Ziekenhuisafval
De Inspectie Leefomgeving en Transport (ILT) voert administratiecontroles uit bij ziekenhuizen en klinieken, op de naleving van de Wet vervoer gevaarlijke stoffen. Deze inspecties zijn gericht op het (aanbieden voor) transport van medisch of ziekenhuisafval en diagnostische monsters.
Het ziekenhuis is verantwoordelijk om na te gaan onder welk UN-nummer de stof ingedeeld moet worden.
Ziekenhuis- of medisch afval, dat infectueuze stoffen van de categorie A bevat, moet al naar gelang in UN nummer 2814 of 2900 worden ingedeeld.
Die indeling moet plaats vinden op basis van de bekende anamnese en symptomen bij zieke mensen of dieren, de plaatselijke, endemische omstandigheden of het oordeel van een specialist met betrekking tot de individuele toestand van de zieke mensen of dieren. De indelingseisen staan omschreven in hoofdstuk 2.2.62 van het ADR.
Verpakkingen
Ziekenhuisafval moet op de juiste wijze worden verpakt voordat dit voor vervoer mag worden aangeboden. De eisen waaraan de verpakking moet voldoen staan omschreven in de verpakkingsinstructies van het ADR. Een van die eisen is bijvoorbeeld dat er bij vloeibaar afval voldoende absorberend materiaal wordt toegevoegd. Voor UN-nummers 2814 en 2900 geldt de verpakkingsinstructie P620. Voor UN-nummer 3291 is dat verpakkingsinstructie P621.
Veiligheidsadviseur
Ziekenhuisafval dat wordt ingedeeld onder UN3291 valt onder vervoerscategorie 2. Dat betekent dat als er meer dan 333kg afval wordt aangeboden, het ziekenhuis een veiligheidsadviseur moet hebben aangesteld. Voor afval dat wordt ingedeeld onder UN2814 of UN2900 geldt dat het ziekenhuis altijd een veiligheidsadviseur moet hebben aangesteld.
Ontsmet ziekenhuis- en medisch afval
Op ontsmet ziekenhuis- of medisch afval, dat voorheen infectueuze stoffen heeft bevat, zijn de voorschriften van het ADR niet van toepassing, tenzij dat het voldoet aan de criteria voor de indeling in een andere klasse.