Voor buisleidingen als middel van transport voor onder andere gevaarlijke stoffen, gelden regels voor de veiligheid. De Inspectie Leefomgeving en Transport (ILT) houdt daarom toezicht op exploitanten van buisleidingen. Exploitanten moeten verschillende dingen melden, waarvan ongewone voorvallen onmiddellijk.
Buisleidingen met gevaarlijke stoffen
Buisleidingen vervoeren onder hoge druk allerlei vloeistoffen en gassen, met name gevaarlijke stoffen. Het gaat bijvoorbeeld om aardgas, waterstof, kerosine, olie, olieproducten, ethyleen of propyleen. Deze stoffen worden veel gebruikt door de industrie voor de energie- en productvoorziening. En als grondstoffen voor productieprocessen. Buisleidingen hebben daarmee een belangrijke rol in het transport van gevaarlijke stoffen tussen industrieclusters en het vervoer van gevaarlijke stoffen van Nederlandse havens naar West Europese industrieclusters. Kerosine wordt voor een groot deel vervoerd via buisleidingen naar luchthavens. Het vervoer van aardgas en waterstof gaat via het netwerk van Gasunie.
Veiligheidsvoorschriften
Het toezicht op exploitanten van buisleidingen is geregeld in paragraaf 3.4.3 Buisleiding met gevaarlijke stoffen van het Besluit activiteiten leefomgeving (Bal). Het Bal is gebaseerd op de Omgevingswet en heeft daarmee het Besluit externe veiligheid buisleidingen vervangen.
In het Bal is in paragraaf 4.108 uitgewerkt hoe u als exploitant moet omgaan met een buisleiding met gevaarlijke stoffen. Zoals het opstellen van preventiebeleid en een veiligheidsbeheerssysteem. Wanneer een buisleiding niet aan paragraaf 4.108 voldoet mag de buisleiding niet geëxploiteerd worden.
Regels voor buisleidingen
Sinds 2011 gelden de regels voor buisleidingen. Het gaat om leidingen met een hoge druk (16 bar en hoger) of buisleidingen met een grote diameter. De leidingen die onder het toezicht van de ILT vallen liggen buiten bedrijfsterreinen door het hele land. Een aantal leidingen vallen ook onder de Mijnbouwwet. In die gevallen heeft Staatstoezicht op de Mijnen (Sodm) ook een wettelijke taak met bijbehorende bevoegdheden. De eisen richten zich vooral op de externe veiligheid voor mens en milieu. In Nederland zijn ongeveer 45 leidingexploitanten actief met in totaal 18.000 kilometer buisleiding.
Meldingen door exploitanten van buisleidingen
Er zijn 2 soorten meldingen die de ILT moet krijgen. Exploitanten van buisleidingen moeten melding maken van:
- Een ongewoon voorval of incident. Dit op basis van Bal, artikel 2.21.
- Het aanleggen of veranderen van een buisleiding en het beëindigen van het transport van gevaarlijke stoffen door buisleidingen. Dit op basis van Bal, artikel 4.1109.
Melden ongewoon voorval
Een ongewoon voorval moet u onmiddellijk melden bij de ILT. Een gebeurtenis is een ongewoon voorval als de volgende criteria allemaal gelden:
- Bij een activiteit gebeurt iets dat afwijkt van het normale verloop.
- Dit heeft (mogelijk) nadelige gevolgen voor de fysieke leefomgeving. Denk bijvoorbeeld aan milieuschade, hinder, risico’s of schade voor de omgeving.
- De gebeurtenis heeft eventueel grote of merkbare negatieve gevolgen.
U meldt een ongewoon voorval onmiddellijk door:
- Tijdens kantoortijden te bellen naar: 088 489 00 00.
- Buiten kantoortijden het meldformulier Ongewoon voorval buisleiding met gevaarlijke stoffen in te vullen en te sturen naar de ILT.
Brancheorganisatie VELIN vraagt haar leden jaarlijks om zogenoemde near misses. Dat zijn onveilige situaties die hebben plaatsgevonden maar die niet tot een ongeval of incident hebben geleid.
Wat doet de ILT met een melding van een ongewoon voorval?
De ILT registreert uw melding en een inspecteur neemt contact met u op over het ongewone voorval. Deze maakt verdere afspraken met u over incidentonderzoek, reparatie en het weer in gebruik nemen. Als het nodig is stelt een inspecteur ter plaatse een onderzoek in.
Melden aanleggen, veranderen en beëindigen
Als exploitant van een buisleiding moet u vooraf melding maken in de volgende gevallen:
- Ingebruikname van een buisleiding.
- Wijziging van de ligging (coördinaten) van de leiding.
- Wijziging van uw contactgegevens: naam, adres en plaats.
- Het buiten gebruik stellen en verwijderen van de buisleiding (beëindigen van de milieubelastende activiteit).
- Wijziging van de categorie van de stof die wordt getransporteerd.
Bovenstaande meldingen dient u in via het Omgevingsloket (DSO).
Wat doet de ILT met uw melding?
Een ILT-inspecteur kan contact met u opnemen voor meer informatie. In het geval van de ingebruikname van een nieuwe leiding voert de ILT een inspectie uit op het proces van ontwerp en aanleg. De ILT publiceert de melding in de Staatscourant. Dit is een wettelijke verplichting op basis van artikel 10.20 Omgevingsbesluit.
Melden wijziging of buitengebruikstelling
Verandert u de ligging of het gebruik (zoals tracé, druk, temperatuur, soort stof) van de milieubelastende activiteit buisleiding met gevaarlijke stoffen? Of stelt u een buisleiding buiten gebruik? Dan meldt u dit bij de ILT minimaal 4 weken voorafgaand aan het toepassen van deze wijziging. Dit is geregeld in artikel 4.1109 van het Bal. Deze melding doet u via het Omgevingsloket van het Digitaal Stelsel Omgevingswet (DSO).
Register Externe Veiligheid
Het Register externe veiligheidsrisico’s (REV) is het register, aangewezen in het Bal, waarin alle milieubelastende activiteiten met een extern veiligheidsrisico worden bijgehouden. Om te zorgen voor actuele en accurate data is het REV zo opgezet dat alle data direct vanuit de bronhouders wordt aangeleverd met behulp van het informatiemodel (IMEV) en een API-koppeling. Maak daarom als buisleidingexploitant vanuit deze opzet zelf een aansluiting op het REV, waarna u uw data kunt aanleveren.
Meer informatie vindt u op registerexterneveiligheid.nl van Rijksoverheid. Heeft u vragen of wenst u meer informatie? Neem dan contact op met de helpdesk van Register externe veiligheidsrisico’s.