Hierdoor is het moeilijker om de oorzaak van een luchtruimschending te achterhalen en herhaling te helpen voorkomen.

LVNL neemt na een luchtruimschending zo mogelijk contact op met de veroorzaker. Uit die contacten blijkt dat de vlieger de vlucht vaak onvoldoende heeft voorbereid. Ook de complexiteit van het Nederlandse luchtruim speelt een rol.

In de onlangs gepubliceerde Staat van Schiphol 2022 van de ILT is ook aandacht besteed aan dit onderwerp. Zie “Luchtruimschendingen hardnekkig en risicovol”.

Gemelde luchtruimschendingen

Gemelde luchtruimschendingen Figuur 3
Control Zone (CTR)Terminal Manoeuvring Area (TMA)Control Area (CTA)Ander type luchtruimOnbekend
20186187353119
201911410610873
20203018713645
202121612723251
202225222651742
ABL, 2018 t/m 2022 Brontabel als csv (210 bytes)

Verlies van afstand

Wanneer 2 vliegtuigen te dicht bij elkaar komen, dan is er sprake van verlies van afstand.

In delen van het luchtruim die de luchtverkeersleiding controleert, gelden er minimale afstanden tussen vliegtuigen om de veiligheid te waarborgen. Horizontaal en verticaal. Als 2 vliegtuigen horizontaal en verticaal te dicht bij elkaar komen, heet dit een separatieonderschrijding (separation minima infringement). De LVNL registreert deze voorvallen en meldt dit aan het ABL. Ook luchtvaartmaatschappijen en luchthavens kunnen deze voorvallen melden. Wanneer de afstand tussen de betrokken vliegtuigen bekend is, kan de hoeveelheid onderschrijding berekend en geclassificeerd worden. De luchtverkeersleiding gebruikt hier 3 klassen voor. A t/m D (A: kleiner dan 50% van de norm; D: 100% of hoger). In categorie D gaat het hierbij om voorvallen die door de vlieger of verkeersleider in eerste instantie werden gemeld als onderschrijding. Maar waarbij tijdens verder onderzoek bleek dat de afstand toch groter dan de norm was. De categorie D wijst dan eventueel op het bijna maken van een onderschrijding.

In 2022 heeft het ABL meldingen over 136 separatieonderschrijdingen ontvangen. Zie Figuur 4.

Gemelde voorvallen met onderschrijding van separatieminima (verlies van afstand)

Gemelde voorvallen met onderschrijding van separatieminima (verlies van afstand) Figuur 4
A: minder dan 50%B: tussen 50 en 66%C: tussen 67 en 100%D: meer dan 100%
2018375729
2019297536
2020363931
2021225738
2022129835
ABL, 2018 t/m 2022 Brontabel als csv (158 bytes)

Ook in delen van het luchtruim waar geen minimale afstanden gelden, kan er sprake zijn van verlies van afstand. Dit gaat dan meestal om vliegtuigen uit de kleine luchtvaart (GA). Een vlieger kan melding doen over de nabijheid van een ander vliegtuig via het zogenoemde airprox (aircraft proximity) formulier van de ILT. Het ABL neemt de nabijheid van drones niet op in dit overzicht.

In 2022 heeft het ABL meldingen over 131 airproxen ontvangen.

Gemelde airprox-voorvallen

Gemelde airprox-voorvallen Figuur 5
Gemelde airprox-voorvallen
2018129
2019134
202077
2021101
2022131
ABL, 2018 t/m 2022 Brontabel als csv (78 bytes)

Vogelaanvaringen

Botsingen van vliegtuigen met vogels (birdstrikes) komen vooral bij starts en landingen voor. Botsingen leiden zelden tot grote problemen voor het vliegtuig. Toch keert een gestart vliegtuig soms uit voorzorg terug naar de luchthaven. Het aantal vogelaanvaringen is sterk seizoensgebonden. De meeste voorvallen vinden plaats in de zomer, als er veel jonge vogels zijn. Op een luchthaven is er een vogelwacht actief die maatregelen neemt als er vogels aanwezig zijn. Zo kan de vogelwacht de vogels verjagen, maar wordt ook gekeken naar de invloed van open water en het zaaigedrag van boeren in de omgeving.

In 2022 heeft het ABL meldingen over bijna 1.200 vogelaanvaringen ontvangen (Figuur 6). Het kan ook gaan om een mogelijke vogelaanvaring, omdat het niet altijd goed vast te stellen is of er daadwerkelijk een vogel is geraakt.

Gemelde vogelaanvaringen

Gemelde vogelaanvaringen Figuur 6
Melding van vogelaanvaringMogelijke vogelaanvaringMelding van vogelresten of waarschuwing voor vogels
201750226720
201863334628
201968531039
202029516228
202142623735
202261952830
ABL, 2017 t/m 2022 Brontabel als csv (208 bytes)

In de maanden juli en augustus van 2022 is er een hoog aantal meldingen over vogelaanvaringen ontvangen. Dit zijn vooral meldingen die aan Schiphol te relateren zijn. Zie figuur 7.

Gemelde vogelaanvaringen per maand in 2022

Gemelde vogelaanvaringen per maand in 2022 Figuur 7
Melding van vogelaanvaringMogelijke vogelaanvaringMelding van vogelresten of waarschuwing voor vogels
januari18142
februari17160
maart21143
april26170
mei63212
juni53564
juli168844
augustus841437
september76734
oktober50470
november31263
december12171
ABL, 2022 Brontabel als csv (304 bytes)

Voorvallen met drones

Het recreatieve en professionele gebruik van drones blijft groeien. Om een dronevlucht te maken in het gecontroleerde luchtverkeersgebied van een luchthaven als Schiphol, bijvoorbeeld voor een inspectie of fotografie, moet een dronevlieger een juiste vergunning hebben. Zonder toestemming van de luchtverkeersleiding is vliegen met een drone in het luchtverkeersgebied niet toegestaan. Gebeurt dat wel, dan is er sprake van een luchtruimschending. Dit kan leiden tot gevaarlijke situaties.

Het ABL ontvangt voornamelijk meldingen over drones die zijn waargenomen door een piloot. Deze meldingen gaan vooral over drones boven of vlakbij landingsbanen. En over drones die gezien worden tijdens de landing, start of klimfase van een vliegtuig.

In de onlangs gepubliceerde Staat van Schiphol 2022 van de ILT is ook aandacht besteed aan dit onderwerp. Zie “Luchtruimschendingen hardnekkig en risicovol”.

In 2022 heeft het ABL meldingen over ruim 150 voorvallen met drones ontvangen, zie Figuur 8. Dat is een lichte stijging tegenover eerdere jaren. Het aantal meldingen door beroepsmatige dronegebruikers is juist iets afgenomen. In 2023 maakt het ABL een apart meldformulier beschikbaar voor deze groep. Hierdoor wordt het melden makkelijker.

Gemelde voorvallen met drones

Gemelde voorvallen met drones Figuur 8
Melding door beroepsmatige dronegebruikerMelding vanuit bemande luchtvaartOverig
201819822
2019954
202027396
2021316918
20221111031
ABL, 2018 t/m 2022 Brontabel als csv (156 bytes)

Voorvallen met ordeverstorende passagiers

Overlast door passagiers brengt een risico voor de vliegveiligheid met zich mee. Cabinepersoneel kan hierdoor ernstig worden gehinderd bij het uitvoeren van de gebruikelijke taken. Maatschappijen volgen hun gebruikelijke procedures bij de afhandeling van deze incidenten. Op verzoek van de bemanning wordt de ordeverstorende passagier na landing op de luchthaven opgewacht door de Koninklijke Marechaussee.

In 2022 heeft het ABL meldingen over ongeveer 850 voorvallen met ordeverstorende passagiers (unruly passengers) ontvangen. Het ABL ontvangt geen meldingen over voorvallen met passagiers die al voor het aan boord gaan van het vliegtuig de orde verstoren. Deze voorvallen vallen buiten de meldplicht van de regelgeving 376/2014.

Het aantal meldingen over covid-gerelateerde en zwaardere voorvallen met ordeverstorende passagiers blijkt sinds januari 2022 te zijn afgenomen, zie Figuur 9. Dit terwijl het aantal vliegbewegingen wel substantieel is gestegen. De voor de hand liggende verklaring voor deze afname is de opheffing van veel van de beperkende coronamaatregelen. Als de covid-gerelateerde meldingen buiten beschouwing worden gelaten, is het aantal meldingen in verhouding tot het aantal vliegbewegingen in 2022 iets lager dan in 2019.

De categorie zwaar betekent dat er sprake is van verbale en/of fysieke agressie, waarbij politie of Koninklijke Marechaussee wordt ingeschakeld. Maar ook waarbij de gezagvoerder een Notice of Violation (NOV) afgeeft. Deze passagiers kunnen een bedreiging vormen voor de veiligheid van een vlucht. Meestal is het gevaar indirect. Het (cabine)personeel kan hierdoor bijvoorbeeld de taken niet goed uitvoeren. De gevolgen kunnen ook ernstiger zijn. In uitzonderlijke gevallen wijkt een vliegtuig uit of vliegt dit terug.

Gemelde voorvallen met ordeverstorende passagiers

Gemelde voorvallen met ordeverstorende passagiers Figuur 9
Niet covid-gerelateerd en overigNiet covid-gerelateerd en zwaardere voorvallenCovid-gerelateerd en overigCovid-gerelateerd en zwaardere voorvallen
2018229303
2019351442
2020184218133410
2021183184194429
202229536976111
ABL, 2018 t/m 2022 Brontabel als csv (249 bytes)

Overige activiteiten en ontwikkelingen

Naast het verzamelen en verwerken van de voorvalmeldingen is ABL op verschillende manieren actief in het ophalen en delen van informatie. Zo levert zij een bijdrage aan het verbeteren van de luchtvaartveiligheid.

Het ABL organiseert overleggen met de CA en de GA. Ook organiseert het ABL het zogenaamde ‘casusoverleg’ met sectorpartijen, de overheid en het Openbaar Ministerie. In Europees verband vergadert het ABL 4 keer per jaar in het Network of Analysts, georganiseerd door de Europese Luchtvaartautoriteit EASA, met de analysebureaus van andere lidstaten van de Europese Unie.

Daarnaast levert het ABL een bijdrage aan het toezicht van de ILT op luchtvaartbedrijven en het Nederlands Luchtvaartveiligheidsprogramma (NLVP).

Tot slot is het ABL in 2022 overgegaan naar het nieuwe Europese meldingssysteem ECCAIRS2.

ABL + CA

Het ABL organiseert enkele malen per jaar een overleg met organisaties uit de grote luchtvaart (Commercial Aviation, CA). Dat zijn bijvoorbeeld luchthavens, luchtverkeersleidingsinstanties, luchtvaartmaatschappijen en grondafhandelaren. Ook nemen er vertegenwoordigers vanuit de Vereniging van Nederlandse Verkeersvliegers (VNV) en de Nederlandse Vereniging van Luchtvaarttechnici (NLVT) aan deel.

In deze overleggen worden opvallende ontwikkelingen besproken. Zowel op basis van signalen vanuit het ABL, als vanuit de deelnemende organisaties.

In 2022 is onder andere gesproken over voorvallen met ordeverstorende passagiers, nieuwe regelgeving voor de onbemande luchtvaart en voorvallen met drones. Ook is gesproken over het nieuwe meldingssysteem ECCAIRS2 en het verbeteren van de kwaliteit van meldingen.

Zoals vastgelegd in het convenant Veiligheidsverbetering Schiphol levert het ABL ook periodiek statistiek over het aantal ontvangen meldingen aan het Integral Safety Management System (ISMS) van Schiphol. Die informatie gebruikt het ISMS om de veiligheidsrisico’s op Schiphol te monitoren.

ABL + GA

Het ABL organiseert enkele malen per jaar een overleg met organisaties uit de kleine luchtvaart (General Aviation, GA). Dat zijn bijvoorbeeld de havenmeesters van de kleine luchthavens, vertegenwoordigers van de Koninklijke Nederlandse Vereniging voor Luchtvaart (KNVvL), de Nederlandse tak van de Aircraft Owners and Pilots Association (AOPA-NL) en vliegclubs.

Net als in de overleggen met de CA worden hierin opvallende ontwikkelingen besproken. En is er aandacht voor het stimuleren van de bereidheid om te melden en voor de kwaliteit van de meldingen.

In 2022 is onder andere gesproken over het stijgend aantal luchtruimschendingen die vooral worden veroorzaakt door GA-vliegers. Ook het risico van ‘aircraft proximity’ waarbij 2 vliegtuigen dicht bij elkaar komen stond op de agenda.

De KNVvL heeft het platform melden.vliegveiligheid.nl gelanceerd. Dit is bedoeld voor het maken van een melding over een zweefvliegvoorval. Het platform heeft tot een toename van meldingen van zweefvliegers geleid.

ABL Casusoverleg

Het doel van het ABL is het registreren en verwerken van voorvalmeldingen volgens de Europese verordening 376/2014. Maar ook om te leren de veiligheid in de luchtvaart te verbeteren. Meldingen moeten veilig en zonder consequenties gemaakt kunnen worden. Hiervoor is een cultuur van billijkheid (just culture) belangrijk. Melders moeten beschermd worden tegen civiel- of bestuursrechtelijke sancties, behalve in gevallen van opzettelijk wangedrag of grove nalatigheid.

Als het ABL in een voorvalmelding een vermoeden van opzettelijk wangedrag of grove nalatigheid denkt te herkennen, geeft het ABL dit door aan het Openbaar Ministerie (OM). Daarvoor is de “Aanwijzing opsporing en vervolging bij voorvallen in de burgerluchtvaart” opgesteld. Het OM beslist dan of er verder onderzoek wordt gedaan. Afhankelijk van de uitkomsten kan er een sanctie worden opgelegd.

Om het begrip van elkaars verantwoordelijkheden en het onderlinge vertrouwen in stand de houden, stemmen de sectorpartijen, overheid en Openbaar Ministerie regelmatig met elkaar af. Die afstemming vindt plaats in het Casusoverleg aan de hand van voorvalmeldingen die als voorbeeld worden gebruikt.

In de afgelopen jaren heeft het ABL 1 à 2 van de ongeveer 20.000 meldingen per jaar doorgezet naar het OM. In een enkel geval heeft dit geleid tot een sanctie door het OM.

Hoe moet u een voorval melden?

Het ABL heeft samen met de Onderzoeksraad voor Veiligheid (OVV) een flowchart gemaakt. Die verduidelijkt aan welke instantie u een voorval moet melden. Zie ook de pagina: "Voorvallen luchtvaart". 

Risicogestuurd toezicht en Staat van Schiphol

De informatie die het ABL uit de voorvalmeldingen haalt, wordt ook gedeeld met de inspecteurs van de ILT. Op basis van deze informatie kunnen de inspecteurs het toezicht op luchtvaartbedrijven meer risicogericht uitvoeren. Het ABL levert een speciale bijdrage aan de Staat van Schiphol. De informatie over voorvalmeldingen in de Staat van Schiphol en het bijbehorende dashboard Cijfers Veilig en Duurzaam Schiphol wordt door het ABL verzameld en geanalyseerd.

Nederlands Luchtvaartveiligheidsprogramma

Met het Nederlands Luchtvaartveiligheidsprogramma (NLVP) wil Nederland de luchtvaartveiligheid continu blijven verbeteren door het kennen van de grootste nationale risico’s en deze te beheersen tot een acceptabel niveau. Het ABL speelt hierin een belangrijke rol. In 2022 heeft het ABL bijgedragen aan de activiteiten binnen het NLVP om vanuit de voorvalmeldingen risico’s te signaleren.

Overgang naar nieuw Europees meldingssysteem ECCAIRS2

In 2022 is het ABL overgestapt naar het nieuwe meldingssysteem ECCAIRS2. Dit is een modern systeem gebaseerd op webtechnologie, dat ontwikkeld is in opdracht van EASA. Dit zorgt voor een betere manier om voorvalmeldingen te verzamelen en informatie te delen met partijen, zoals de Onderzoeksraad voor Veiligheid (OVV). Het ABL is lid van het ECCAIRS Steering Board om bij te dragen aan de ontwikkeling van het systeem.

Inmiddels geven zo’n 35 organisaties hun meldingen door aan het ABL direct via ECCAIRS2.

Performance Assessment door Baines Simmons

Vanuit het convenant “Veiligheidsverbetering Schiphol: Ontwikkeling integraal veiligheidsmanagementsysteem Schiphol en Analysebureau Luchtvaartvoorvallen” is er ingezet op verdere verbetering in de uitvoering van de taken van het ABL. In de overeenkomst staat dat het bureau Baines Simmons jaarlijks een Performance Assessment uitvoert op het ABL. Het 3e Performance Assessment is uitgevoerd in november 2022. Baines Simmons stelt dan vast in hoeverre het veiligheidsmanagementsysteem van het ABL aanwezig (PRESENT), geschikt (SUITABLE), werkend (OPERATING) of effectief (EFFECTIVE) is.

Het ABL is in 2022 als ‘High SUITABLE’ beoordeeld. Er is een verbetering te zien tegenover de vorige beoordelingen in 2019 en 2020. De kerntaak van het ABL, het behandelen van voorvalmeldingen, blijft op het niveau OPERATING. Bovendien stelt Baines Simmons vast dat het ABL zich voortdurend verbetert op belangrijke gebieden. Zoals bemensing, just culture, veiligheidspromotie en contacten met sectorpartijen. Om het inschatten van veiligheidsrisico’s te verbeteren, werkt het ABL aan de implementatie van het European Risk Classification Scheme (ERCS).

EASA Network of Analysts

Het ABL neemt deel in het Network of Analysts (NoA) van de European Union Aviation Safety Agency (EASA). Het NoA is een groep van analisten op het gebied van luchtvaartveiligheid uit de verschillende Europese lidstaten. Het NoA biedt EASA en de lidstaten ondersteuning. Onder andere bij het verzamelen en analyseren van gegevens over de veiligheid van de luchtvaart en het identificeren van trends en potentiële risico’s. Maar ook bij het ontwikkelen van maatregelen om deze risico’s te beperken. Bovendien speelt dit een rol bij het delen van veiligheidsinformatie tussen verschillende belanghebbenden in de Europese luchtvaartsector.

In 2022 is er vanuit EASA uitgebreide informatie beschikbaar gesteld. Deze informatie gaat over de risico’s tijdens het opvoeren van luchtvaartactiviteiten na de coronaperiode. Het NoA droeg hieraan bij. De snelle groeivan het vliegverkeer na de coronaperiode kan leiden tot verschillende risico’s. Bijvoorbeeld op het gebied van infrastructuur, materiaal en training. Maar ook voor menselijke factoren zoals stress, passagiers- en bagageafhandeling, onderhoud van vliegtuigen en veiligheidscontroles. Al deze risico’s en aanbevelingen om met deze risico’s om te gaan zijn door EASA beschreven in de Risks Emerging During Ramp-up of Aviation Activities. De Europese lidstaten hebben actief aan deze aanbevelingen bijgedragen.

EASA Data4Safety

EASA is enkele jaren geleden begonnen met het Data4Safety programma. Het doel van het programma is om veiligheidsrisico’s op Europees niveau te identificeren en te beperken. Dit wordt gedaan door het verzamelen van grote hoeveelheden data. En, even belangrijk, de capaciteit van alle Europese luchtvaartveiligheidspartners om de informatie te analyseren en te organiseren. Het is een uniek samenwerkingsprogramma dat de EU-lidstaten en de industrie de kans geeft om hun krachten samen te brengen.

Na een “Proof-of-Concept”-fase is in 2022 de ontwikkelingsfase van start gegaan. In deze fase wordt het aantal lidstaten en luchtvaartorganisaties dat meewerkt uitgebreid. Ook Nederland heeft zich aangemeld. Voor Nederland en het ABL zit er ook veel meerwaarde in het gebruiken van meer en diversere informatie.

Representaties ABL

In maart 2022 nam het ABL deel aan de Season Opener. Dit was georganiseerd op initiatief van EASA. Met als doel om in alle lidstaten veiligheid aan het begin van het seizoen op de agenda te zetten. De Season Opener werd gefaciliteerd door de KNVvL.

In september 2022 organiseerde het Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat de Netwerkdag Luchtvaartveiligheid. Deze stond geheel in het teken van het Nationaal Luchtvaartveiligheidsprogramma (NLVP). Het ABL gaf daar een presentatie over het meldingsproces en de samenwerking met sectorpartijen. In november 2022 gaf het ABL een presentatie bij de Twentse Motorvliegclub. Dit ging over het nut en de noodzaak van veilig melden. Ook deelde het ABL hoe zij meldingen verwerkt en informatie deelt met de sector en de inspecteurs.

Achtergrond: ontwikkeling vliegbewegingen

Het aantal voorvallen hangt onder andere af van het aantal vliegbewegingen en het veiligheidsbewustzijn. Het aantal daadwerkelijke meldingen aan het ABL is direct gerelateerd aan de meldingsbereidheid.

In 2022 zijn de aantallen vliegbewegingen weer bijna terug op het niveau van voor de coronacrisis. Op basis van de beschikbare cijfers van het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) was het aantal bewegingen op de luchthavens van nationaal belang in 2022 ruim 600.000. Hieronder vallen de luchthavens: Amsterdam Schiphol, Groningen Eelde, Eindhoven, Maastricht en Rotterdam. In 2021 was dit aantal bewegingen ruim 420.000. In 2019, voor de coronacrisis, was het ongeveer 655.000.

Het aantal bewegingen op de kleine luchthavens was in 2022 ongeveer 397.000. In 2021 was dat ongeveer 369.000. De grafiek in Figuur 10 laat de aantallen zien per jaar. De grafiek in Figuur 11 laat de aantallen zien per maand.

Aantal vliegbewegingen per soort luchthaven

Aantal vliegbewegingen per soort luchthaven Figuur 10
Alle luchthavens van nationaal belangAlle kleine luchthavens
2018656854358595
2019655572348987
2020349837328701
2021424288369992
2022600427397116
Brontabel als csv (164 bytes)

Aantal vliegbewegingen per maand per soort luchthaven

Aantal vliegbewegingen per maand per soort luchthaven Figuur 11
Alle luchthavens van nationaal belangAlle kleine luchthavens
2018 jan4690915780
2018 feb4637424331
2018 maa5260425687
2018 apr5610234714
2018 mei5997740285
2018 jun5850536395
2018 jul6090638673
2018 aug6023638302
2018 sep5870736294
2018 okt5982332963
2018 nov4946721842
2018 dec4724413329
2019 jan4703916035
2019 feb4553624362
2019 maa5170423033
2019 apr5639036352
2019 mei6048437329
2019 jun5867236689
2019 jul6023036752
2019 aug5985440980
2019 sep5915832242
2019 okt5953528310
2019 nov4881420723
2019 dec4815616180
2020 jan4691915909
2020 feb4503515298
2020 maa3480421076
2020 apr808413136
2020 mei1317832146
2020 jun1872237685
2020 jul3066540842
2020 aug3753838730
2020 sep3600441670
2020 okt3145330804
2020 nov2512229403
2020 dec2231312002
2021 jan1960010086
2021 feb1599812955
2021 maa2516032637
2021 apr2692138610
2021 mei2888635031
2021 jun3483544577
2021 jul4505640820
2021 aug4966243947
2021 sep4849743539
2021 okt4737931739
2021 nov4164122545
2021 dec4065313506
2022 jan3717616031
2022 feb3623819620
2022 maa4881240890
2022 apr5064737243
2022 mei5754342909
2022 jun5786443423
2022 jul5702342651
2022 aug5834846081
2022 sep5631333927
2022 okt5477835862
2022 nov4364723337
2022 dec4203815142
Brontabel als csv (1 kB)