De Inspectie Leefomgeving en Transport (ILT) houdt toezicht op de uitvoering van een aantal taken door provincies en gemeenten. In dit toezicht op bestuursorganen (het zogenoemde ‘Interbestuurlijk Toezicht’) gaat de ILT na of de provincies en gemeenten voldoende rekening houden met door het Rijk vastgestelde wet- en regelgeving en beleid.
Het gaat om milieutaken waarvan de uitvoering aan de provincies is opgedragen in medebewind. Voor deze taken hebben het Rijk en de provincies dus een gezamenlijke verantwoordelijkheid. Verder houdt de ILT toezicht op enkele specifieke taken die de gemeente uitvoert. Het gaat hier om de uitvoering van de Havenbeveiligingswet, de routering van gevaarlijke stoffen over de weg (op basis van de Wet vervoer gevaarlijke stoffen) en de Wet Basisregistratie adressen en gebouwen.
Toezicht vanuit vertrouwen
In de Wet revitalisering generiek toezicht staat hoe de ILT toezicht houdt op provincie en gemeenten. Daarbij gaat de inspectie uit van vertrouwen. Dit toezicht is daarom terughoudend, selectief en doelmatig vorm gegeven. Concreet betekent dit dat de inspectie voor het toezicht de noodzakelijke informatie in eerste instantie betrekt uit:
- Openbare bronnen.
- Gegevens die al bij de inspectie aanwezig zijn.
- Informatie uit bilaterale overleggen.
Als daar aanleiding voor is, kan de ILT informatie bij de provincie of gemeente opvragen.
Toezicht op de provincie (Provinciewet art 121 c)
Bij het toezicht op de provincie ligt de nadruk op de uitvoering van de taken vergunningverlening, toezicht en handhaving (VTH) bij de meest risicovolle bedrijven. De bevoegdheid voor de VTH- uitvoering ligt bij gedeputeerde staten.
De ILT richt zich bij het interbestuurlijk toezicht met name op de BRZO- en grote chemische bedrijven (RIE 4) en de overige bedrijven waar de Inspecteur als wettelijk adviseur is aangewezen. Het gaat totaal om ongeveer 750-800 grote bedrijven. Signalen uit de samenleving of eigen waarnemingen van de ILT kunnen aanleiding zijn voor een onderzoek, dat altijd start met het inwinnen van informatie.
Toezicht op de gemeente (Gemeentewet artikel 124 e)
Vanaf 2020 ligt de nadruk voor het interbestuurlijk toezicht op de gemeente op de uitvoering van de Havenbeveiligingswet (HBW). Op basis van een risicoafweging krijgt het toezicht op de routering van gevaarlijke stoffen over de weg en de Wet Basisregistratie adressen en gebouwen in de jaarplanning van de ILT minder prioriteit.
Volgens de HBW is de burgemeester van een gemeente met een zeehaven waar internationale schepen worden ontvangen het bevoegd gezag. De burgemeester moet zorgen dat er een adequaat havenveiligheidsplan is dat ervoor zorgt dat de beveiliging op orde is wanneer een internationaal schip zijn haven aandoet.
Het toezicht door de ILT richt zich op de actualiteit van het havenveiligheidsplan en op de taken die daarmee samenhangen:
het trainen van verschillende incidentscenario’s,
- Het op orde houden van de veiligheidsvoorzieningen en
- Het bijhouden van de kennis van het personeel.