Toezicht op industriële installaties
Asbesthoudende vezels kunnen vrijkomen als asbesthoudende toepassingen beschadigd zijn. Of als installaties waarin asbesthoudende producten zijn verwerkt uit elkaar worden gehaald voor bijvoorbeeld onderhoud of revisie. Is er een kans dat er asbesthoudende vezels kunnen vrijkomen? Dan zijn er regels waaraan u zich moet houden. Diverse organisaties houden hier toezicht op en handhaven de regelgeving.
Samenwerking tussen handhavende organisaties
Meerdere organisaties voeren toezicht uit:
- De gemeente inspecteert bouwwerken.
- De Nederlandse Arbeidsinspectie kijkt naar de arbeidsomstandigheden.
- De Inspectie Leefomgeving en Transport (ILT) inspecteert objecten, waaronder treinen schepen en industriële procesinstallaties, en producten. De ILT bewaakt daarbij de milieuaspecten.
- De Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit (NVWA) voor onder andere voedselveiligheid en cosmetica.
Als tijdens een inspectie in het bedrijf blijkt dat er een (vermoedelijk) risicovolle situatie is die niet binnen de bevoegdheden van de ILT valt, dan wordt het betreffende bevoegde gezag ingeschakeld.
Bijvoorbeeld bij de aanwezigheid van gebroken of beschadigde asbesthoudende producten, die op het moment van de ILT-inspectie niet verwijderd worden. Deze producten kunnen risico’s opleveren voor de medewerkers. In dat geval wordt de Nederlandse Arbeidsinspectie geïnformeerd. Maar ook bijvoorbeeld voor de voedselveiligheid. Dan wordt de NVWA ingelicht.
Inspectie door de ILT
Tijdens de inspectie gaat de ILT na of het betrokken bedrijf weet dat er mogelijk asbestproducten verwerkt zijn in zijn oudere installaties, en of het bedrijf op de hoogte is van de asbestregelgeving. Is dit het geval? Dan wil de ILT weten wat het bedrijf doet om te voorkomen dat mens en milieu worden blootgesteld aan asbestvezels.
Op basis van een overzicht van de installaties en de onderhoudslogboeken gaat de ILT na of onderhoudswerkzaamheden aan de installaties volgens het Asbestverwijderingsbesluit zijn of worden uitgevoerd.
Focuspunten inspectie
Voorbeelden van vragen die de ILT tijdens een inspectie kan stellen:
- Beschikt het bedrijf bij het uit elkaar nemen (bijvoorbeeld bij onderhoud of renovatie) van een installatie, gebouwd vóór 1994, over een asbestinventarisatierapport voor die installatie, dat is opgesteld door een daarvoor gecertificeerd inventarisatiebureau dat voldoet aan het certificatieschema voor procescertificaten asbestinventarisatie (voorheen SC 540)?
- Werden/worden werkzaamheden die risico geven op blootstelling aan grotere hoeveelheden asbestvezels (risicoklasse 2 en 2A) uitgevoerd door een daarvoor gecertificeerd bedrijf dat voldoet aan het certificatieschema voor procescertificaten asbestverwijdering (voorheen SC 530)?
- Wordt eerst het asbest verwijderd voordat andere werkzaamheden aan de installatie worden verricht?
- Worden asbesthoudende producten op voorraad gehouden om bijvoorbeeld te worden gebruikt als reserveonderdeel voor de industriële installatie of installaties?
Onderdelen van de inspectie
De inspectie bestaat uit 3 onderdelen:
- Interview met de contactpersoon of contactpersonen van het bedrijf;
- Rondgang door de productiehallen, de onderhoudswerkplaats en het onderdelenmagazijn;
- Inzage in de onderhoudsadministratie en andere relevante documenten.
Tijdens een rondgang door het bedrijf gaat de inspecteur na of op dat moment inderdaad asbestgerelateerde werkzaamheden aan installaties worden uitgevoerd. En of er machines of installaties zijn die gezien hun leeftijd en gebruikstoepassingen als asbestverdacht aangemerkt moeten worden.
Door de onderhoudslogboeken in te zien, kan de inspecteur nagaan of in het verleden misschien asbestgerelateerde activiteiten hebben plaatsgevonden. Daarbij kijkt de ILT ook of een (toereikende) asbestinventarisatie is uitgevoerd. Tot slot gaat de inspecteur na of er asbesthoudende reserveonderdelen in het onderhoudsmagazijn aanwezig zijn.
Aan het eind van de inspectie bespreekt de inspecteur zijn bevindingen met de contactpersoon. Daarna stelt de inspecteur een rapport en een brief op die aan de directie van het bedrijf wordt gestuurd.
Handhaving door de ILT
Als de situatie bij een bedrijf daartoe aanleiding geeft kan de ILT handhavend optreden. Daarbij kan de inspecteur bijvoorbeeld een waarschuwing geven of een last onder dwangsom opleggen. In het uiterste geval kan hij een proces verbaal opmaken en sturen aan het Openbaar Ministerie. Het Openbaar Ministerie kan er vervolgens voor kiezen om strafrechtelijk te vervolgen.
Wat gaat goed?
De meeste bedrijven weten dat asbestvezels gevaarlijk zijn voor de gezondheid. Hierdoor staat men open voor wijzigingen die als gevolg van de geconstateerde tekortkomingen moeten worden doorgevoerd en treffen de bedrijven vaak direct voorzieningen om de risico’s te verminderen.
Wat kan beter?
- Het bewustzijn dat nog steeds asbesthoudende toepassingen in industriële installaties aanwezig kunnen zijn, moet groter worden.
- De kennis van de asbestregelgeving moet worden verbeterd.
Wet- en regelgeving
Tijdens de inspectie focust de ILT op de volgende besluiten en hun belangrijkste bepalingen:
Asbestverwijderingsbesluit 2005
Artikel 3: Verplichting voor de eigenaar tot het hebben van een inventarisatierapport, opgesteld door een SC-540 gecertificeerd bedrijf, als deze van plan is een of meerdere objecten uit elkaar te (laten) nemen, te (laten) slopen of asbest te (laten) verwijderen.
Artikel 4: In dit artikel is een aantal uitzonderingen aangegeven waarbij geen inventarisatierapport hoeft te worden opgesteld. Hierin is onder andere opgenomen dat objecten gebouwd na 1 januari 1994 niet geïnventariseerd hoeven te worden.
Artikel 5: De opdrachtgever van de asbestverwijderingswerkzaamheden is verplicht een kopie van het asbestinventarisatierapport te verstrekken aan degene die de werkzaamheden daadwerkelijk uitvoert.
Artikel 6: Asbest, dat is ingedeeld in risicoklasse 2 of 2A mag alleen worden verwijderd door een daartoe SC-530 gecertificeerd bedrijf. De risicoklasse wordt bepaald in het inventarisatierapport en hangt samen met de kans op het vrijkomen van bepaalde hoeveelheden vezels. Hoe meer vezels vrij kunnen komen des te hoger de risicoklasse.
Artikel 9: Na de asbestverwijdering dient eerst een eindbeoordeling plaats te vinden, voordat overige werkzaamheden verricht mogen worden.
Asbestverwijderingsbesluit 2005
Productenbesluit asbest
Artikel 4: Het is verboden asbest of asbesthoudende producten te vervaardigen, in Nederland in te voeren, voorhanden te hebben, aan een ander ter beschikking te stellen (verkopen of geven), toe te passen of te bewerken (breken, hakken, schuren, zagen).
Naast de hierboven aangegeven regelgeving stelt ook Hoofdstuk 4 afdeling 5 van het Arbeidsomstandighedenbesluit regels aan het werken met asbest. Een aantal bepalingen uit het Asbestverwijderingsbesluit komen terug in dit besluit. Het toezicht hierop gebeurt door de Inspectie SZW.
Besluit asbestwegen
In het verleden zijn wegen, paden en erven soms verhard met asbest of asbesthoudend puin. We spreken dan van een asbesthoudende weg. Dit kunnen wegen zijn van bedrijven of overheidsinstellingen. Maar ook privépersonen kunnen eigenaar zijn van een asbesthoudend erf of een asbesthoudende weg.
Heeft u een asbesthoudende weg? Dan moet u dit direct melden bij de ILT. Het is verboden een asbesthoudende weg te hebben. Deze overtreding zo snel mogelijk beëindigd worden. Meestal moet dan de puinlaag uitgegraven worden en afgevoerd.
Is via een bodemonderzoeksrapport aangetoond dat de weg minder asbest bevat dan 100 mg per kg? Dan is er geen sprake van een overtreding en hoeft de puinlaag niet te worden verwijderd.
Als aangetoond is dat de asbesthoudende puinlaag al voor 1 juli 1993 is aangebracht, mag de puinlaag in een beperkt aantal gevallen ook worden afgedekt met een harde deklaag (asfalt, beton, klinkers) of een laag grond, puingranulaat of zand van tenminste 20 cm. De puinlaag hoeft dan niet te worden verwijderd. In dat geval heeft u wel een onderhoudsverplichting om de afdeklaag in goede conditie te houden.