Jaarverslag Spoorwegveiligheid 2017

De veiligheid van het Nederlandse spoor in 2017 is hoog. Het verminderen van het aantal overwegen kan nog winst opleveren voor de veiligheid met kruisend verkeer en ‘spoorlopers’ tegen gaan. Daarnaast moet het negeren van seinen door machinisten omlaag.
Dat schrijft de Inspectie Leefomgeving en Transport (ILT) in het Jaarverslag Spoorwegveiligheid 2017. Staatssecretaris Van Veldhoven (IenW) heeft het jaarverslag naar de Tweede Kamer gestuurd.

Overwegen

Nederland heeft een intensief bereden spoorwegnet met veel (bijna 2.500) overwegen. Niet alleen vormen overwegen risico’s voor het wegverkeer, maar ook bieden ze onbevoegden (‘spoorlopers’) toegang tot het spoor. Het verminderen van het aantal overwegen biedt het meeste perspectief voor de veiligheid. De afgelopen jaren zijn er al overwegen opgeheven, in 2017 nog eens 17. Maar er zijn meer inspanningen nodig bij het beveiligen van overblijvende overwegen, als Nederland op het gebied van spoorveiligheid in de top 5 van Europa wil komen (nu staat Nederland op 6). 

Seinen

Het aantal keren dat een machinist een sein negeert (105 keer), is in 2017 iets gestegen. Dat aantal is al jaren ongeveer stabiel. Het aantal keren dat daarna een gevaarlijk punt zoals een wissel werd gepasseerd, is wel iets gedaald. Het totale aantal kan omlaag als de spoorbedrijven meer aandacht geven aan de vakbekwaamheid van hun machinisten. Dat speelt vooral als op een bepaald traject een nieuw spoorbedrijf het vervoer overneemt van de vorige vervoerder, of als bedrijven nieuwe opdrachten binnenhalen en daarvoor onder tijdsdruk nieuwe machinisten moeten werven, inwerken en opleiden. Daarnaast kunnen technische hulpmiddelen zoals automatische treinbeïnvloeding (ATB, verbeterde versie) en introductie van het waarschuwingssysteem ORBIT helpen het negeren van seinen te voorkomen.

Cijfers

In het jaarverslag meldt de ILT verschillende cijfers over de veiligheid van het spoor. Een greep daaruit:

  • In 2017 zijn er twaalf dodelijke slachtoffers gevallen (suïcides niet meegerekend); de helft op een overweg, drie langs het spoor.
  • Er waren één ernstige en zes lichtere botsingen tussen twee treinen.
  • Bijna 700 keer botste een trein op een obstakel. Twee keer leidde dat tot forse schade en stremming.
  • Op de stations vonden zo’n 750 geregistreerde ongevallen plaats, zoals een val van de (rol)trap, een val van het perron of bij het in-/uitstappen. Er vielen één zwaargewonde en bijna 400 lichtgewonden.
  • De ILT heeft 75 inspecties uitgevoerd op plaatsen waar aan het spoor gewerkt werd. In 28 (37%) gevallen waren er tekortkomingen. Daarnaast kwamen er 39 meldingen binnen over gevaarlijke werksituaties van baanwerkers.
  • Om risico’s met gevaarlijke stoffen te voorkomen, heeft de ILT 700 tankwagens gecontroleerd; 22 keer was er sprake van minieme lekkage (‘druppellekkage’).