6 vragen over werken bij de Autoriteit woningcorporaties
Verhalen
Zorgen dat mensen met een laag inkomen goed en betaalbaar kunnen wonen. Dat is de kerntaak van woningcorporaties. De Autoriteit woningcorporaties (Aw) ziet erop toe dat corporaties zich ook daadwerkelijk op die kerntaak concentreren. Onlangs publiceerde de Aw het rapport ‘de Staat van de corporatiesector 2021’. Adviseurs Margit Jókövi en Reynt Sluis van de afdeling Informatie en Programmeren waren hier nauw bij betrokken. Zij vertellen graag meer over hun werk én de Staat
1. Hoe ziet jullie werkdag eruit?
“Ik ben met diverse projecten bezig: zo werk ik aan de afronding van de Staat en ben ik bezig met onderzoek naar grondposities van woningcorporaties”, zo schetst Reynt zijn drukke werkdagen. “Tijdens omvangrijke projecten zoals de ontwikkeling van de Staat pak ik ook veel productiewerk op. Ik schrijf zelf stukken en controleer de teksten van anderen. Daarnaast ben ik eigenaar van het thema duurzaamheid. Daarover beantwoord ik vragen van onder meer collega’s.”
Ook Margits dagen zijn goed gevuld, vertelt ze. “Als trekker van de Staat heb ik een drukke periode achter de rug. Net als Reynt pak ik nu de laatste losse eindjes op. De afronding van het persbericht bijvoorbeeld, en het presenteren van de Staat aan collega’s. Daarnaast lopen alweer nieuwe projecten.”
“We kijken scherp naar het volkshuisvestelijk belang: zijn de woningen betaalbaar, zijn ze beschikbaar en wat is de kwaliteit?
2. Wat is de Staat precies en hoe dragen jullie daaraan bij?
“De Staat van de corporatiesector is een rapport over de ontwikkelingen binnen de corporatiesector. De Aw koppelt hierin ook terug op onze toezichtsbevindingen over corporaties. De Staat bestaat uit meerdere delen: een deel over de volkshuisvestelijke ontwikkelingen, een deel over de condities voor het volkshuisvestelijk presteren door de sector en een signaaldeel waarin we aandachtspunten formuleren richting de politiek.
We baseren de Staat deels op analyses van corporatiegegevens, zoals hun financiële gegevens en volkshuisvestelijke gegevens. Hoeveel nieuwbouw is er gerealiseerd, wat is er verbeterd, hoe is de woningvoorraad samengesteld? Daarnaast gebruiken we onderzoeken van derden, bijvoorbeeld over de leefbaarheid in corporatiewijken”, legt Margit uit.
Reynt vult aan: “We kijken scherp naar het volkshuisvestelijk belang: zijn de woningen betaalbaar, zijn ze beschikbaar en wat is de kwaliteit? We zien dan dat sommige zaken beter kunnen. Er is bijvoorbeeld sprake van achterstand in het realiseren van nieuwbouw. Wij zien dat corporaties wel willen bouwen , maar dit onvoldoende kunnen doordat de omgevingscondities niet op orde zijn. Gemeenten en Rijk kunnen meer doen om nieuwbouw door corporaties te bevorderen. Tegelijk kunnen corporaties duidelijker aangeven hoeveel nieuwbouw ze echt verwachten te kunnen realiseren in een periode. Via de Staat signaleren wij dergelijke ontwikkelingen.”
3. Waarom publiceren jullie zo’n Staat?
“We zien in ons werk natuurlijk heel erg veel. Hoe werkt het corporatiestelsel in Nederland en zijn alle doelstellingen realiseerbaar bijvoorbeeld. Omdat wij onafhankelijk zijn en toezien op het functioneren van dit stelsel, geven wij wat we zien terug aan de samenleving en aan de politiek. De politiek moet daarop reageren. Wij zien nu ook dat onze signalen worden opgepakt. Dat is mooi en betekent voor ons persoonlijk dat ons werk echt zinvol is. We hebben met de Staat een prettig leesbaar rapport opgeleverd en daar zijn we trots op. Als projectleider van de Staat ben ik ook trots op ons team. We hebben het toch maar mooi weer gedaan met ons zevenen!”, aldus Margit.
4. Waar moet je goed in zijn om aan zulke omvangrijke rapporten te kunnen werken?
Margit is duidelijk: “Je moet absoluut kennis van volkshuisvestelijke zaken hebben en analytisch sterk zijn. Alleen dan kun je een goed onderbouwd verhaal opzetten. Daarnaast helpt een vlotte pen. Wat ook van belang is, is dat je bevlogenheid hebt om samen een project te trekken en ervoor te zorgen dat het op tijd af is. Projecten als de Staat staan nu eenmaal onder tijdsdruk. Daar moet je tegen kunnen.” Reynt knikt: “Dat is zeker waar. Samenwerking is daarbij essentieel. Je moet op elkaar kunnen vertrouwen en elkaars achtervang zijn wanneer nodig. Gelukkig functioneert ons team meer dan prima!”
5. Wat maakt jullie werk zo interessant?
“Dat je hier je inhoudelijke kennis kunt inzetten en verdiepen, en tegelijkertijd ook gewoon kunt handelen. Kennis in de praktijk brengen en tastbare zaken opleveren; dat geeft mij energie. Hier kun je vanuit stelseltoezicht beleidsmatige zaken agenderen en laten doorwerken in individueel toezicht”, zegt Reynt. Margit vult aan: “Bovendien is wat je hier doet maatschappelijk relevant. Je komt op voor mensen met een beperkt inkomen en draagt eraan bij dat zij een goede woning kunnen huren. Het is van groot maatschappelijk belang dat de sector goed functioneert. En daar zorgen wij mede voor.”
6. Waarom moet jullie nieuwe collega nú solliciteren?
“Als je een bepaalde bevlogenheid voor de corporatiesector en volkshuisvesting hebt, wacht hier een heel leuk team op je waarin we goed samenwerken. Zit je nu bijvoorbeeld bij een woningcorporatie en wil je je blikveld verruimen? Hier kijk je achter de schermen bij álle woningcorporaties in Nederland. Een breder blikveld dan dat bestaat niet!”, aldus Margit. Reynt is net zo duidelijk: “Van een tunnelvisie is hier geen sprake. Iedere corporatie en iedere opgave is anders. Bovendien ademt je werk maatschappelijke betrokkenheid uit. Als onafhankelijk toezichthouder dragen wij een grote, maar mooie verantwoordelijkheid.”