Veelgestelde vragen over visitaties woningcorporaties
Woningcorporaties zijn verplicht om minimaal eens per 4 jaar een visitatie te laten uitvoeren. Dit is geregeld in de Woningwet. De Autoriteit woningcorporaties (Aw) gebruikt de visitatierapporten voor haar toezicht. Op deze pagina vindt u veelgestelde vragen hierover.
Visitaties richten zich op het maatschappelijk presteren van woningcorporaties. De Aw krijgt hierdoor een beeld van deze prestaties van woningcorporaties in de lokale omgeving. Met aanknopingspunten voor verbetering en samenwerking.
De focus van visiteren ligt op het waarderen van de maatschappelijke prestaties van de corporatie. Doet de corporatie de goede dingen? De visitatie geeft een centrale plaats aan het oordeel van de huurders en belanghebbenden over het presteren van corporaties. Daarbij gaat het niet alleen om de individuele prestaties van corporaties, maar ook om opgaven die door corporaties in netwerkverband ingevuld worden. Bij de visitaties staat leren en verantwoorden door corporaties centraal. Uitgangspunt van de visitatie is dat de corporatie zich maatschappelijk verantwoordt voor de gemaakte keuzes. Ook geeft de visitatie input voor het proces van leren en verantwoorden.
Voor haar toezicht en het vormen van haar oordeel maakt de Aw onder andere gebruik van de bevindingen uit het visitatierapport. Toezicht door de Aw en visitatie vullen elkaar aan, maar zijn niet hetzelfde.
Visiteren gaat om het waarderen van de maatschappelijke prestaties in de lokale omgeving. De woningcorporatie verantwoordt zich bij de visitatie aan de maatschappij over de gemaakte (inhoudelijk) keuzes en prestaties. Daarom zijn woningcorporaties verplicht om de visitatierapporten op de eigen website te plaatsen. En om deze naar de belanghebbenden te sturen.
De Aw ziet toe dat de afgesproken volkshuisvestelijke prestaties van de corporatie voldoende in het beleid en beheer wordt meegewogen, gelet op de daarvoor beschikbare middelen. Het toezicht door Aw richt zich niet op het niveau van de inhoudelijke afspraken over de individuele prestaties. Deze komen landelijk, regionaal en lokaal tot stand met het Rijk, de provincies, gemeenten, huurders en andere belanghebbenden.
De Aw gebruikt het visitatierapport bij het onderzoek naar logische, uitlegbare en navolgbare volkshuisvestelijke keuzes van de woningcorporatie. Daarnaast geeft de visitatie een beeld van de omgang van corporaties met belanghebbenden en het opereren van corporaties in het lokale en regionale netwerken. Voor verdieping over deze visie is over de verhouding tussen visitatie en extern toezicht in 2018 door de Nederlandse School voor Nationaal Bestuur (NSOB) het essay Het waarderen van wonen, een reflectie op het instrument van maatschappelijke visitaties van Woningcorporaties.
Gelet op de grote volkshuisvestelijke en maatschappelijke opgave vraagt de Aw om aandacht voor transparante verantwoording door corporaties over de inzet van maatschappelijk gebonden vermogen in relatie tot de gemaakte prestatieafspraken. De Aw verwacht de prestatieafspraken herkenbaar terug te zien in de meerjarenbegrotingen en in de jaarverslagen van corporaties. Realistische begrotingen zijn daarbij een essentieel om het gesprek over inzet van vermogen (inclusief buffer) en gemaakte prestatieafspraken goed te kunnen voeren.
Met visitatie wordt gekeken naar individuele prestaties van corporaties en hoe opgaven door corporaties in netwerkverband ingevuld worden. Transparantie en realisme in opgave is de voorwaarde voor een goed gesprek. Toezicht door de Aw en visitatie vullen elkaar hierin aan.
Visitatie en toezicht hebben een andere focus. Met de methodiek 7, Samenwerken aan opgaven, richt de visitatie zich vooral op:
- Het inhoudelijk verantwoorden over het maatschappelijk presteren van corporaties.
- Leren over het maatschappelijk presteren van corporaties.
- De resultaten van presteren volgens belanghebbenden.
De Aw ziet niet toe op de afgesproken prestaties. Deze afspraken komen landelijk, regionaal of lokaal tot stand in prestatieafspraken. De Aw kijkt naar de kwaliteit van de governance van woningcorporaties en hoe deze bijdraagt aan het volkshuisvestelijk presteren van woningcorporaties. De Aw kijkt naar de volgende aspecten:
- Sturen: Hoe brengt de corporatie de volkshuisvestelijke opgave(n) in beeld en hoe worden de belanghebbenden daarbij betrokken?
- Beheersen: Hoe komt de corporatie tot zijn strategische volkshuisvestelijke keuzes en in hoeverre is dit passend bij de beschikbare middelen (in brede zin)?
- Verantwoorden: Hoe legt de corporatie verantwoording af aan belanghebbenden over de beschikbare middelen, de gemaakte keuzes en de realisatie daarvan?
Toezicht en visitatie hebben ieder een eigen invalshoek. De governance staat centraal in het toezicht door de Aw. De Aw geeft een oordeel over de kwaliteit van de governance van woningcorporaties en hoe deze bijdraagt aan het volkshuisvestelijk presteren van woningcorporaties. Het toezicht richt zich niet op het niveau van de afspraken over de individuele prestaties. Bij de visitatie staat leren en verantwoorden centraal. Daarbij draait het juist om het oordeel van huurders en belanghebbenden over het (individuele) presteren van corporaties. Wel is er een zekere mate van overlap tussen het toezicht en de visitaties. Alleen al omdat beide instrumenten (deels) gebruik maken van dezelfde gegevens. Visitatie vindt wettelijk verplicht 1 keer in de 4 jaar plaats, op basis van de methodiek die dan geldt.
De Aw houdt continu toezicht op corporaties en houdt risicogericht toezicht door middel van risicogerichte prioritering op basis van het gezamenlijke beoordelingskader met WSW. De Aw focust zich alleen op die risicogebieden uit het beoordelingskader waar dit nodig is. De Aw gebruikt in de risicoanalyse informatie uit het visitatierapport. Om goed risicogericht te kunnen werken, moet de Aw weten wat er speelt bij een corporatie. Dit vraagt om een goede toezichtrelatie. Deze ontstaat als je elkaar kent en er een basishouding is van wederzijds vertrouwen. Er is daarom geregeld contact met bestuurders en commissarissen. In die gesprekken wordt ook de uitkomst van een visitatie besproken.