Fusies en splitsingen

In de Woningwet en het Besluit toegelaten instellingen volkshuisvesting (Btiv) staan voorwaarden waaraan een fusie of splitsing moet voldoen. Na de wijziging van de Woningwet op 1 januari 2022 geldt bovendien de Beleidsregel Aw. In hoofdstuk 7 van de Beleidsregel Aw staan de kaders voor fusie en splitsing.

Binnen het risicogerichte toezicht hanteert de Aw 2 goedkeurings-procedures: de reguliere en de lichte procedure. De lichte procedure is er omdat bepaalde fusies zeer beperkte volkshuisvestelijke gevolgen hebben. Hieronder wordt toegelicht welke procedure bij welk type fusie van toepassing is.

Als de reguliere procedure gevolgd moet worden, neem  dan eerst contact met de Aw op voor een oriënterend gesprek. Dit kunt u doen via de ILT contactpagina. Een medewerker van de Aw neemt vervolgens contact met u op, om de situatie te bespreken en verdere afspraken te maken.
 

Zienswijze geschiktheid en betrouwbaarheid vereist?

Treedt bij fusie een bestuurder of commissaris aan die nog niet werkzaam is bij een van de fusiepartners? Dan is hier sprake van een benoeming zoals staat in artikel 25 en 30 van de Woningwet. U hebt dan ook een positieve zienswijze geschiktheid en betrouwbaarheid (GenB) nodig. Als een bestuurder of commissaris al actief is bij de verkrijgende of verdwijnende corporatie, is geen sprake van een (nieuwe) benoeming. Een zienswijze is dan niet nodig.

Als onderdeel van de beoordeling van het fusieverzoek kijkt de Aw ook naar de governance van de fusiecorporatie. Daarbij gaat het onder meer om de geschiktheid en de betrouwbaarheid van de persoon die als bestuurder of commissaris van de fusiecorporatie wordt voorgesteld. De functie van bestuurder van of commissaris bij de fusieorganisatie kan bijvoorbeeld zwaarder worden en meer van de betrokkene(n) vragen. Ook kunnen er signalen zijn van een gebrekkige governance bij de fusiepartners. De beoordeling door de Aw is in dit geval maatwerk. Meer informatie vindt u in paragraaf 7.5 (beoordeling in reguliere procedure) van de Beleidsregel Aw.

Fuseren buiten de eigen woningmarktregio

Wilt u fuseren met een woningcorporatie buiten de eigen woningmarktregio? Dat mag alleen als u aan kunt tonen dat die fusie meer in het belang van de volkshuisvesting is dan een fusie binnen de eigen woningmarktregio. Dit op basis van de Woningwet, artikel 53, lid 4. In dat geval vraagt u ook een ontheffing aan op grond van artikel 41c van de Woningwet.

Wanneer is goedkeuring vereist?

Bij fusie

Wil een woningcorporatie fuseren? Dan is vooraf goedkeuring van de Aw vereist.  Hiervoor zijn 2 verschillende procedures.

Lichte procedure

Onder de lichte procedure vallen:

• Een fusie tussen een woningcorporaties en dochtermaatschappij(en)
• Een fusie tussen een woningcorporatie en verbonden onderneming(en)

Reguliere procedure

De reguliere procedure wordt toegepast bij:

• Een fusie tussen 2 of meer woningcorporaties
• Een fusie tussen woningcorporaties en woningvennootschappen
• Een fusie tussen woningcorporaties en een rechtspersoon of vennootschap die geen verbinding is

Bij splitsing

Wordt een woningcorporatie opgesplitst in 2 of meer delen? En fuseren die delen met een andere woningcorporatie of gaan zij als zelfstandige entiteit verder? Dan is dit een splitsing. Hiervoor heeft u vooraf goedkeuring nodig van de Aw. Voor een splitsing gelden grotendeels dezelfde wettelijke bepalingen als voor een fusie. Vraag bij plannen voor een splitsing eerst een oriënterend gesprek aan  via de ILT contactpagina. Een medewerker van de Aw neemt vervolgens contact met u op om de situatie te bespreken en verdere afspraken te maken.

Uitleg van het proces van aanvraag tot besluit

U kunt uw aanvraag doen via MijnILT of via het online formulier Aanvraag goedkeuring fuseren of splitsen woningcorporaties. Open het aanvraagformulier en vul uw gegevens in.

Let op: U kunt uw aanvraag nog tot uiterlijk 1 juli 2025 indienen via het oude formulier en/of e-mail. Daarna zal de Aw uw aanvraag alleen in behandeling nemen als u 1 van de onderstaande 2 manieren gebruikt.

Bezwaar en beroep

Tegen een besluit van de Aw kunt u als belanghebbende bezwaar maken. Dat kan door een bezwaarschrift in te dienen. Dit moet binnen 6 weken na de dag waarop het besluit is verzonden. Een ambtelijke hoorcommissie van de Inspectie Leefomgeving en Transport (ILT) behandelt daarna uw bezwaarschrift. Na een (eventuele) hoorzitting neemt de ambtelijke hoorcommissie een beslissing over uw bezwaarschrift. Belanghebbenden die het niet eens zijn met deze beslissing, kunnen in beroep gaan bij de rechtbank.

Stuur het bezwaarschrift naar:

ILT
Juridische zaken
Bezwaar en beroep
Postbus 16191
2500 BD Den Haag