Invulhulp EVOA-kennisgeving
Publicatie | 17-10-2024
Deze uitleg helpt u bij het invullen van een EVOA-kennisgeving, zodat deze aan alle eisen voldoet van de EVOA. Lees wat u invult op het formulier en waar u rekening mee moet houden.
Melden van transporten na toestemming
Voor het melden van transporten na toestemming is een aparte handreiking beschikbaar, de Invulhulp EVOA Transportmeldingen.
Informatie over procedure en aanvragen EVOA kennisgeving
- Uitgebreide informatie over de procedure rond de kennisgeving vindt u op Procedure EVOA-kennisgeving.
- Informatie over het aanvragen van een kennisgeving staat op EVOA-kennisgeving aanvragen. De stappen van aanvraag tot goedkeuring zijn er overzichtelijk weergegeven.
Deel I - Kennisgevingsdocument
Naam- en adresgegevens
Vermeld bovenaan het VIHB-registratienummer of het KVK-nummer.
Vul bij de naam van het bedrijf de statutaire naam in die op het KvK-uittreksel staat. Dezelfde statutaire naam wordt gebruikt in het kennisgevingsdocument, vervoersdocument, het contract en in de borgstelling.
Adresgegevens bestaan uit straatnaam en huisnummer, postcode, plaatsnaam, land, contactpersoon, telefoonnummer en e-mailadres. Een faxnummer vermelden mag, maar hoeft niet.
- Het opgeven van een postbusadres is niet toegestaan.
- Het opgeven van telefoonnummer en e-mailadres is verplicht.
- Het opgeven van meerdere adressen in vak 1 is niet toegestaan.
Kennisgever
Wilt u afvalstoffen overbrengen vanuit Nederland naar een ander land? Dan moet u volgens de artikel 2 lid 15 van de EVOA als kennisgever optreden. Welke partijen kennisgever (kunnen) zijn, staat op Procedure EVOA-kennisgeving.
Geen kennisgever? Machtiging nodig
Treedt de producent (vak 9) niet op als kennisgever (vak 1)? Dan is een machtiging nodig. Gebruik in dat geval de modelmachtigingen op deze website:
- Machtiging voor een geregistreerd handelaar of makelaar
- Machtiging voor administratieve afhandeling kennisgeving
Financiële zekerheid
De kennisgever moet een financiële zekerheid stellen in de vorm van een borgsom of gelijkwaardige verzekering. Meer informatie daarover staat in 'Bijlage 1' onderaan deze pagina.
Nuttige toepassing of verwijdering? Contract afsluiten
Is deze aanvraag voor nuttige toepassing of verwijdering van afvalstoffen? Dan moeten de kennisgever en de ontvanger een contract afsluiten. Dit geldt voor elke overbrenging van afvalstoffen waarvoor een kennisgeving is vereist. Meer informatie over contracten vindt u in artikel 5 van de EVOA.
Nederlands bedrijf
Is de ontvanger een bedrijf in Nederland? Vermeld dan bovenaan het VIHB-nummer of KvK-nummer of een ander registratienummer.
Adresgegevens
Adresgegevens zijn straatnaam en nummer, postcode, plaatsnaam, land, contactpersoon, telefoonnummer, eventueel faxnummer, en e-mailadres.
- Het opgeven van een postbusadres is niet toegestaan.
- Het opgeven van telefoonnummer en e-mailadres is verplicht.
- Het opgeven van meerdere adressen in vak 2 is niet toegestaan.
Vak 3
In vak 3 vult u het kennisgevingsnummer in.
Vak 3 A
In vak 3 A vult u in of het een eenmalige overbrenging is of dat het gaat om meerdere overbrengingen.
Vak 3 B
In vak 3 B vult u in of het om verwijdering of nuttige toepassing gaat.
Vak 3 C
Gaat het om nuttige toepassing? Dan geeft u aan of de verwerkingslocatie de status heeft van Vooraf Goedgekeurde Inrichting (VGI). Controleer of de verwerkingslocatie ook een vergunning heeft voor de afvalstoffen die u wilt overbrengen. En of de looptijd van de goedkeuring overeenkomt met de overbrengingsperiode die u invult in vak 6.
Ga voor het internationale overzicht van VGI-bedrijven (pre-consented facilities) naar The OECD Control System for waste recovery op de website van de Organisation for Economic Co-operation and Development, OECD (Engelstalig).
Heeft de verwerkingslocatie een VGI-status? Dan moet u kunnen aantonen dat de locatie een vooraf goedgekeurde inrichting is. Voeg dit bewijs toe als bijlage bij de kennisgeving.
In vak 4 geeft u het aantal transporten op die in de periode vermeld in vak 6 uitgevoerd kunnen worden. Brengt u de afvalstoffen over naar een vooraf goedgekeurde inrichting (VGI) en kiest u voor een langere overbrengingsperiode? Pas dan het aantal overbrengingen hierop aan.
Vul zo nodig een wat ruimer aantal overbrengingen in. Voor een verzoek tot verhoging van het aantal overbrengingen is namelijk instemming nodig van alle betrokken autoriteiten. In het buitenland kunnen kosten (leges) berekend worden op basis van het aantal overbrengingen of de hoeveelheid afvalstoffen die u wilt overbrengen.
Bij meerdere typen vervoermiddelen
Worden er meerdere typen vervoermiddelen gebruikt (bijvoorbeeld schip en vrachtwagen), dan is het kleinste vervoermiddel (in dit geval de vrachtwagen) leidend voor het aantal transporten. Alleen in bepaalde uitzonderingen kunt u de grootste transporteenheid aanhouden voor het aantal overbrengingen. Hierbij gelden de volgende voorwaarden:
- Het moeten bulktransporten zijn. Bij containers, tankwagens, enzovoort is de grootste transporteenheid nooit mogelijk.
- De ILT kijkt naar het gedeelte van het transport dat in Nederland plaatsvindt.
Daarnaast geldt voor uitvoerkennisgevingen:
- De grootste transporteenheid is alleen mogelijk voor het inladen van afval in schepen binnen het haventerrein.
En geldt voor invoerkennisgevingen:
- De grootste transporteenheid is mogelijk als het laatste gedeelte van het transport naar de verwerkingslocatie over de weg plaatsvindt.
Hoeveelheid in tonnen
Vul de totale hoeveelheid afvalstoffen in tonnen in.
- Gebruik in duizendtallen geen komma maar een punt of spatie. Bijvoorbeeld: ton (Mg): 10.000 ton of 10 000 ton.
- Kubieke meters hoeft u in principe niet in te vullen, maar sommige buitenlandse autoriteiten willen de hoeveelheid wel in kubieke meters.
Na goedkeuring geen verhoging hoeveelheid afvalstoffen
U kunt na goedkeuring van de kennisgeving geen verhoging aanvragen bij de ILT van de hoeveelheid afvalstoffen die u wilt overbrengen.
VGI: totale hoeveelheid voor hele periode
Bij een vooraf goedgekeurde inrichting (VGI) moet u de totale geplande hoeveelheid te transporteren afvalstoffen invullen voor de hele periode die u in vak 6 invult.
Overbrengingsperiode
De overbrengingsperiode is maximaal 1 jaar.
Overbrengingsperiode VGI
Bij overbrenging naar een vooraf goedgekeurde inrichting (VGI) kunt u een overbrengingsperiode aanvragen van maximaal 3 jaar. Is dat het geval, vermeld dan in vak 4 het aantal transporten en in vak 5 de totale hoeveelheid voor de hele periode.
Periode invullen
Vul de eerste en laatste dag in van de periode. Bij een periode van 1 jaar vult u het zo in:
- Eerste vertrek: 1 mei 2022, Laatste vertrek: 30 april 2023
Dus niet:
- Eerste vertrek: 1 mei 2022, Laatste vertrek: 1 mei 2023
Vul hier de wijze van verpakken in aan de hand van de codes (nummers) op de achterzijde van het kennisgevingsdocument (zie onderstaande lijst van verpakkingstypen).
Wijze van verpakking, Bulk en Bijzondere behandelingseisen
- Vult u bij ‘Wijze van verpakking’ nummer 9 ('overig') in? Zet er dan de verpakkingswijze bij (bijvoorbeeld IBC of tankwagen).
- Bulk valt onder nummer 8.
- Kruist u ‘Ja’ aan bij ‘Bijzondere behandelingseisen’? Vermeld deze eisen dan in een aparte bijlage.
Verpakkingstype(n)
- Vaten
- Houden vaten
- Blikken (jerrycans)
- Kisten
- Zakken
- Samengestelde verpakking
- Drukcontainers
- Onverpakt
- Overige (vermeld welke typen)
Vul hier de gevraagde gegevens in van de geplande vervoerder. Als registratienummer gebruikt u het VIHB-nummer.
Meerdere vervoerders
Zijn er meerdere vervoerders, dan kunt u een lijst toevoegen als bijlage. Vermeld dan in vak 8 ‘Zie bijlage ...’ om te verwijzen naar de lijst met alle vervoerders.
In deze bijlage moet u voor alle vervoerders de volgende gegevens invullen:
- Registratienummer (VIHB nummer als de vervoerder (ook) in Nederland afvalstoffen transporteert).
- Volledige naam.
- Adres, postcode, woonplaats, land.
- Telefoonnummer (met landcode). Faxnummer is optioneel.
- Naam contactpersoon.
Voeg daarnaast de registratie- en verzekeringsbewijzen bij van alle vervoerders. Meer informatie daarover vindt u op deze pagina in Onderdeel III - Bijlage 3 Transport.
Vervoerswijze(n)
Vul bij vervoerswijze(n) de code(s) in op de achterzijde van het kennisgevingsdocument:
- A (Vliegtuig)
- R (Weg)
- S (Zee)
- T (Trein)
- W (Binnenwateren)
Producent(en) invullen
In vak 9 vermeldt u de producent(en) van de afvalstoffen (1e producent of nieuwe producent). Volgens artikel 2, lid 9 van de EVOA is de producent ‘eenieder wiens activiteiten afvalstoffen voortbrengen (eerste producent) en/of eenieder die voorbehandelingen, vermengingen of andere bewerkingen verricht die resulteren in een wijziging van de aard of samenstelling van die afvalstoffen (nieuwe producent)’.
Zie de invulinstructies bij vak 1. Zijn alle gegevens van de producent (inrichting) gelijk aan die van de kennisgever in vak 1, dan kunt u invullen: 'Zie vak 1’.
Diverse producenten
Zijn de afvalstoffen ontstaan door inzameling bij diverse producenten en is de kennisgever (inzamelaar) in vak 1 ook vermeld in vak 9? Dan moet u in een bijlage vermelden bij welke producenten de afvalstoffen zijn ingezameld. Dat kan op brancheniveau, bijvoorbeeld 'garages'.
1 producent
Heeft u 1 producent opgegeven? Dan moet u deze producent ook in vak 1 vermelden als kennisgever, tenzij een andere natuurlijke of rechtspersoon als kennisgever optreedt (op grond van artikel 2 punt 15 van de EVOA). In dat geval moet de producent het kennisgevingsdocument mede ondertekenen (vak 17).
Locatie en wijze van ontstaan afvalstoffen
Onderaan vak 9 bij ‘Locatie waarop en proces waarbij de afvalstoffen zijn ontstaan’ vult u in waar de afvalstoffen zijn ontstaan en door middel van welk proces. Bijvoorbeeld: Afvalproducent Amsterdam, inzameling afvalstoffen.
Verwerker en verwerkingslocatie
In vak 10 vermeldt u de verwerker van de afvalstoffen. Als de verwerkingslocatie dezelfde is als de in vak 2 opgegeven ontvanger, vul dan in: ‘Zie vak 2’. Kruis aan of het gaat om een inrichting voor verwijdering of een inrichting voor nuttige toepassing.
Voorlopige verwijdering of voorlopige nuttige toepassing
Gaat het om voorlopige verwijdering (codes D13, D14 of D15) of voorlopige nuttige toepassing (codes R12 of R13)? Vermeld dan op de onderste regel de feitelijke locatie van verwijdering of nuttige toepassing.
Verdere verwerking bij meerdere bedrijven
Vindt een verdere verwerking vanwege de opgegeven voorlopige handeling plaats bij meerdere bedrijven? Vermeld dan in een bijlage welke fracties van de afvalstof op welke wijze bij welke bedrijven worden verwerkt. Meer informatie over de gegevens die u moet vermelden vindt u in deel III van deze handreiking, Bijlage 5: Verwerking.
Groenelijstafvalstoffen
Ontstaan bij de voorlopige verwijdering of voorlopige nuttige toepassing zogenaamde groenelijstafvalstoffen? Dan hoeft u alleen op brancheniveau aan te geven waar de afvalstoffen definitief worden verwerkt. Ga voor meer informatie naar Indeling afvalstoffen EVOA.
Verwerking afvalstoffen
In vak 11 geeft u aan hoe de afvalstoffen worden verwerkt. Dit doet u zo:
- Vermeld de R-code of D-code. Deze staan op de achterzijde van het kennisgevingsdocument.
- Omschrijf de gebruikte technologie.
- Geef de reden voor uitvoer op.
Beschrijf in een aparte bijlage welke bewerkingen op de afvalstoffen worden toegepast met de daarbij gebruikte technologie. Meer informatie hierover vindt in deel III van deze handreiking, onder Bijlage 5: Verwerking.
Reden van uitvoer
De ‘Reden van uitvoer’ hoeft u alleen in te vullen als u voor verwijdering bestemde afvalstoffen naar Nederland importeert vanuit een niet-EU land. De reden van uitvoer is een verzoek van het land van verzending om de afvalstoffen in de EU te kunnen invoeren op basis van artikel 41 lid 4 van de EVOA.
Voorlopige handeling
Gaat het om een voorlopige handeling (codes R12, R13 of D13, D14, D15)? Vul dan in vak 11 zowel de voorlopige handeling als de definitieve handeling in.
Vermeld hier zowel benaming als samenstelling:
- De benaming van de afvalstoffen of de handelsnaam en de benamingen van de belangrijkste bestanddelen (hoeveelheid en/of gevaar).
- De samenstelling (concentraties) van de afvalstoffen.
Neem aanvullende informatie over de samenstelling op in een aparte bijlage. Meer informatie hierover vindt u in deel III van deze handreiking onder Bijlage 4: Herkomst en samenstelling.
Vul hier de code (het nummer, zie hieronder) in voor de fysische eigenschappen van de afvalstoffen bij normale temperatuur en bij druk. Deze code wordt ook gebruikt voor het bepalen van de borgstelling.
De codes (nummers) zoals vermeld op de achterzijde van het kennisgevingsdocument:
- Poederig/poeder
- Vast
- Brei/pasta
- Slurrie
- Vloeibaar
- Gasvormig
- Andere (vermeld de eigenschap)
i), ii) en iii)
Bij i) en ii) kunt u maar 1 afvalcode opgeven uit bijlage III, IIIA, IIIB, IV of IVA.
i) en ii) mogen niet beide ingevuld zijn. Bestaat er geen code voor de afvalstof, vul dan ‘Niet ingedeeld’ of ‘N/A’ in.
De codes onder i), ii) en iii) vindt u in bijlage III, IV en V van de EVOA.
Zijn bij regel iii) meerdere Eural-codes van toepassing? Dan moet u op het kennisgevingsdocument in elk geval de best passende code opgeven. Passen de overige codes niet op het document? Neem deze dan op in een aparte bijlage. In MijnILT gebeurt dit automatisch.
iv) en v)
De codes iv) en v) gebruikt u als deze in het land van verzending of bestemming van toepassing zijn op de over te brengen afvalstoffen.
vii)
De code vii) is volgens de EVOA en het OESO-besluit niet vereist, behalve wanneer de overbrenging van afvalstoffen valt onder categorie Y46 of Y47 van het Verdrag van Bazel. In dat geval vult u bij 14i de Bazel-code in.
viii) en ix)
De codes die u moet gebruiken bij viii) en ix) staan op de achterzijde van het kennisgevings- en vervoersdocument.
x) en xi)
Codes x) en xi) moet u invullen als u bij ix) een UN-klasse heeft opgegeven. Daarbij moet u de codes en omschrijvingen in de Wet vervoer gevaarlijke stoffen (ADR) aanhouden.
Afhankelijk van de gevaareigenschappen van de afvalstoffen, kunnen er op grond van het ADR regels gelden voor het transport. Bijlage A, 5.4.1.1 van het ADR vereist dat op het transportdocument de juiste vervoersnaam is vermeld. Die naam moet voor een transport naar Duitsland zowel in de Nederlandse als in de Duitse taal zijn vermeld op het vervoersdocument.
xii)
Bij xii) moet u bij in- en uitvoer uit de EU de douanecode of -codes opgeven zodat douanekantoren het afval kunnen identificeren. Gebruik de lijst van codes en goederen volgens het Geharmoniseerd Systeem (GS) van de Wereld Douane Organisatie. Ga voor meer informatie naar de World Customs Organization (Engelstalig) of bekijk de harmonized system codes op foreign-trade.com (Engelstalig).
Geen codes voor iv t/m xii
Bestaat er geen code bij de regels iv) t/m xii)? Zet daar dan een streepje of vul ‘n.v.t.’ in.
Regel (a)
Vermeld op regel (a) de naam van het betreffende land voluit of gebruik de landencode uit ISO-norm 3166.
Regel (b)
Vermeld op regel (b) het codenummer van de autoriteit. Deze codenummers vindt u op de website van de Europese Commissie onder Implementation of Waste Shipment Regulation. Kies 'Contact details for Competent Authorities in Member States' (pdf, Engels).
Regel (c)
Vermeld op regel (c) de grensovergang waar de afvalstoffen het land verlaten en binnenkomen. Geef bij transport over de weg bij de grensovergang ook het wegnummer op. Zie Grensovergangen voor EVOA-transport.
U vult bijvoorbeeld in: ‘s Heerenberg (N316) – Emmerich (220).
Dit geldt zowel voor het land van uitvoer, het land van invoer als voor het land of de landen van doorvoer. Zijn er meer dan 3 doorvoerlanden betrokken? Vermeld dan de informatie over de doorvoerlanden (informatie van vak 15) in een aparte bijlage.
Invoer in de EU
Bij invoer in de EU vult u bij ‘Binnenkomst’ het douanekantoor in waar de afvalstoffen worden ingeklaard.
Uitvoer uit de EU
Bij uitvoer uit de EU vult u bij ‘Uitgang’ ('exit') het douanekantoor in waar de afvalstoffen de EU verlaten.
Bij ‘Uitvoer’ ('export') vult u het douanekantoor in waar de afvalstoffen worden uitgeklaard.
Ondertekening door kennisgever en producent
Hier vult u de naam in van de bevoegde vertegenwoordiger van de kennisgever die het formulier ondertekent (geen bedrijfsnaam) en de datum van ondertekening.
- Zijn kennisgever en producent gelijk? Dan ondertekent alleen de kennisgever het kennisgevingsdocument.
- Zijn kennisgever en producent niet gelijk? Dan moeten beiden het kennisgevingsdocument ondertekenen.
Ondertekening door gemachtigde
Vindt ondertekening plaats door een gemachtigde van de kennisgever of producent? Vul in vak 17 dan de naam in van de gemachtigde. Vermeld ook de datum van ondertekening.
U moet een machtiging bijvoegen met omschrijving van de activiteiten waarvoor de machtiging geldt. Gebruik hiervoor de modelmachtigingen op deze website:
- Machtiging voor een geregistreerd handelaar of makelaar
- Machtiging voor administratieve afhandeling kennisgeving
Deze machtiging moet zijn ondertekend door de kennisgever en/of producent.
Hier vult u het aantal bijlagen in dat u bij de aanvraag heeft toegevoegd.
Het volledige vervoersdocument staat in Bijlage 1B van Verordening (EG) 1013/2006.
Deel II - Vervoersdocument
De vakken hieronder zijn de enige vakken die bij het aanvragen van een kennisgeving ingevuld moeten worden.
- Vak 1 vervoersdocument: zie vak 3 kennisgevingsdocument.
- Vak 2 vervoersdocument: zie vak 4 kennisgevingsdocument (alleen het totaal aantal overbrengingen).
- Vak 3 vervoersdocument: zie vak 1 kennisgevingsdocument.
- Vak 4 vervoersdocument: zie vak 2 kennisgevingsdocument.
- Vak 9 vervoersdocument: zie vak 9 kennisgevingsdocument.
- Vak 10 vervoersdocument: zie vak 10 kennisgevingsdocument.
- Vak 11 vervoersdocument: zie vak 11 kennisgevingsdocument.
- Vak 12 vervoersdocument: zie vak 12 kennisgevingsdocument.
- Vak 13 vervoersdocument: zie vak 13 kennisgevingsdocument.
- Vak 14 vervoersdocument: zie vak 14 kennisgevingsdocument.
Kijk ook bij de instructie voor het betreffende vak van het kennisgevingsdocument.
De vakken 2, 5, 6, 8 en 15 mogen pas bij aanvang van het transport worden ingevuld. Meer informatie over het invullen van deze vakken en de procedure van het transport staat in de Invulhulp Transportmeldingen.
Vak 7 kunt u invullen bij indiening van een EVOA-kennisgeving of bij het aanmelden van een transport.
Vul de wijze van verpakken in aan de hand van de codes op de achterzijde van het vervoersdocument. Vermeld eventuele ‘Bijzondere behandelingseisen’ in een bijlage.
Vul dit vak in zodra het transport bij de importeur/ontvanger aankomt (alleen als het geen verwerkingslocatie is). Is dit niet van toepassing, laat het vak dan leeg.
De houder van de verwerkingslocatie moet dit vak binnen 3 dagen na ontvangst van het transport invullen en de verwerking melden bij de betrokken autoriteiten.
Zodra de afvalstoffen zijn verwerkt, moet de verwerker dit vak invullen en de verwerking melden bij de betrokken autoriteiten. De verwerkingsverklaring moet uiterlijk 1 jaar na de ontvangst van de afvalstoffen voor voltooid zijn getekend en gemeld.
Deel III - Bijlagen
In EVOA bijlage II, deel 1 en 2, staat voor welke informatie op het kennisgevingsdocument en vervoersdocument u een bijlage kan aanleveren. De informatie past vaak niet in de invulvelden van het formulier. Daarom kunt u het opnemen in een apart document. De aanvullende informatie en documentatie uit EVOA bijlage II deel 3 kunt u toevoegen als bijlagen.
Let op: Vermeld op elke bijlage het kennisgevingsnummer uit vak 3 van het kennisgevingsdocument.
Bij het aanvragen van een EVOA kennisgeving moet volgens Artikel 6 - Borgsom van de EVOA een financiële zekerheid worden gesteld. Het meest gemakkelijke en gebruikelijke type is een borgsom (deposito of bankgarantie). De EVOA bevat ook de mogelijkheid voor een gelijkwaardige verzekering. Deze mogelijkheid is complexer en ongebruikelijk en vraagt meer tijd om te controleren.
De financiële zekerheid is bedoeld voor de autoriteit van verzending ter dekking van de kosten die ontstaan vanwege:
- Terugname ingeval een transport niet als gepland kan worden voltooid (artikel 22 van de EVOA).
- Terugname bij illegale overbrenging (artikel 24 van de EVOA).
De financiële zekerheid wordt in de regel gesteld door de kennisgever en ten gunste van de autoriteit van verzending. De financiële zekerheid kan door een derde worden gesteld op voorwaarde dat de kennisgever als betalingsplichtige wordt vermeld.
Aan de verplichting tot financiële zekerheid bij de Nederlandse autoriteit kan op 3 manieren worden voldaan:
- Het bedrag storten op rekening van het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat.
- Een bankgarantie laten afgeven ten behoeve van de Staat der Nederlanden.
- Het afsluiten van een gelijkwaardige verzekering (dit is ongebruikelijk).
Hoogte financiële zekerheid
De hoogte van de financiële zekerheid wordt in Nederland bepaald aan de hand van de Regeling EG-verordening overbrenging van afvalstoffen. Ga voor informatie over de belangrijkste uitgangspunten in deze regeling naar Voorwaarden en hoogte borg afvaltransport.
Voor de berekening van de hoogte van de borg voor een kennisgeving, kunt u gebruik maken van de Afval Borgtool.
Meer informatie
Ga voor informatie over voorwaarden, hoogte van de financiële zekerheid, bankgarantie en deposito naar Voorwaarden en hoogte borg afvaltransport.
Modelcontracten
Het aan te leveren contract moet voldoen aan de EVOA (zie EVOA bijlage II, deel 1, onder 22 en 23, en deel 3, onder 12).
U vindt 3 modelcontracten (Nederlands, Duits en Engels) op Voorbeelden van verplichte bijlagen bij kennisgeving. Maakt u gebruikt van (1 van) van deze modelcontracten, dan voldoet u aan de bepalingen van de EVOA.
Let op: Vermeld het kennisgevingsnummer uit vak 3 van het kennisgevingsdocument in het contract. Vul de naam in van de bevoegde vertegenwoordiger die het contract ondertekent en de datum van ondertekening. Alleen een bedrijfsnaam invullen is niet voldoende.
Ontvanger en verwerker andere rechtspersoon
Zijn de ontvanger en de verwerker van de afvalstoffen niet van hetzelfde bedrijf (andere rechtspersoon)? Dan is een zogenoemd tripartitecontract nodig (zie Contract bij invoer en overbrenging van afvalstoffen tussen EU lidstaten en naar EU lidstaten). Het tripartitiecontract moet ondertekend worden door de kennisgever, de ontvanger en de verwerker.
Routebeschrijving
- Voeg als bijlage een beschrijving toe van de route van de afvalstoffen van de vertreklocatie naar de verwerker. Vermeld alle grensovergangen, dus ook die van de doorvoerlanden. Heeft een grensovergang meerdere wegen, geef dan het wegnummer op van de grensovergang.
- Geef de lengte op van de route tussen de vertreklocatie en de verwerkingslocatie.
Registratiebewijs vervoerder
Vervoer over de weg, binnenwater en spoor
Voor iedere vervoerder die in Nederland afvalstoffen vervoert moet een VIHB-registratie worden overgelegd. Deze VIHB-registratie moet geldig zijn tijdens de overbrenging. U kunt ook volstaan met een verklaring dat alle vervoerders een geldige VIHB-registratie hebben. In de verklaring moeten naam, adres, woonplaats en het VIHB-registratienummer van de vervoerder staan.
Let op: ook een in het buitenland gevestigde vervoerder die in Nederland afvalstoffen vervoert, moet zich laten registreren op de VIHB-lijst bij het NIWO.
Ga voor meer informatie naar VIHB-nummer op de website van het Landelijk Meldpunt Afvalstoffen. Of ga naar VIHB-registratie afval op de website van de Nationale en Internationale Wegvervoer Organisatie (NIWO).
Vervoer met zee- en binnenvaartschepen
Bij vervoer van afvalstoffen met zeeschepen vult u de gegevens in van de rederij(en) zoals omschreven bij vak 8. U kunt ook een registratiebewijs bijvoegen van de International Maritime Organization (IMO) of een verklaring (van de kennisgever) dat het zeeschip bij de IMO geregistreerd is.
Vermeld bij binnenvaartschepen het registratienummer van het schip. U kunt ook volstaan met een verklaring (van de kennisgever) dat het schip geregistreerd is.
Expediteur
Wanneer een expediteur de transporten laat uitvoeren door verschillende vervoerders, moet u de registratiebewijzen bijvoegen van deze vervoerders. Als deze vervoerders over Nederlands grondgebied transporteren, dan moet u een VIHB-registratie bijvoegen. U kunt ook volstaan met een verklaring dat alle vervoerders een VIHB-registratie hebben. In deze verklaring moeten naam, adres, woonplaats en het VIHB-registratienummer van de vervoerder staan.
Verzekeringsbewijs vervoerder
Voor iedere vervoerder die in Nederland afvalstoffen vervoert, moet u een bewijs van verzekering bijvoegen tegen aansprakelijkheid voor schade aan derden. De verzekering moet ten minste geldig zijn bij aanvang van de overbrengingsperiode (de startdatum op het kennisgevingsdocument in vak 6, geplande periode voor de overbrengingen).
Transport buiten de EU
Voert u afvalstoffen uit naar een land buiten de Europese Unie? Dan hoeft u geen registratiebewijzen of registratieverklaringen en verzekeringsbewijzen bij te voegen voor vervoerders die de transporten verzorgen buiten de Europese Unie.
Lijst van vervoerders
Zijn er meerdere vervoerders, dan kunt u ook een lijst bijvoegen van de vervoerders. Voor deze lijst bestaat geen vastgesteld format. Vermeld de registratienummers (voor Nederland: VIHB-nummer), polisnummers, contact- en adresgegevens van de vervoerders.
Let op: Als kennisgever moet u de aanlevereisen nagaan van de autoriteit van bestemming. Vraagt deze autoriteit om een kopie van een VIHB-registratie of een verzekeringspolis en kunt u niet volstaan met een lijst van vervoerders? Voeg deze documenten dan toe als bijlage bij het aanvragen van de kennisgeving. Daarmee voorkomt u dat de autoriteit van bestemming bij het toetsen alsnog hierom zal vragen.
Aanvullende informatie
Vak 7 Kennisgevings- en Vervoersdocument
Heeft u aangegeven dat er voor de afvalstoffen tijdens het transport ‘Bijzondere behandelingseisen’ nodig zijn? Dan moet u deze maatregelen in een bijlage opnemen.
Vak 8 Kennisgevingsdocument
Bij het opgeven van vervoerders in een bijlage, vermeldt u bij alle vervoerders de volgende gegevens:
- Registratienummer
- Volledige naam
- Adres, postcode, woonplaats, land
- Telefoonnummer (inclusief landcode) en eventueel faxnummer
- Naam van de contactpersoon
Vak 15 Kennisgevingsdocument
Zijn er meer dan 3 doorvoerlanden betrokken bij de overbrenging/uitvoer? Vermeld dan in een bijlage per doorvoerland de volgende gegevens:
- Codenummers van de bevoegde autoriteiten.
- Plaats van binnenkomst en vertrek.
- Bij uitvoer uit de Europese Gemeenschap: het douanekantoor van uitgang.
1. Omschrijf in een bijlage de herkomst van de afvalstoffen:
- Het productieproces waarbij de afvalstoffen zijn ontstaan. Komen de afvalstoffen uit verschillende bronnen of uit inzameling, geef dan op brancheniveau aan waar de afvalstoffen worden ingezameld.
2. Geef in een bijlage de samenstelling op van de afvalstoffen. De opgave van de afvalstoffen moet:
- Nauwkeurig en volledig zijn.
- Een zo smal mogelijke bandbreedte van verschillende kenmerken bevatten.
- 100% dekkend zijn.
Gaat het om afvalstoffen die bestaan uit mengsels of gemengde stromen, zoals bouw- en sloopafval of bedrijfsafval? Dan moet u:
- De fracties aangeven die voor nuttige toepassing zijn bestemd.
- De percentages onderverdelen in gemiddelden en een zo smal mogelijke bandbreedte.
- De restfracties onderverdelen in de aanwezige componenten waaruit deze fracties voornamelijk bestaan.
Analyse
Voeg een chemische analyse bij als de autoriteiten deze nodig hebben voor een juiste beoordeling en indeling van de afvalstoffen.
De chemische analyse moet eenduidig te herleiden zijn naar de afvalstoffen en mag niet ouder zijn dan 1 jaar. Alleen het volledige analyserapport wordt geaccepteerd, dus geen losse pagina’s.
Is de analyse ouder dan 1 jaar maar nog steeds representatief voor de over te brengen afvalstoffen, dan moet u dat aangegeven in het rapport.
I.
Beschrijf in een bijlage de wijze van verwerking van de afvalstoffen bij de ontvanger/verwerkingslocatie.
II.
Bij nuttige toepassing (codes R1 tot en met R13) moet u op grond van EVOA bijlage II, deel 1 sub 20 ook informatie aanleveren van de:
- Geplande methode van verwijdering van het restafval na de nuttige toepassing.
- Hoeveelheid nuttig toegepast materiaal in verhouding tot het restafval en het niet nuttig toepasbare afval
- Geschatte waarde van het nuttig toegepaste materiaal (uitgedrukt in valuta).
- Kosten van nuttige toepassing (uitgedrukt in valuta) en de kosten van verwijdering van het niet nuttig toepasbare afval (uitgedrukt in valuta)
Wil een verwerker in verband met zakelijke belangen geen gegevens verstrekken over de geschatte waarde of kosten? Dan kan de kennisgever de ontvanger/verwerker ook vragen om de vereiste verwerkingsgegevens direct naar de bevoegde autoriteiten te verzenden. Zie voor meer informatie EVOA bijlage II, 20c en 20d2.
III.
Bij voorlopige nuttige toepassing of voorlopige verwijdering:
Gaat het bij de ontvangende locatie om een voorlopige nuttige toepassing of een voorlopige verwijdering? Dan moet u aangeven waar de afvalstoffen definitief worden verwerkt. In een bijlage vermeld u de volgende gegevens:
- Naam, adres, land, telefoonnummer (en eventueel faxnummer), registratienummer, contactpersoon en eventueel een e-mailadres van alle locaties
- De gebruikte technologie van alle betrokken verwerkingslocaties (wijze van verwerking).
Uitvoer deelstroom afvalstoffen groene lijst
Bij een deelstroom afvalstoffen van de groene lijst (EVOA bijlage III) hoeft u bij overbrengingen binnen de EU en OESO alleen op brancheniveau aan te geven waar de afvalstoffen definitief worden verwerkt. Bij uitvoer naar niet-OESO-landen moet u ook naam, adres en woonplaats van de verwerker en de wijze van verwerken opgeven.