Forse daling zwaveluitstoot zeeschepen door aangescherpte regels en gerichte controles
Verhalen
De Inspectie Leefomgeving en Transport (ILT) houdt zich bezig met de controle op zwaveluitstoot door zeeschepen. Om de luchtkwaliteit te verbeteren zijn er internationale regels voor de uitstoot van deze schepen. Om dit te monitoren gebruikt de inspectie onder meer een snuffelpaal. Deze snuffelpaal meet de zwaveluitstoot in de rookpluim van zeeschepen, die de Rotterdamse haven in- en uitvaren.
Vanaf 2010 zijn de regels voor het maximale gehalte van zwavel op de Noordzee én wereldwijd stapsgewijs flink aangescherpt. De ILT stond voor de uitdaging om, met deze steeds strengere normen, goed toezicht te houden. Na overleg ontwikkelde TNO voor de ILT een snuffelpaal. Deze meet ook hele lage percentages zwavel. Hoe draagt de ILT, met geavanceerde techniek en gerichtere inspecties, bij aan betere naleving van zwavelregelgeving?
Leo Buckers, projectleider handhaving zwavelemissies scheepvaart bij de ILT: “Begin 2018 zijn we gestart met de snuffelpaalmetingen op grote schaal. Om een indruk te geven van de omvang: in 2020 is de uitstoot van ruim 14.000 schepen geanalyseerd. Als schepen die de haven binnen komen volgens de snuffelpaal-meting te veel zwavel uitstoten, gaan wij aan boord. Om vast te stellen of het schip op brandstof vaart met teveel zwavel, moeten wij een monster van de brandstof nemen. In het laboratorium laten wij dat monster controleren op zwavel. Vaart het schip waarvan we op basis van de meting vermoeden dat het zwavelgehalte te hoog is de haven uit? Dan geven we dat door aan de autoriteiten in de eerstvolgende haven.”
Toegestane percentage zwavel in brandstof van zeeschepen
Noordzee (ECA) | Wereldwijd m.u.v. enkele aangewezen zeeën | |
---|---|---|
2000 | 1,5 | 4,5 |
2005 | 1,5 | 4,5 |
2010 | 1 | 4,5 |
2015 | 0,1 | 3,5 |
2020 | 0,1 | 0,5 |
2025 | 0,1 | 0,5 |
Toegestane zwavelgehalte in brandstof van zeeschepen van 2000 tot heden.
Slim meten
TNO ontwikkelde de techniek die deze gerichte inspecties mogelijk maakt. Speciale apparatuur meet in de overtrekkende rookpluim van een schip het zwavelgehalte. Jan Duyzer is senior-onderzoeker bij TNO vertelt over de totstandkoming van de keuze voor de locatie van een snuffelpaal. “Je moet rekening houden met factoren als stroomvoorziening en vandalismebestendigheid. Je wil voorkomen dat er schade aan de apparatuur ontstaat. Ook de windrichting en de afstand tot schepen zijn belangrijke criteria bij de opstelling. Als een schip te ver buiten het bereik van de opstelling vaart, zijn metingen onmogelijk. De huidige locatie is het langgerekte eiland in de Waterweg, tegenover de 2e Maasvlakte. Deze kozen we samen met de ILT uit.”
Elkaars expertise benutten
Jan: “TNO onderhoudt de snuffelpaal, ontwikkelt de techniek verder en verwerkt meetgegevens. De ILT interpreteert deze gegevens en kijkt per schip of een inspectie aan boord nodig is. De ILT kan haar zwavelinspecties daardoor efficiënter uitvoeren. Zij kan zich richten op de schepen die volgens onze metingen een te hoog zwavelgehalte hebben. De samenwerking verloopt uitstekend, we verrijken elkaar met kennis. De ILT leert ons hoe wij onze meetresultaten zo goed mogelijk kunnen aanbieden en confronteert ons met de metingen die afwijken van het zwavelgehalte in de geanalyseerde bunkerolie. Wij leren de ILT hoe zij de meetresultaten het beste kunnen interpreteren. Ook informeren wij hen over internationale ontwikkelingen op het gebied van meettechnieken en nieuwe methoden van handhaven.”
Winst op meerdere fronten
Leo: “De snuffelpaal is in de eerste plaats een selectiemiddel. Maar het heeft ook een waarschuwende werking; rederijen weten dat wij hun schepen altijd controleren. Je kunt het vergelijken met een trajectcontrole op de snelweg. Daardoor houden de meeste mensen zich aan de snelheidslimiet. Daarnaast krijgt de ILT een heel goed beeld van het nalevingsniveau door het inzetten van de snuffelpaal. Tot slot kan de ILT ontwikkelingen door de tijd precies volgen. Het aantal schepen met een te hoog zwavelgehalte neemt dan ook drastisch af. Daar zijn we als inspectie heel blij mee. Dit succes zie ik als een resultaat van de snuffelpaal gecombineerd met onze gerichte inspecties door onze scheepvaartinspecteurs. In 2016 werd bij 5,5% van de schepen een zwavelgehalte gemeten van meer dan 0,1%, in 2021 was dit afgenomen tot 2%. Dat is meer dan een halvering. ” Jan deelt deze mening: “Het is geweldig om te zien dat de kwaliteit van de gebruikte brandstof, zoals wij die meten, de laatste jaren enorm verbeterd is. Dat heeft ongetwijfeld te maken met onze snuffelpaal en de handhaving door de ILT.”
Gemeten zwavelgehalte in brandstof van zeeschepen in de haven van Rotterdam 2006 - 2020
Gemiddelden | Mediaan zwavelgehalte | IMO richtlijnen | |
---|---|---|---|
2006 | 0,946 | 0,78 | 1,5 |
2009 | 0,654 | 0,59 | 1 |
2014 | 0,79 | 0,81 | 1 |
2016 | 0,103 | 0,08 | 0,1 |
2018 | 0,049 | 0,04 | 0,1 |
2019 | 0,038 | 0,03 | 0,1 |
2020 | 0,035 | 0,03 | 0,1 |
Blik op de toekomst
Leo “We hopen dat we de snuffelpaal ook kunnen gaan inzetten voor het meten van en het uitoefenen van toezicht op van andere schadelijke stoffen. Bijvoorbeeld stikstof. Maar die mogelijkheden zijn we, samen met TNO, nog aan het verkennen.” Jan: “De eerste meetresultaten van stikstof zijn inmiddels binnen. Aan de hand daarvan kijken we hoe de ILT deze kennis kan inzetten bij toekomstige handhaving.”