Vaste bulkladingen (IMSBC-code)
In de International Maritime Solid Bulk Cargoes code (IMSBC-code) van de International Maritime Organization (IMO) staat hoe vaste bulkladingen vervoerd moeten worden. Dit is onderdeel van het Internationaal Verdrag voor de veiligheid van mensenlevens op zee (International Convention for the Safety of Life at Sea, SOLAS). De regels staan in hoofdstuk VI (vervoer van ladingen) en hoofdstuk VII (vervoer van gevaarlijke stoffen). De IMSBC-code geldt ook voor zeeschepen kleiner dan 500 Gross Tonnage.
Let op: Het vervoer van graan staat niet in de IMSBC-code. Dit is geregeld in de International Code for the Safe Carriage of Grain in Bulk (Grain Code).
Indelingsgroepen IMSBC-code
In de IMSBC-code zijn ladingen onderverdeeld in 4 groepen. Dit is op basis van hun gevaarseigenschappen.
- Groep A: ladingen die vloeibaar kunnen worden wanneer zij worden verscheept bij een vochtgehalte dat hoger is dan hun maximaal toelaatbaar vochtgehalte. Bijvoorbeeld: water en olie die kunnen zorgen voor verpappende of verschuivende lading.
- Groep B: ladingen die een chemische gevaarseigenschap bezitten. Hierdoor kan aan boord van een schip een gevaarlijke situatie ontstaan. Bijvoorbeeld zelfopwarming, stofexplosie, toxiciteit en zuurstofonttrekking uit het ruim.
- Groep A&B: ladingen die een combinatie van beide gevaren bezitten.
- Groep C: ladingen die niet bij groep A of B horen.
Onderverdeling ladingen Groep B
De ladingen in Groep B zijn verder onderverdeeld in:
- IMDG-code geclassificeerde gevaarlijke stoffen die geen extra gevaren opleveren als ze in bulk vervoerd worden.
- ‘Materials hazardous only in bulk’ (MHB). Dit zijn producten die chemische gevaren kunnen opleveren bij vervoer in bulk. Het gaat hierbij om andere gevaren dan die in de IMDG-code staan.
- In de IMDG-code geclassificeerde gevaarlijke stoffen die ook extra MHB gevaren kunnen opleveren.
In Appendix 1 van de IMSBC-code staat van iedere, bekende, vaste bulklading een overzicht van specifieke kenmerken, gevaren, stuwage en segregatie, bijzondere vereisten en voorzorgsmaatregelen.
Certificaatplicht
De IMSBC-code bepaalt dat bij sommige stoffen een certificaat van testen nodig is. Deze stoffen worden getest en gecertificeerd in door Nederland aangewezen laboratoria. Welke dit zijn, staat in het overzicht van erkende organisaties. In de Regeling erkende instanties vervoer gevaarlijke stoffen leest u meer over deze erkende instanties.
In Appendix 2 van de IMSBC-code staat welke testen er zijn. Of een product getest moet worden, ligt aan de groep waarbij het hoort. Ook kan er in de vervoerscondities van het product staan wanneer en waarop het product getest moet worden.
Soms kunnen de door Nederland erkende laboratoria niet voldoen aan de eisen van de IMSBC-code. Alleen in dat geval geldt het volgende:
- Wordt de stof direct vanuit het land van oorsprong naar het land van bestemming vervoerd? Dan worden tests die in het land van oorsprong zijn gedaan erkend. Het laboratorium moet wel erkend zijn door de ‘competent authority’ van dat land. Er moet een bewijs zijn van deze erkenning.
- Wordt het vervoer voor overslag of lossen onderbroken in Nederland, maar wel hervat in een nieuwe vervoersbeweging? Dan worden tests die in een andere EU-lidstaat zijn gedaan erkend. Het laboratorium moet wel erkend zijn door de ‘competent authority’ van dat land. Er moet een bewijs zijn van deze erkenning.
- Start het vervoer in Nederland? Dan geldt sub 2.
Overzicht ladingeisen
Wordt een vaste bulklading specifiek genoemd in Appendix 1 van de IMSBC-code? Dan zijn voor deze lading de voorschriften van hoofdstuk 1 tot en met 10 en paragraaf 11.1.1 van de IMSBC-code van toepassing. Ook gelden de voorschriften van het desbetreffende schema (Appendix 1). In dit schema staan onder andere: specifieke kenmerken, gevaren en bijzondere vereisten op het gebied van stuwage en segregatie, de reinigingstoestand van het ruim, voorzorgsmaatregelen met betrekking tot het weer, belading, voorzorgsmaatregelen, ventilatie, vervoer, lossen en (als het gaat om een groep B lading) noodprocedures.
Afvalstoffen
Een vaste bulklading kan ook een afvalstof zijn. Bij grensoverschrijdend vervoer door een gecertificeerd zeeschip moet dan een EVOA-verklaring aanwezig zijn. Deze verklaring moet gemaakt worden voordat het transport begint.
Let op: De EVOA-verklaring is iets anders dan het akkoord om de vaste bulklading te mogen vervoeren. U mag een product alleen in vaste bulklading vervoeren als het product in Appendix 1 van de IMSBC-code staat. Is dit niet het geval? Dan heeft u een overeenkomst met het exporterende land nodig.
De overeenkomst voor vervoer
Vaste bulkladingen mogen alleen per zeeschip vervoerd worden als ze in de IMSBC-code staan. Staat een stof hier nog niet in en valt de stof in groep A, B of in A&B? Dan moet de producent of verscheper (dit is de ladingeigenaar) van de stof een tijdelijke overeenkomst sluiten. Dit heet een 'Tripartite Provisional Agreement (TPA)’.
U vraagt een tripartite overeenkomst aan bij de maritieme autoriteit van het land vanwaar geladen wordt. In Nederland is dit de Inspectie Leefomgeving en Transport (ILT).
Let op: Bij een groep C lading gaat het niet om een tripartite overeenkomst, maar om een zogenaamde 'notificatie', die u ook bij de autoriteit van het exporterende land kunt verkrijgen. Ook hiervoor moet de ladingeigenaar contact opnemen met de maritieme autoriteit van het land vanwaar het product verscheept wordt.
Meer informatie leest u op Overeenkomst onder IMSBC-code, paragraaf 1.3.