Met conformiteitsbeoordeling moet de maatschappij erop kunnen vertrouwen dat de kwaliteit en veiligheid van producten en diensten voldoen aan de regels die ervoor gelden. Certificeringsstelsels zijn een publiek-private samenwerking waarin de private partijen hiervoor de certificaten, labels, diploma’s of vergunningen afgeven aan bedrijven.
De Inspectie Leefomgeving en Transport (ILT) houdt in 40 stelsels toezicht op certificaathouders die deze certificaten hebben verkregen van erkende, aangewezen of gemandateerde partijen. De inspectie heeft onderzoek uitgevoerd naar de werking van deze 40 certificeringsstelsels.
Kwaliteit van certificering
Certificering moet ervoor zorgen dat producten en diensten waarmaken wat deze beloven. Dat vuurwerk, schepen of kabelbanen veilig zijn. Dat een taxi-, buschauffeur, piloot of een vliegtuigonderhoudsmonteur deskundig handelt. Dat afval wordt verwerkt zoals afgesproken.
Uit onderzoek van de ILT in 2023 en 2024 blijkt dat alle betrokken partijen tekortkomingen moeten oplossen om de betrouwbaarheid van certificaten te verbeteren. Meer hierover leest u onder de alinea Onderzoek naar werking certificeringsstelsels.
Uitleg over conformiteitsbeoordeling en accreditatie
Conformiteitsbeoordeling
Conformiteitsbeoordeling is het proces waarin wordt aangetoond of is voldaan aan de vastgestelde eisen voor een product, proces, dienst, systeem, persoon of instantie. Certificering is een vorm van conformiteitsbeoordeling. Conformiteitsbeoordeling kan ontstaan als initiatief vanuit de markt (zelfregulering) of een gevolg zijn van bijvoorbeeld Europese wetgeving. Een conformiteitsbeoordelingsinstantie (CBI) is een bedrijf dat een conformiteitsbeoordeling uitvoert. Een CBI is dus een certificerende instelling die onder meer certificaten en vergunningen afgeeft. Wanneer personen of bedrijven gecertificeerd zijn, moet dat een gefundeerd vertrouwen geven dat zij aan bepaalde eisen voldoen.
Accreditatie
Een conformiteitsbeoordeling is dus een controle op een private partij (bedrijf) door een andere private partij, namelijk de CBI. Het is belangrijk dat een CBI onafhankelijk, onpartijdig en deskundig is. Om dat aan te tonen kan een CBI zich laten accrediteren. Accreditatie kan ook door de overheid verplicht zijn in regelgeving. Bij accreditatie wordt een CBI door een nationale accreditatie instantie beoordeeld aan de hand van bepaalde eisen en normen. In Nederland is dit de Raad voor Accreditatie (RvA).
Publiek-private samenwerking in certificering
Certificeringsstelsels zijn een publiek-private samenwerking met veel grote en kleinere bedrijven en organisaties. Naast ongeveer 1.500 CBI’s (private certificerende instellingen) en de RvA zijn er Schemabeheerders. Deze bedrijven ontwikkelen en beheren schema’s voor certificatie, inspectie en keurmerken. Er zijn 40 certificeringsstelsels waarin CBI’s onder meer certificaten, diploma’s of vergunningen afgeven. Het gaat om ruim 100.000 certificaten, bijvoorbeeld ondernemingsvergunningen in de taxibranche, certificaten van binnenvaartschepen of certificaten voor bedrijven die grond en baggerspecie reinigen.
Onder ministeriële verantwoordelijkheid
Om wettelijk verplichte conformiteitsbeoordelingen uit te mogen voeren, heeft een CBI een erkenning, vergunning, aanwijzing of mandaat nodig van de minister of van de inspecteur-generaal van de ILT. Het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat is verantwoordelijk voor de meeste van de 40 stelsels. Sommige stelsels vallen onder de verantwoordelijkheid van het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties of het ministerie van Economische Zaken en Klimaat.
De overheid is verantwoordelijk voor de werking van de stelsels. De individuele organisaties binnen zo’n stelsel zijn echter wel zelf verantwoordelijk voor de uitvoering. Bij gemandateerde taken is de overheid medeverantwoordelijk voor de uitvoering van de taken door de organisaties die zij heeft gemandateerd. Het kabinetsbeleid stelt dat alle organisaties in een certificeringsstelsel samen verantwoordelijk zijn voor het functioneren en verbeteren ervan.
Het aantal stelsels met wettelijk verplichte certificering neemt de komende jaren toe. Dit omdat vrijwillige certificering door Europese regelgeving steeds meer zal overgaan in wettelijke certificering.
Partijen in publiek-private certificeringsstelsels
Rollen ILT
De ILT kan meerdere rollen in een stelsel hebben. De ILT is voor een aantal CBI’s de aangewezen toezichthouder. Voor andere CBI’s heeft zij de monitoringsrol. Soms is de inspectie ook de erkenner of vergunningverlener van een CBI. De ILT houdt in alle 40 certificeringsstelsels toezicht op de taken die uitgevoerd worden door erkende of aangewezen partijen, of die zijn uitbesteed aan private partijen. Dit doet zij op verschillende deelgebieden waar certificaten voor worden afgegeven, namelijk: producten, vakbekwaamheid, laboratoria en processen.
Hieronder vindt u een opsomming van deze 40 certificeringsstelsels.
40 certificeringsstelsels
Onderzoek naar werking certificeringsstelsels
Conformiteitsbeoordeling en accreditatie moeten ervoor zorgen dat de maatschappij kan vertrouwen op de kwaliteit en veiligheid van producten en diensten. Naar aanleiding van een aantal situaties die vragen opriepen, startte de ILT in opdracht van de minister van Infrastructuur en Waterstaat, een onderzoek. De inspectie onderzocht de werking van alle stelsels waarin zij samen met private instellingen een rol heeft.
In januari 2023 bracht de ILT het tussenrapport Meer inzicht in en toezicht op certificering uit. Hierin zette de ILT vraagtekens bij de betrouwbaarheid van afgegeven certificaten in 6 sectoren. Na verder onderzoek concludeert de ILT in haar onderzoek Naar vertrouwen op certificering (2024), dat haar signaal uit 2023 over de 6 sectoren ook geldt voor de overige 34 stelsels.
Uit beide onderzoeken blijkt dat de maatschappij er onvoldoende op kan vertrouwen dat een certificaat of erkenning terecht is afgegeven. Met als gevolg dat het niet zeker is of producten en diensten aan de eisen voor veiligheid en kwaliteit voldoen.
Tekortkomingen
De ILT ziet binnen de 40 certificeringsstelsels diverse tekortkomingen die voor alle stelsels in meer of mindere mate gelden.
Denk hierbij aan uitwisseling van informatie, invulling van en duidelijkheid over rollen, taken en verantwoordelijkheden (samenwerking) en het borgen van wettelijk toezicht op de CBI’s. Hierdoor is er onvoldoende toezicht op een CBI en inzicht in elkaars werk en de kwaliteit daarvan. Dat leidt ook tot onduidelijkheid over de betrouwbaarheid van de afgegeven certificaten.
De ILT ziet combinaties van rollen binnen een stelsel die niet goed bij elkaar passen. Dat werd bijvoorbeeld zichtbaar in het binnenvaartstelsel, waar sommige partijen meerdere rollen hebben. Wanneer een partij inspecties uitvoert én optreedt als adviseur of verzekeraar, kan dat de onafhankelijkheid en onpartijdigheid beïnvloeden bij onderzoek en de afgifte van certificaten. De ILT constateert ook veel verschillen in de inrichting van stelsels, op het vlak van juridische verankering, normstelling, vergunningverlening en toezicht. Er zijn onvoldoende afspraken gemaakt over de inrichting van het publieke toezicht. De inrichting van een stelsel is namelijk vaak historisch zo gegroeid. De wettelijke inrichting van de stelsels voldoet ook niet altijd aan de uitgangspunten van het kabinetsbeleid uit 2016. Sommige stelsels bestonden namelijk daarvoor al.
Conclusie en acties
Alle betrokken partijen in deze stelsels moeten aan de slag om ervoor te zorgen dat afgegeven certificaten betrouwbaar zijn. Hiervoor zijn inmiddels de nodige acties in gang gezet, zoals:
Ketenverbetering
De onderwerpen van de 40 stelsels zijn heel divers en raken alle onderwerpen waar de ILT toezicht op houdt. Ieder stelsel heeft zijn eigen stakeholders en verbeterpunten. De organisaties en bedrijven binnen een stelsel werken gezamenlijk aan overkoepelende verbetermaatregelen en aan een specifieke aanpak per stelsel. Verbeteringen in de stelsels zijn altijd een ketenverbetering waarbij ieder een belangrijke rol heeft en verantwoordelijkheid moet nemen voor zijn eigen rol. Alle partijen moeten zowel zelf als gezamenlijk werken aan verbetering.
Rolverbetering ILT
De ILT werkt aan de verbetering van de uitvoering van de taken die horen bij (wettelijke) rollen. Zo’n rol kan zijn toezichthouder op, aanwijzer of vergunningverlener van of de mandaatgever aan de CBI. De inspectie zoekt ook naar een eenduidige aanpak voor alle stelsels.
In een aantal stelsels zijn andere partijen aangesteld als toezichthouder terwijl dit geen natuurlijk onderdeel is van hun takenpakket. De ILT is in gesprek met deze partijen om duidelijk te krijgen of zij zichzelf zien als toezichthouder. En zo ja, hoe zij dit toezicht uitoefenen. Als zij zichzelf niet als toezichthouder zien, dan geeft de ILT hierover een signaal af bij de stelselverantwoordelijke minister.