De Omgevingswet (Ow) regelt de omgevingsvergunning. Dit is één geïntegreerde vergunning voor bouwen, wonen, monumenten, ruimte, natuur en milieu. De Inspectie Leefomgeving en Transport (ILT) heeft een wettelijke adviestaak naar het bevoegd gezag bij de vergunningverlening voor bepaalde milieubelastende activiteiten als bedoeld in artikel 4.34 Omgevingsbesluit. Hiermee beoordeelt de ILT of de omgevingsvergunning voldoet aan nationale en Europese regelgeving. Zo nodig worden interventies gepleegd om de vergunning te verbeteren.
Industrie
De wet geeft aan voor welke categorieën van bedrijven de adviestaak geldt (categorieën genoemd in Bijlage III, onder 2 Omgevingsbesluit). In de praktijk gaat het in Nederland om circa 700 industriële bedrijven in onder meer de energiebranche, de chemische industrie, de basismetaal, de raffinaderijen, de cementindustrie, de opslag van gevaarlijke stoffen en de eindverwerkers van afval. Het gaat om de bedrijven die gezamenlijk verantwoordelijk zijn voor het merendeel van de nationale industriële emissies naar het milieu, en waar een eventueel incident grote nadelige gevolgen voor hun omgeving kan hebben (externe veiligheid).
Best beschikbare technieken
In haar advies legt de ILT een zwaar accent op de naleving van Europese en Nederlandse regels voor enerzijds (nationale) luchtkwaliteitsdoelen en emissieplafonds en anderzijds externe veiligheid en energie. Hierbij wordt vooral getoetst of de ‘best beschikbare technieken’ (BBT) op een correcte wijze worden toegepast.
Agenderen en signaleren
Naast haar adviestaak agendeert de ILT ook onderwerpen in samenwerking met regionale vergunningverleners en toezichthouders, in de diverse overleggen (zoals Regionaal Managementoverleg, Zaaksgericht Overleg). Aandacht wordt bijvoorbeeld gevraagd voor het actualiseren van de vergunningen na publicatie van nieuwe Europese BBT (Bref's) en nieuwe ontwikkelingen worden besproken. De ILT brengt daarnaast knelpunten uit de praktijk onder de aandacht bij het ministerie.