Sectorbijeenkomst bruine vloot 16 januari 2024

De ILT ging 16 januari 2024 opnieuw in gesprek met de schippers, eigenaren en de vereniging voor beroepschartervaart (BBZ). In deze samenvatting van de bijeenkomst leest u meer over de gemaakte afspraken, wat er is gedaan en waar nog aan wordt gewerkt.

Alle aanwezigen ontvingen deze samenvatting, de presentatie en een tekst over het gebruik van lijnen met hoogwaardige kunststofvezels.

Introductie

Directeur Omgeving, Dienstverlening en Vergunningen Stefanie Spekreijse opent de bijeenkomst en is blij met de hoge opkomst (circa 200 aanwezigen). Ze roept de mensen die er voor het eerst zijn op hun namen en mailadressen door te geven zodat iedereen goed op de hoogte kan worden gehouden.

Opening door de inspecteur-generaal ILT

Inspecteur-generaal (IG) Mattheus Wassenaar heet vervolgens de aanwezigen welkom. Hij grijpt terug op de druk bezochte bijeenkomst vorig jaar. Toen zijn goede afspraken gemaakt om de veiligheid te vergroten. Sindsdien wordt bijvoorbeeld een overzicht gepubliceerd op de website van de ILT van de gecertificeerde zeilende passagiersschepen (met meer dan 12 passagiers) met zowel een geldig BvT als een geldig hoofdcertificaat. Ook werd gesproken over de totstandkoming van afkeurcriteria en meer toezicht door de ILT.

In september 2023 kwam de Onderzoeksraad voor Veiligheid (OvV) met duidelijke conclusies en aanbevelingen. Hier is de ILT net als andere partijen mee aan de slag gegaan. Zo wordt gewerkt aan het verbeteren van de samenwerking tussen de Raad voor Accreditatie (RvA) en de ILT en is er onderzoek gedaan naar afkeurcriteria voor rondhout waarbij bovenop de wettelijke eisen ook wordt gekeken naar de criteria uit de branchenorm. Ook is de ILT aan de slag gegaan met de aanbeveling dat het hoofdcertificaat vervalt op moment dat andere certificaten aflopen.

De OvV riep iedereen in de keten op verantwoordelijkheid te nemen om de veiligheid te vergroten. Daarom is een taskforce in het leven geroepen. De minister heeft de resultaten van de taskforce 1 december aan de Kamer gestuurd.

In dat kader worden alle schepen de komende weken tegen het licht gehouden. Dit is nodig om het aantoonbaar veiliger te maken en passagiers straks veilig aan boord te kunnen laten gaan. Dit vraagt de komende tijd en vroeg ook de afgelopen maanden een enorme inspanning van iedereen.

Een schipper wijst erop dat er grote verschillen zitten tussen schepen en zou het waarderen als er ook naar buiten toe de nadruk op gelegd wordt dat veel schepen gewoon aan alle eisen voldoen.

De IG geeft aan dat dit terecht aan de orde wordt gesteld. Het is echter wel lastig te duiden wie wel en wie niet aan de eisen voldoet. De groep die het goed doet is groot, maar niet iedereen doet het goed.

Een schipper geeft aan dat het begint met goede handhaving door de ILT. De IG reageert dat er steeds meer wordt gehandhaafd en dat toezicht niet nodig zou moeten zijn om je aan de regels te houden. Alle partijen hebben een verantwoordelijkheid en er zijn de afgelopen tijd door de ILT schepen aan de ketting gelegd.

Een schipper maakt een vergelijking met de APK van de auto waar je als eigenaar tijdig een melding krijgt als de APK verloopt en vraagt waarom de ILT dit niet doet. De IG geeft aan dat de keuringsinstanties deze informatie inmiddels verschaffen en dat de ILT op haar site een lijst bijhoudt.

Een schipper wijst de ILT op haar verantwoordelijkheid en het feit dat zij tekort zou zijn geschoten. Tegelijkertijd worden de schippers wel op kosten gejaagd en met onzekerheid geconfronteerd met het risico dat zij na 1 april niet meer mogen varen. De IG benadrukt dat de ILT ook zelf steken heeft laten vallen, maar dat inmiddels het toezicht zowel op de keuringsinstanties als op de schepen versterkt is. Het besluit over het aanvullend onderzoek is een gezamenlijk besluit van de taskforce. De minister wil ook een veilige vloot, ook als verplichting aan de nabestaanden. De schipper moet inderdaad een inspanning leveren, maar als de zaken goed op orde zijn, moet dat geen probleem zijn.

Presentatie aanvullend onderzoek

De projectleider voor het aanvullend onderzoek presenteert bijgevoegde presentatie en licht toe dat ieder een rol heeft om het aanvullend onderzoek goed en tijdig uit te kunnen voeren. De ILT draagt de directe kosten van het onderzoek. Het onderzoek duurt ongeveer 2,5 uur en wordt uitgevoerd door een koppel van een ILT-inspecteur en een inspecteur van één van de keuringsinstanties. De hele vloot moet deelnemen aan het onderzoek, behalve als een schip nog voor eind april een BVT staande mast keuring krijgt, in dat geval vindt een reguliere keuring plaats. Een aanvullend onderzoek zorgt niet voor een nieuw certificaat. De liggende keuring kan niet in plaats komen van het onderzoek. De criteria en werkwijze van het aanvullend onderzoek worden vanaf nu ook bij de BvT-keuring staande mast toegepast. Waar nodig en mogelijk wordt maatwerk geleverd.

Locaties en planning

Een schipper vraagt hoe realistisch de planning is. De ILT geeft aan dat de planning haalbaar is zolang iedereen tijdig mee werkt.

Een schipper vraagt hoe het zit met de eventuele herkeuring. De ILT vertelt dat deze op verschillende manieren kan plaatsvinden, uiteenlopend van een afmelding per foto tot een fysieke herkeuring door een inspecteur. Dit is afhankelijk van de tekortkoming. Aangeraden wordt om voldoende tijd te laten zitten tussen het moment van het aanvullend onderzoek en de eerste vaartocht.

De projectleider vervolgt met het goede nieuws dat de 4 locaties voor keuringen die op 13 december zijn genoemd nu zijn uitgebreid tot een langere lijst. Ook wordt nog steeds gekeken naar nieuwe locaties waar voorwaarde is dat er voldoende schepen gelijktijdig op dezelfde locatie onderzocht kunnen worden. Het is daarvoor belangrijk dat iedereen de inventarisatie vanuit de ILT invult.

Een schipper vraagt hoe wordt omgegaan met slecht weer? Als het te gevaarlijk is om het onderzoek uit te voeren dan moet het onderzoek worden uitgesteld. De ILT verwacht alle schepen tijdig onderzocht te hebben. Bij onvoorziene omstandigheden zal naar bevind van zaken worden gehandeld.

Een schipper vraagt of er meer informatie is over de precieze locaties en noemt de specifieke locatie in Harlingen. De problematiek met de Tsjerk Hiddessluizen is bekend en er wordt gekeken hoe hier rekening mee kan worden gehouden.

Een schipper vraagt hoe 6 teams in een paar weken tijd alles kunnen doen wat normaal over jaren wordt uitgesmeerd? Ook wordt gevraagd of het aanvullend onderzoek nu periodiek wordt herhaald.

De ILT werkt in duo’s samen met de keuringsinstanties en de ILT. De planning moet gehaald kunnen worden. Op basis van de resultaten van het aanvullend onderzoek wordt nog bekeken wat het gaat betekenen voor de toekomst.

Stappen van het onderzoek

Een schipper vraagt waarom er nu niet gevaren mag worden. De ILT legt uit dat dit een misverstand is. Op dit moment mogen schepen met geldige certificaten ook zonder aanvullend onderzoek varen. Vanaf 1 april mag er echter niet meer gevaren worden als niet aan de voorwaarden is voldaan van het aanvullend onderzoek. Het onderzoek moet met goed gevolg zijn afgerond, inclusief tuigboek, stabiliteitsberekening en sterkteberekening. Voor bijzondere gevallen, zoals het moeten ophalen van een mast kan bij schepen waar het certificaat niet geldig is een certificaat voor eenmalige reis afgegeven worden om een reis van / naar een werf mogelijk te maken (uiteraard zonder passagiers).

Een schipper vraagt of de zeilen aan boord moeten zijn bij keuring. De ILT geeft aan dat hier in formele zin ook naar gekeken moet worden. Liefst aan boord, maar als de zeilen nog bij de zeilmaker zijn, zal per geval gekeken worden wat er verder nodig is.

Een schipper vraagt in hoeverre het schip getuigd moet zijn. De ILT geeft aan dat een schip bij voorkeur getuigd moet worden aangeboden.

Tuigboek

Enkele schippers hebben vragen over het tuigboek. Paul van Ommen van de Vereniging voor Beroepschartervaart (BBZ) geeft hierop een toelichting. De BBZ heeft een template gemaakt voor het tuigboek en aan iedereen beschikbaar gesteld in de mailing van 20 december. Er is een minimale versie die beperkt is tot ES-TRIN. Deze is voldoende voor het onderzoek. Zaken als bijzeilen die buiten het ES-TRIN vallen, hoeven ook niet meegenomen te worden. Op een later moment wordt ook een meer uitgebreide versie van het tuigboek ter beschikking gesteld. Bij vragen over het tuigboek kan contact worden opgenomen met de BBZ voor ondersteuning. Het tuigboek zelf kan niet worden afgekeurd, maar dient wel als belangrijk hulpmiddel voor het aanvullend onderzoek en de veiligheid op het schip.

Gebruik van kunststoflijnen

De ILT geeft aan dat het gebruik van kunststoflijnen (waaronder Dyneema) niet wordt toegestaan in zowel staand als lopend want. Het ES-TRIN staat het gebruik niet toe en bewijs dat dergelijke lijnen op een veilige manier kunnen worden gebruikt in de historische zeilvloot is niet gevonden. TNO is gevraagd om hier verder onderzoek naar te doen.

Dit standpunt van de ILT levert vragen en verontwaardiging op vanuit de schippers. Schippers geven aan het standpunt niet te begrijpen omdat het materiaal al vele jaren gebruikt wordt en het materiaal ook in andere sectoren wordt toegepast. Ook de BBZ geeft aan niet blij te zijn met deze beslissing omdat nu al op een goede en verantwoorde manier gebruik wordt gemaakt van dit type materiaal.

Schippers vragen wat zij op dit moment moeten doen. De ILT geeft aan dat de schippers gehoord zijn en dat de ILT de reacties mee neemt naar de taskforce. De ILT geeft het advies aan de schippers om voorlopig nog te wachten met het vervangen van de kunststoflijnen.

N.B. Na de bijeenkomst is besloten het standpunt te herzien. Dit is bijgevoegd bij het verslag.

Overige vragen

Een schipper merkt op dat er nog enkele foutjes zitten in de sterkteberekening. De ILT geeft aan dat hier op 23 januari met enkele deskundigen verder over wordt gesproken om bijlage 7 te herzien. De herziene bijlage 7 zal vervolgens worden verspreid.

Een schipper vraagt naar de lijst met criteria waar in het onderzoek naar wordt gekeken. Deze lijst is beschikbaar en gedeeld per e-mail op 20 december. Een ieder die nog niet over deze onderzoeklijst beschikt kan deze opvragen via bruinevloot@ilent.nl.

Afsluiting

De IG van de ILT sluit de bijeenkomst af en concludeert dat de bijeenkomst van vorig jaar stevig was met betrekking tot ieders eigen verantwoordelijkheid. Deze bijeenkomst was nog wat steviger zeker in de richting van de ILT. De IG benadrukt dat hij de kritiek heeft gehoord en daar ook mee aan de slag gaat. Dat laat onverlet dat er een opdracht ligt de vloot is vanaf 1 april veiliger. Er zijn grote zorgen geuit over wat er bij komt kijken. Veel schippers zullen zeggen dat hun eigen schip veilig is. Daar gaat de ILT ook vanuit. De meeste schippers hebben mede naar aanleiding van de eerdere ongevallen de verantwoordelijkheid genomen om het schip veilig te maken. In die gevallen is het onderzoek een bevestiging dat de schipper zijn of haar zaken op orde heeft en dat er veilig uitgevaren kan worden.