Invulling artikelen SFCL
Op 8 april 2020 is EU Verordening 2020/358 (Part-SFCL) van kracht geworden. Deze pagina verduidelijkt hoe de Inspectie Leefomgeving en Transport (ILT) invulling geeft aan de artikelen in Part-SFCL.
Annex I
Referentie | Annex I |
Artikel | ‘cross-country flight’ means 'a flight outside the line of sight or distance defined by the competent authority from the field of departure using standard navigation procedures.’ |
Invulling ILT | Nederland hanteert voor de ‘distance defined by the competent authority’ , bedoeld in Part-SFCL Annex I, dezelfde afstand als ‘the line of sight’. |
SFCL.045(d)(2)
Referentie | SFCL.045 (d)(2) Obligation to carry and present documents |
Artikel |
(a) When exercising the privileges of SPL licence, SPL holders shall carry all of the following: (1) a valid SPL; (2) a valid medical certificate; (3) a personal identification document containing his or her photo; (4) sufficient logbook data to demonstrate compliance with the requirements of this Annex. (b) Student pilots shall carry on all solo cross-country flights: (1) the documents as specified in paragraphs (a)(2) and (a)(3); (2) evidence of the authorisation required by point SFCL.125(a). … (d) By way of derogation from paragraphs (a) and (b), the documents specified therein may be retained at the aerodrome or operating site for flights that remain: (1) within the sight of the aerodrome or operating site; or (2) within a distance from the aerodrome or operating site determined by the competent authority. |
Invulling ILT | Nederland hanteert voor de ‘distance from the aerodrome or operating site determined by the competent authority’ , bedoeld in SFCL.045(d)(2), dezelfde afstand als ‘within the sight of the aerodrome or operating site’ (SFCL.045 (d)(1)). |
SFCL.050
Referentie | SFCL.050 Recording of flight time |
Artikel | SPL holders and student pilots shall keep a reliable record of the details of all flights flown in a form and manner established by the competent authority. |
Invulling ILT | Nederland volgt ter invulling van SFCL.050 de voorwaarden die gesteld zijn in AMC1 SFCL.050. |
SFCL.155 (a)(4)
Referentie | SFCL.155 (a)(4) SPL – Launching methods |
Artikel |
a) SPL holders shall exercise their privileges only by using those launching methods for which they have completed a specific training either during the training course in accordance with point SFCL.130 or point SFCL.150(e)(1) or during additional training provided by an instructor after the issue of the SPL. This specific training shall consist of the following: (1) in the case of winch launch and car launch, a minimum of 10 launches in dual flight instruction, and five solo launches under supervision; (2) in the case of aerotow or self-launch, a minimum of five launches in dual flight instruction, and five solo launches under supervision. In the case of self launch, dual flight instruction may be conducted in TMGs; (3) in the case of bungee launch, a minimum of three launches performed in dual flight instruction or solo under supervision; and (4) in case of further launching methods, training as required by the competent authority. |
Invulling ILT | Ter invulling van SFCL.115 (a)(4) zullen er in Nederland, als er een andere startmethode moet worden toegepast dan genoemd in SFCL.155 (a)(1), (a)(2) en (a)(3), nadere eisen worden gesteld. |
SFCL.315 (a)(7)(ii)
Referentie | SFCL.315 (a)(7)(ii) FI(S) certificate – Privileges and conditions |
Artikel |
(a) Subject to compliance of the applicants with point SFCL.320 and with the following conditions, an FI(S) certificate shall be issued with privileges to conduct flight instruction for: … (7) an FI(S) certificate, provided that the applicant has: (i) completed at least 50 hours or 150 launches of flight instruction in sailplanes; (ii) in accordance with the procedures established for that purpose by the competent authority, demonstrated the ability to instruct for the FI(S) certificate to an FI(S) who is qualified in accordance with this paragraph and nominated by the head of training of an ATO or a DTO. AMC1 SFCL.315(a)(7)(ii) FI(S) certificate — Privileges and conditions DEMONSTRATION OF ABILITY TO INSTRUCT IN FI(S) TRAINING COURSES The demonstration of the ability to provide instruction during FI(S) training courses, as required in point SFCL.315(a)(7)(ii), should consist of exercises from the FI(S) training course, as selected by the supervising FI(S), and should, in any case, include all of the following: (a) one launch and one landing exercise; (b) a selection of air exercises; and (c) one emergency exercise. |
Invulling ILT | In Nederland wordt SFCL.315 (a)(7)(ii) ingevuld door checkvluchten met een FI(S) aan een ATO of DTO. De ATO of DTO dient bevoegd te zijn om de FI(S) opleiding te verzorgen. De FI(S) die de checkvluchten afneemt dient bevoegd te zijn als FI(S) voor het opleiden van FI(S). De checkvluchten moeten voldoen aan de voorwaarden in SFCL.315 (a)(7) en AMC1 SFCL.315(a)(7)(ii). Voor invulling van deze voorwaarden worden dezelfde vluchten aangehouden als het Assessment of competence (AoC) zoals bedoeld in SFCL.345. Het resultaat van deze vluchten wordt door de ATO of DTO op eenzelfde wijze geregistreerd als het flight test schedule als voor een AoC voor een FI(S). Dit wordt door de ATO of DTO gearchiveerd. Bij het positief doorlopen van de checkvluchten wordt door de ATO of DTO een course completion certificate verstrekt met daarop de vermelding dat de bevoegdheid ‘Flight Instructor (Sailplane) – FI(S)’ is behaald. Op grond van deze verklaring, een kopie van het flight test schedule en het logboek en het voldoen aan de voorwaarden in SFCL.315 (a)(7) kan de instructiebevoegdheid voor FI(S) door ILT of een andere luchtvaartautoriteit in het SPL worden bijgeschreven. |
SFCL.360 (a)(2)
Referentie | SFCL.360 (a)(2) FI(S) certificate – Recency requirements |
Artikel |
(a) An FI(S) certificate holder shall only exercise the privileges of his or her certificate if before the planned exercise of those privileges he or she has: (1) within the last three years, completed: (i) instructor refresher training at an ATO, a DTO, or a competent authority during which the holder shall receive theoretical knowledge instruction for refreshing and updating the knowledge relevant for sailplane instructors; and (ii) when providing flight instruction as FI(S), at least: (A) 30 hours; or (B) 60 launches or take-offs and landings; and (2) within the last nine years and in accordance with the procedures established for that purpose by the competent authority, demonstrated the ability to instruct on sailplanes to an FI(S) who is qualified in accordance with point SFCL.315(a)(7) and nominated by the head of training of an ATO or a DTO. AMC1 SFCL.360(a)(2) FI(S) certificate — Recency requirements DEMONSTRATION OF ABILITY TO INSTRUCT (a) The aim of the demonstration flight as per point SFCL.360(a)(2) is to confirm continued instructor competency. (b) The demonstration flight should be arranged to ensure that the FI(S) being checked demonstrates, on the ground and during at least one flight, knowledge, skills and attitudes relevant to the FI(S) task including at least all of the following: (1) technical knowledge; (2) ability to teach a sample of the ground course subjects and air exercises from the SPL training course; (3) a sufficiently high standard of flying; (4) application of instructing principles; and (5) application of TEM. (c) The checking instructor should enter the successful completion of the demonstration flight into the logbook of the applicant. |
Invulling ILT | In Nederland wordt SFCL.360 (a)(2) ingevuld door checkvluchten met een FI(S) aan een ATO of DTO. De ATO of DTO dient bevoegd te zijn om de FI(S) opleiding te verzorgen. De FI(S) die de checkvluchten afneemt dient bevoegd te zijn als FI(S) voor het opleiden van FI(S). De checkvluchten moeten voldoen aan de voorwaarden in AMC1 SFCL.360(a)(2). Voor invulling van deze voorwaarden worden dezelfde vluchten aangehouden als het Assessment of Competence (AoC) zoals bedoeld in SFCL.345. Het resultaat van deze vluchten wordt door de ATO of DTO op eenzelfde wijze geregistreerd als het flight test schedule als voor een AoC voor een FI(S). Dit wordt door de ATO of DTO gearchiveerd. Bij het positief doorlopen van de checkvluchten wordt dit door de FI(S) in het logboek van de kandidaat aangetekend (AMC1 SFCL.360(a)(2) – (c)). |