Uitleg van de ES-TRIN-eisen aan historische zeilende passagiersschepen: Nieuw Kader 2025

Voldoen schippers en/of eigenaren niet aan deze nieuwe eisen? Dan kunnen zij een waarschuwing of boete ontvangen. Ook kan de ILT het schip laten stilleggen.

Inhoud Kader 2025

In het nieuwe Kader 2025 staat hoe de ILT de eisen in het ES-TRIN hoofdstuk 20 uitlegt. De belangrijkste uitleg gaat over:

• De sterkte van verstaging, staand want en/of rondhouten (artikel 20.05).
• Masten en rondhouten algemeen (artikel 20.06).
• Eisen aan massief houten masten: lengte, dekdiameter, diameter bij aangrijpingspunt, ezelshoofd en sterkte (artikel 20.07).
• Bijzondere voorschriften voor stengen (artikel 20.08), boegsprieten (artikel 20.09), kluiverbomen (artikel 20.10), gieken (artikel 20.11), gaffels (artikel 20.12), ra’s en fokkebomen (artikel 20.12).
• Eisen aan lengte, breeksterkten en het aantal kabels en draden voor staand want (artikel 20.14).
• Eisen aan bakstagen.
• Bijzondere voorschriften voor hoog modulus polyethyleen (HMPE).
• De keuring (artikel 20.19).
• Het tuigboek.

De internationale wetgeving voor binnenvaart kan hoogstwaarschijnlijk pas in 2027 of 2028 aangepast worden. Daarom realiseerde de ILT samen met de sector het Kader 2025. Vertegenwoordigers van de sector en de Rijksoverheid willen namelijk niet wachten. De veiligheid aan boord van historische zeilende passagiersschepen kan nu al beter.

Onderliggende kennis en rapporten

Het nieuwe kader en de uitleg zijn gebaseerd op:

• De reacties die de ILT van schippers en eigenaren ontving op het concept Kader 2025. De ILT is tevreden met alle inhoudelijke reacties die zij heeft ontvangen. Daarnaast is zij tevreden over de samenwerking met de sector bij het verbeteren van de inhoudelijke interpretatie van de huidige eisen van het ES-TRIN.
• De resultaten en geleerde lessen van de aanvullende onderzoeken onder 210 schepen van de bruine vloot.
• Rapport door Conoship International: Analyse regelgeving tuigage Zeilende Chartervaart. Dit is een onderzoek naar de fokkebomen, sterkteberekeningen en de vereise diameter voor rondhouten (gaffels, ra’s).
• Literatuuronderzoek naar kunststoflijnen (Dyneema en HMPE) door TNO (rapport HMPE for rigging applications of the historic sailing fleet, april 2024).
• Houtonderzoek en beoordelingsmethodiek bruine vloot (concept): praktijkstudies en advies van TNO over de keuringsfrequentie van houten rondhouten en de criteria waar de eigenaar, schipper en/of keuringsinstantie naar moeten kijken.
• Overleggen met vertegenwoordigers van de BBZ (Vereniging voor Beroepschartervaart), keurende instanties, de ILT en het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat.
• Eerste voorlopige resultaten van het onderzoek naar onder andere het effect van splitsen op de breeksterkte van Dyneema door TNO (rapport volgt).  

Op dit moment voert onderzoeksbureau TNO nog een studie uit naar onder andere de effecten op de breeksterkte van splitsen in Dyneema. Daarnaast werkt Conoship nog aan een voorstel voor zogenaamde smalle schepen. De resultaten van deze onderzoeken worden in een later stadium aan het kader toegevoegd. Verschijnt er een nieuwe versie van het kader? Dan komt deze op de website van de ILT. Schippers, eigenaren en andere betrokkenen uit de sector ontvangen een nieuwsbrief met de link naar de actuele versie.