Nationale vrijstellingen
De nationale vrijstellingen zijn op basis van de vrijstellingen die zijn genoemd in artikel 13 van EG verordening 561/2006. Niet elke lidstaat heeft alle opties overgenomen. Daarnaast hebben de lidstaten de vrijheid om extra beperkingen bij deze vrijstellingen aan te brengen.
De vrijstellingen die in Nederland van toepassing zijn, zijn:
- Voertuigen van, of zonder bestuurder gehuurd door, de overheid voor wegvervoer dat de particuliere vervoersondernemingen niet beconcurreert.
- Voertuigen voor goederenvervoer van, of zonder bestuurder gehuurd door landbouw-, tuinbouw-, bosbouw-, veeteelt of visserijbedrijven die in het kader van hun eigen bedrijvigheid worden gebruikt voor ritten binnen een straal van 100 kilometer rond de vestigingsplaats van het bedrijf. Ook hoveniers vallen onder deze vrijstelling.
- Land- en bosbouwtrekkers die worden gebruikt voor land- of bosbouwwerkzaamheden, binnen een straal van 100 kilometer rond de vestigingsplaats van het bedrijf dat deze voertuigen bezit, huurt of least.
- Voertuigen of combinaties van voertuigen met een toegestane maximummassa van ten hoogste 7,5 ton, die worden gebruikt:
— door leveranciers van de universele dienst als gedefinieerd in artikel 2, onder 13, van Richtlijn 97/67/EG van het Europees Parlement en de Raad van 15 december 1997 betreffende gemeenschappelijke regels voor de ontwikkeling van de interne markt voor postdiensten in de Gemeenschap en de verbetering van de kwaliteit van de dienst ( 1 ) voor het bezorgen van goederen in het kader van de universele dienst. Deze voertuigen mogen alleen binnen een straal van 100 kilometer rond de vestigingsplaats van het bedrijf worden gebruikt, op voorwaarde dat dit vervoer niet de hoofdactiviteit van de bestuurder is. - Voertuigen die worden gebruikt voor autorijlessen en -examens met het oog op het verkrijgen van een rijbewijs of een getuigschrift van vakbekwaamheid, op voorwaarde dat deze voertuigen niet worden gebruikt voor het commerciële vervoer van goederen of personen.
- Voertuigen die worden gebruikt in verband met de rioleringsdienst, diensten ter bescherming tegen overstromingen, diensten met betrekking tot de water-, gas- of elektriciteitsvoorziening, aanleg en onderhoud van en toezicht op wegen, de deur-aan-deurophaaldienst voor huishoudelijk afval en de verwijdering ervan, diensten van telegrafie en telefonie, radio- en televisie-uitzendingen, evenals voor de opsporing van zend- of ontvangstapparatuur voor radio en televisie.
- Speciaal voor het vervoer van circus- of kermismateriaal uitgeruste voertuigen.
- Speciaal uitgeruste voertuigen voor mobiele projecten, die in stilstand voornamelijk als educatieve inrichting bedoeld zijn.
- Voertuigen voor het ophalen van melk op boerderijen en het terugbrengen van melkbussen of zuivelproducten voor de veevoeding naar boerderijen.
- Speciaal voor geld- en/of waardetransporten uitgeruste voertuigen.
- Voertuigen gebruikt voor het vervoer van niet voor menselijke consumptie bestemde geslachte dieren of slachtafvallen.
- Voertuigen die uitsluitend gebruikt worden op wegen binnen hubfaciliteiten, zoals havens, intermodale overslagcentra en spoorwegterminals:
— In Nederland is dit beperkt tot een straal van 5 kilometer rondom de faciliteit.