Tijdelijke uitvoeringslijn PFAS en EVOA
De tijdelijke richtlijnen van de Inspectie Leefomgeving en Transport (ILT) voor het transport van grond, baggerspecie, zuiveringsslib en afvalstoffen van producenten en bedrijfsmatige gebruikers van poly- en perfluoralkylstoffen (PFAS).
Voor het grensoverschrijdend transport van afvalstoffen is de Europese Verordening voor de Overbrenging van Afvalstoffen (EVOA) van toepassing. De ILT is hiervoor het bevoegd gezag. Met het oog op duidelijkheid en transparantie voor betrokken marktpartijen en autoriteiten, hanteert de ILT sinds 2021 onderstaande tijdelijke uitvoeringslijn voor grensoverschrijdende afvaltransporten die (mogelijk) PFAS-houdend zijn. De uitvoeringslijn is afgestemd met de minister voor Milieu en Wonen.
Voor andere PFAS-houdende afvalstoffen zijn nog geen definitieve richtlijnen vastgesteld.
Tijdelijke uitvoeringslijn EVOA en PFAS
Het hoofddoel van de EVOA is de bescherming van het milieu. De pijlers van de EVOA zijn transparantie en inzicht in de samenhang tussen de herkomst, de samenstelling en de voorgestelde doelmatige verwerking van afvalstoffen die getransporteerd worden.
Welke stoffen zijn PFAS-verdacht (herkomst)
- Afvalstoffen te weten: grond, baggerspecie en zuiveringsslib, alsmede afvalstoffen afkomstig van primaire producenten en bedrijfsmatige gebruikers van PFAS worden door de ILT als PFAS-verdacht beschouwd.
- Alle overige afvalstoffen beschouwt de ILT als niet PFAS-verdacht, tenzij uit de documentatie en informatie bij de kennisgeving blijkt dat de ontdoener weet (of kon weten) dat er PFAS in zit. Het is de verantwoordelijkheid van de kennisgever om de ILT in de informatie en documentatie behorende bij de kennisgeving hiervan op de hoogte te brengen. Voorbeeld hiervan is een kennisgeving voor afvoer van opgevangen bluswater.
Analyse samenstelling meesturen
Voor PFAS-verdachte afvalstoffen moet de aanvrager een analyse op PFAS bij de kennisgeving meesturen. Voor grond en baggerspecie is informatie over het te analyseren stoffenpakket voor PFAS te vinden op Informatiepunt Leefomgeving. Voor de overige PFAS-verdachte afvalstromen is nog niet duidelijk op welke wijze de PFAS-analyse moet worden uitgevoerd. Vooralsnog accepteert de ILT daarom de door de aanvrager aangeleverde gegevens.
Doelmatige verwerking
Voor de doelmatige verwerking van afvalstoffen in Nederland wordt altijd om advies gevraagd aan het lokale bevoegde gezag. In het buitenland besluit de bevoegde autoriteit over de vraag of sprake is van een doelmatige verwerking van de afvalstoffen.
Kruisbesmetting tijdens transport voorkomen
Op grond van signalen uit de praktijk blijkt, dat bij een transport van PFAS-houdende afvalstoffen het risico aanwezig is van kruisbesmetting. Dit betekent dat PFAS zich verder en ongecontroleerd kan verspreiden door het (verdere) gebruik van hetzelfde transportmiddel. Het is de verantwoordelijkheid van de kennisgever om dit risico te allen tijde te voorkomen.