Voorschriften voor het opleggen van vissersvaartuigen

Dit document gaat in op de procedure voor het aanmelden voor uw vissersvaartuig voor de oplegregeling en de voorwaarden waaronder dit plaatsvindt. Deze instructie en voorschriften zijn ondersteunend aan het tijdelijk opleggen van vissersvaartuigen tot 75 meter (L’69) onder ILT Klasse. Voor deze voorschriften heeft ItoRO no.23 als leidraad gediend.

Instructie oplegregeling

Algemeen

  1. De scheepseigenaar stelt de ILT schriftelijk op de hoogte door een ‘aanvraag tot opleggen’ in te dienen voordat het schip wordt opgelegd. Op het meldformulier “Melden Wijziging Vissersvaartuig” onder punt: “Wilt u nog een andere wijziging doorgeven?” geeft u “Ja” aan.
    Onder “Geef een toelichting op de andere wijziging die u wilt melden” geeft u in het tekstvak aan dat u de oplegregeling wilt aanvragen en vermeldt u de geschatte oplegtermijn.
  2. Bij uitblijven van een schriftelijke aanvraag gaat de ILT ervan uit dat het schip op normale wijze operationeel is en als zodanig ook onder volledig toezicht en certificering van de ILT blijft.
  3. Opleggen van een schip zonder schriftelijke melding en bevestiging van de ILT betekent dat het schip onder toezicht blijft staan van handhavende instanties die toezien op de operationele status van het schip.
  4. De scheepseigenaar geeft een indicatie van de voorgenomen duur van de oplegperiode, als die bekend is, met de maximale duur van 1 jaar.
  5. De scheepseigenaar heeft een werkwijze beschikbaar om het schip veilig en verantwoord op te leggen waar afspraken met verzekeringen, havenautoriteiten en andere betrokken partijen deel van uitmaken.
  6. De scheepseigenaar voldoet volledig aan de voorwaarden van en afspraken met de ILT.

Inspecties en certificeringen

  1. Geldige certificeringen zijn noodzakelijk als het schip operationeel is. Het is aan de scheepseigenaar om deze certificeringen geldig te houden of te laten verlopen gedurende de oplegperiode. Het is toegestaan certificeringen gedurende de oplegperiode te laten verlopen.
  2. Als tijdens het opleggen de staat van het schip zodanig verandert dat een (her)certificering in gevaar kan komen, brengt de scheepseigenaar de ILT daarvan op de hoogte.
  3. Periodieke inspecties van veiligheidsmiddelen mogen verlopen gedurende de oplegperiode.
  4. Periodieke inspecties van radio- en/of GMDSS-apparatuur mogen verlopen gedurende de oplegperiode.
  5. Periodieke inspecties van de vaste brandblusinstallatie en brandblusmiddelen mogen niet verlopen gedurende de oplegperiode.

Eisen van algemene aard voor opleggen van het schip

  1. Het schip is te allen tijde veilig gemeerd.
  2. Er zijn maatregelen genomen om ongeautoriseerde toegang tot het schip te voorkomen.
  3. Met regelmatige intervallen wordt visueel de toestand van het gehele schip gecontroleerd.
  4. Bilges moeten vrij zijn van verontreiniging.
  5. De controles worden vastgelegd in een logboek (of het journaal).
  6. Mocht zich een incident voordoen op/met het schip, dan dient u hier op doeltreffende wijze op te reageren.
  7. De havenautoriteit is op de hoogte gebracht van de status van het schip als zijnde een opgelegd schip.

Minimale technische eisen voor het opleggen van het schip

  1. De EPIRB moet veiliggesteld zijn tegen vandalisme, diefstal of ongewilde activering.
  2. Alle overboord-afsluiters moeten worden gesloten en als zodanig duidelijk worden gemarkeerd.
  3. Brandstofafsluiters moeten worden gesloten zo dicht mogelijk bij de brandstoftanks en duidelijk als zodanig worden gemarkeerd.
  4. Controleruimtes en andere kritische ruimtes zoals die van de vaste brandblusinstallatie moeten worden gesloten zodanig dat van buiten zichtbaar is als ze open zijn geweest (sealen).

Terug operationeel maken van het schip

Als de oplegperiode ten einde is en het schip terug in de vaart gaat, moet er een inspectie aangevraagd worden. Het abonnement wordt weer gestart en gefactureerd, als dit was beëindigd.

Abonnementsysteem van de ILT

De ILT maakt gebruik van een abonnementsysteem voor facturering van kosten voor het uitvoeren van inspecties, keuren van tekeningen en afgifte van certificaten. De periode van het abonnement is telkens 1 jaar en wordt stilzwijgend met een jaar verlengd en gefactureerd. Wanneer een schip wordt opgelegd, kan het abonnement op verzoek van de eigenaar worden beëindigd (zonder restitutie). De ILT voert dan geen inspecties uit, de certificaten blijven geldig tot de einddatum of datum van visering.