Handreiking voorkomen (schijn van) belangenverstrengeling

De Autoriteit woningcorporaties (Aw) deelt in deze handreiking casuïstiek waarmee ze inzicht wil geven in de manier waarop de Aw (de schijn van) belangenverstrengeling beoordeelt. Eerder deelde de Aw al
5 aanbevelingen voor het voorkomen van (de schijn van) belangenverstrengeling.

Voor het vertrouwen van de maatschappij in de corporatiesector is goed bestuur en goed intern toezicht op dat bestuur noodzakelijk. Commissarissen moeten onafhankelijk en kritisch zijn. Ze mogen geen (indirecte) deelbelangen hebben die dat in de weg kunnen staan. Voor bestuurders geldt dat er geen sprake mag zijn van verwevenheid van belangen, die nadelig kan zijn voor de belangen van de woningcorporatie. Belangenverstrengeling en de schijn daarvan moet altijd worden voorkomen. Voorafgaand aan elke (her)benoeming van een bestuurder of commissaris, ook bij een kortdurende waarneming, wordt de geschiktheid en betrouwbaarheid van de voorgedragen kandidaat getoetst.

Het is belangrijk dat de Raad van Commissarissen (RvC) bij de voordracht van kandidaat motiveert hoe zij tot haar conclusies is gekomen met betrekking tot de geschiktheid en betrouwbaarheid van kandidaat en motiveert dat er geen onverenigbare (neven)functies zijn die een positieve zienswijze in de weg staan.

Zo beoordeelt de Aw onverenigbaarheden en (de schijn van) belangenverstrengeling

De RvC is primair verantwoordelijk voor de beoordeling van de mogelijke invloed van een ander belang van een bestuurder of commissaris dat in strijd zou kunnen zijn met het belang van de woningcorporatie. Bij de beoordeling hiervan heeft de Aw als externe toezichthouder een eigen rol. De Aw houdt doorlopend toezicht op onverenigbaarheden en de schijn van belangenverstrengeling is daarvan een voorbeeld. Dit toezicht vindt niet alleen aan de voorkant plaats via de toets geschiktheid en betrouwbaarheid, maar ook in het doorlopend toezicht op basis van het gemeenschappelijk beoordelingskader Aw-WSW. Sinds de wijziging van de Woningwet in 2022 heeft de Aw meer ruimte voor een risicogerichte beoordeling.

De Aw kijkt naar de specifieke context en de feiten en omstandigheden van de concrete aanvraag. Dit maakt dat geen dossier precies hetzelfde is en iedere beoordeling maatwerk. Uit het oogpunt van rechtszekerheid geeft de Aw in haar beleidsregel op hoofdlijnen aan hoe zij (on)verenigbaarheid en belangenverstrengeling beoordeelt.

Omdat niet iedere partij altijd over alle feiten beschikt, kunnen andere belangen voor de buitenwereld de indruk wekken in strijd te zijn met het corporatiebelang terwijl dat niet het geval is of hoeft te zijn. Bijvoorbeeld omdat afspraken zijn gemaakt om daadwerkelijke belangenverstrengeling te voorkomen. Deze schijn van belangenverstrengeling is nadelig voor het  vertrouwen in de sector. Dit betekent overigens niet dat bestuurders en commissarissen van woningcorporaties nevenfuncties met bijbehorende nevenbelangen moeten vermijden. Ervaren bestuurders en commissarissen zijn van waarde voor de woningcorporatie en de sector. Wel is hier een alerte en kritische houding (kracht-tegenkracht) nodig van bestuur en RvC ten aanzien van mogelijke risico’s, wanneer de uitoefening van een andere functie nadelig kan zijn voor de belangen van de woningcorporatie of kan leiden tot de schijn van belangenverstrengeling.

Bij bepaalde combinaties van functies waarbij belangen elkaar kunnen raken, moeten afspraken worden gemaakt om daadwerkelijke belangenverstrengeling te voorkomen. Ook als er feitelijk geen sprake is van belangenverstrengeling, kan er wel de schijn van belangenverstrengeling zijn. Deze schijn kan bijvoorbeeld ontstaan wanneer er een informatieachterstand is bij derden. Transparantie over (de risico’s die gepaard gaan met) de deelbelangen en de gemaakte afspraken/genomen maatregelen kan de schijn van belangenverstrengeling wegnemen. Heldere en effectieve communicatie die recht doet aan de situatie kan verdere vragen van derden voorkomen en bijdragen aan het maatschappelijke vertrouwen in de sector. Wanneer de communicatie of transparantie tekort schiet kan dit echter juist meer vragen oproepen of tot reputatieschade en wantrouwen bij de buitenwereld leiden. Publicatie en verantwoording over (neven)functies achteraf in het jaarverslag is overigens niet gelijk aan het wegnemen van de schijn aan de voorkant.

Casuïstiek

Hieronder vindt u casuïstiek die de Aw regelmatig terugziet in haar toezichtspraktijk. Omdat soortgelijke casussen mogelijk ook bij andere woningcorporaties kunnen spelen, wil de Aw met de bespreking hiervan op hoofdlijnen inzicht geven in haar beoordeling.

Casussen Aw

Wet- en regelgeving