Welke gevaarlijke afvalstoffen mogen gemengd worden bij het inzamelen?

Buiten een inrichting mogen gevaarlijke afvalstoffen niet gemengd worden (artikel 10.54, eerste lid, van de Wet milieubeheer). Inzamelaars van gevaarlijke afvalstoffen kunnen op grond van hetzelfde artikel wél een vergunning krijgen voor menghandelingen. In de vergunningaanvraag moet de aanvrager aangeven welke afvalstoffen hij wil mengen tijdens het inzamelen en wat de reden daartoe is.

Wat wordt beschouwd als 'mengen'?

Mengen is het samenvoegen van verschillende afvalstoffen die qua aard, samenstelling en concentraties niet met elkaar vergelijkbaar zijn. Het samenvoegen van afvalstoffen die in verschillende categorieën afvalstoffen vallen van het aanvraagformulier, wordt beschouwd als mengen. Ook het samenvoegen van afvalstoffen met niet-afvalstoffen wordt beschouwd als een vorm van mengen.

Mengen van afvalstoffen binnen zelfde categorie

Daarnaast kan ook het samenvoegen van verschillende afvalstoffen die binnen dezelfde categorie van afvalstoffen van het aanvraagformulier vallen, beschouwd worden als mengen. Het hangt in die gevallen af of de aard, samenstelling en/of concentraties van de samen te voegen afvalstoffen zodanig verschillen dat deze afvalstoffen niet als vergelijkbaar kunnen worden beschouwd.

Beoordelen mengactiviteit

Bij het beoordelen van de mengactiviteit worden de algemene uitgangspunten van het Landelijk afvalbeheerplan (LAP3) voor mengen gehanteerd.

De algemene uitgangspunten luiden dat mengen er niet toe mag leiden dat een van de te mengen afvalstoffen niet volgens de minimumstandaard voor de betreffende afvalstof wordt verwerkt. Het mengen mag ook niet leiden tot belasting van het milieu door diffuse verspreiding van specifieke milieugevaarlijke afvalstoffen.

Leidt het mengen van afvalstof A en afvalstof B er bijvoorbeeld toe dat het mengsel op een laagwaardiger verwerkingswijze wordt verwerkt dan de minimumstandaard die van toepassing is op afvalstof A? Dan is de mengactiviteit niet toegestaan.