Aansluiting op warmtenetten

Woningcorporaties mogen hun vastgoed aansluiten op warmtenetten. Een warmtenet is ook wel bekend als stadsverwarming of blokverwarming.

In de Warmtewet staan de maximale aansluitingskosten bij aansluiting op bestaande warmtenetten. De aanbieder van een warmtenet mag onderhandelen over een extra kostendekkingsbijdrage. Hierdoor kunnen de kosten voor een corporatie alsnog hoog oplopen. Naar verwachting verbetert dit met de Wet collectieve warmtevoorziening. Deze wet zou in 2022 ingaan, maar is uitgesteld.

Startmotorkader

Tot de invoering van de nieuwe wet collectieve warmtevoorziening is het Startmotorkader belangrijker. Deze is in 2020 gepubliceerd door Aedes, woningcorporaties en 5 grote warmtebedrijven. Hierin staan afspraken over hoe de 5 warmtebedrijven en corporaties in een project werken. Belangrijk is dat een warmtebedrijf het project transparant maakt. Hierdoor heeft een corporatie tijdens het onderhandelen beter inzicht in de kosten, baten en projectrisico’s van het warmtebedrijf. De Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (RVO) toetst de businesscase op hoofdlijnen, zodra de corporatie subsidie aanvraagt uit de Stimuleringsregeling Aardgasvrije Huurwoningen (SAH) uit mei 2020.

Meebetalen aan infrastructuur

Corporaties krijgen regelmatig de vraag bij aanleg van nieuwe warmtenetten mee te betalen aan de benodigde infrastructuur. De corporatie mag de warmteleverancier betalen voor het aansluiten van haar vastgoed op het hoofdnetwerk. De corporaties mogen niet bijdragen aan de aanleg van het hoofdnetwerk. Hierdoor kan de corporatiebijdrage nooit zorgen voor een sluitende begroting van de commerciële partijen die de hoofdinfrastructuur aanleggen.

Minimumtarieven warmtenet

De Warmtewet bevat een aantal maximumtarieven, bijvoorbeeld het leveringstarief en de bijdrage aansluitkosten. De Autoriteit Consument en Markt (ACM) ziet toe op naleving van de Warmtewet.