Uitbreiding van het werkgebied in grensregio
Een woningcorporatie mag werkzaam zijn in een gemeente vlakbij Nederland, als dat in het belang is van de volkshuisvesting. Hier zijn een aantal voorwaarden aan verbonden. Ook zienswijzen van gemeenten spelen een rol. Voor de uitbreiding moet de woningcorporatie altijd vooraf goedkeuring vragen bij de Autoriteit woningcorporaties (Aw).
Wanneer is goedkeuring vereist?
Voor uitbreiding van het werkgebied in de grensregio is altijd goedkeuring nodig.
Vereiste documenten
Let op: de corporatie moet de gemeente(n) waarvoor de ontheffing geldt in staat stellen om een zienswijze te leveren. Binnen een redelijke termijn van minstens 8 weken. Dit geldt ook voor alle gemeenten in het kernwerkgebied en de woningcorporaties die al in de regio werken. Uit het ontheffingsverzoek moet blijken dat u hieraan voldoet.
Per document staat aan welke eisen dit moet voldoen. In de linkerkolom staat op welke artikelen die eisen zijn gebaseerd.
Document en relevante artikelen | Waar moet het document aan voldoen? |
---|---|
Aanvraag Woningwet, artikel 41a lid 1 Btiv, artikel 34 |
|
Zienswijze van de uitbreidingsgemeente Btiv, artikel 34 |
|
Zienswijzen van de gemeenten in Nederland die direct grenzen aan de uitbreidingsgemeente Btiv, artikel 3 |
|
Zo vraagt u goedkeuring aan
- Stuur de vereiste documenten op via ILT_Autoriteitwoningcorporaties_vergunningen@ilent.nl.
- U krijgt een bevestiging als de Aw de documenten heeft ontvangen.
- Als uw aanvraag niet volledig is, laat de Aw u dit weten. U krijgt dan de mogelijkheid om de aanvraag binnen een bepaalde termijn alsnog aan te vullen. De Aw verlengt dan de oorspronkelijke beslistermijn van 8 weken totdat de aanvraag compleet is. Is de aanvraag na een bepaalde periode nog steeds niet compleet? Dan stelt de Aw de aanvraag buiten behandeling.
- Als alle informatie is ontvangen, rondt de Aw de beoordeling af.
- U ontvangt een positief of negatief besluit.
Bezwaar en beroep
Tegen een besluit van de Autoriteit woningcorporaties kunnen belanghebbenden bezwaar maken. Dit kan door een bezwaarschrift in te dienen. Dit moet binnen 6 weken na de dag waarop het besluit is verzonden. Een ambtelijke hoorcommissie van de Inspectie Leefomgeving en Transport (ILT) behandelt vervolgens uw bezwaarschrift. Na een (eventuele) hoorzitting neemt de ambtelijke hoorcommissie een beslissing over uw bezwaarschrift. Belanghebbenden die het niet eens zijn met deze beslissing, kunnen in beroep gaan bij de rechtbank.