Gebruik EVR door voertuighouder
Elk spoorvoertuig op het hoofdspoor moet geregistreerd zijn in het Europees Voertuig Register (EVR). In het EVR staan verschillende gegevens. Gebruikers met toegang kunnen dit bekijken. In Europa zijn afspraken gemaakt over de registratie van spoorvoertuigen.
De voertuighouder vraagt registratie in het EVR aan. Is er een overdracht van houderschap? Dan ondertekenen beide partijen het registratieformulier. Ieder voertuig krijgt een uniek voertuignummer in het register. In het EVR staan geen gegevens over hypotheken of leningen voor spoorvoertuigen.
Elk spoorvoertuig heeft een eigenaar en een houder. In de Spoorwegwet staan geen eisen voor de eigenaar. De houder heeft wel rechten en plichten. Zo staat bijvoorbeeld de naam van de houder op het voertuig. Het voertuighouderkenmerk (VKM) staat op ieder spoorvoertuig. Een kenmerk vraagt u aan bij de European Railway Agency (ERA) via de Inspectie Leefomgeving en Transport (ILT). Gebruik hiervoor het formulier Aanvraag voertuighouderkenmerk.
Rijdt een spoorvoertuig over een hoofdspoorweg? Dan is registratie in het EVR verplicht. Hiervoor heeft ieder spoorvoertuig een vergunning nodig. Voor de registratie kunt u ook gebruikmaken van:
- Een inzetcertificaat of machtiging tot ingebruikname.
- Een (aanvullende) vergunning voor indienststelling (A)(VVI) voor een voertuigtype.
- Een oudere vorm van toestemming voor indienststelling.
Een registratie in het EVR is overbodig in de volgende gevallen:
- U heeft een ontheffing of tijdelijke vergunning, bijvoorbeeld voor eenmalig vervoer binnen Nederland of voor tijdelijke werkzaamheden.
- U heeft een ontheffing voor rijden zonder geldige voertuigvergunning.
Is het nodig om een aanvraag te doen voor een nieuwe registratie of wijziging van een bestaande registratie? Dan logt u eerst in op het digitaal portaal van het EVR en beslist u eerst bij welke lidstaat u de aanvraag indient. Vervolgens selecteert u een geschikt registratiedossier voor deze aanvraag:
- Nieuwe registratie
- Wijziging van registratie
- Wijziging van houder
- Wijziging van ECM (Entitiy in Charge of Maintenance)
- Wijziging van eigenaar
- Wijziging van organisatiegegevens
- Schorsing
- Reactivering
- Intrekking
- Wijziging van EVN na technische wijzigingen
- Wijziging van EVN en van registrerende lidstaat
De voertuighouder is verplicht om alle gegevens in het EVR actueel te houden (de vereiste specificaties vindt u op Beschikking 2007/756/EG en Uitvoeringsbesluit 2018/1614de (wijziging in verband met het EVR).
Wordt de aanvraag in het EVR ingediend bij lidstaat Nederland? Dan ontvangt de ILT (als Registratie Instantie in Nederland) een melding van de indiening van deze aanvraag. De ILT voert de vereiste validaties en controles uit. Besluit de ILT de aanvraag goed te keuren? Dan voert de inspectie deze beslissing in het EVR in.
Er kunnen meerdere redenen zijn om voertuigen te schorsen, uit dienst te nemen, of uit te schrijven. Hieronder vindt u een aantal voorbeelden.
-
Als een voertuig een langere periode niet rijdt
Rijdt een voertuig tijdens een langere periode niet? Dan moet u de registratie aanpassen. Hiervoor gebruikt u de codes 11 tot en met 14. De inschrijving blijft hierbij ongewijzigd. Het voertuig is geschorst en niet vindbaar voor spoorwegondernemingen. De spoorwegonderneming beschouwt het voertuig als ‘niet-geregistreerd’. Om een geschorst voertuig toch over te brengen, vraagt u een ontheffing aan. -
Als een voertuig technisch is gewijzigd met nieuwe typegoedkeuring en voertuigvergunning
Heeft u het voertuig technisch gewijzigd, en leidde dit tot afgifte van een nieuwe typegoedkeuring en voertuigvergunning? Dan bepaalt u op basis van Beschikking 2007/756/EG (met de wijziging in verband met het EVR/Uitvoeringsbesluit 2018/1614) of het voertuig onder het huidige voertuignummer uitgeschreven moet worden met code 21. Vervolgens vult u een tweede aanvraagformulier in. Zo krijgt het voertuig een nieuw voertuignummer. Hiermee schrijft u het voertuig in, met code 00. -
Als een voertuig alleen nog gaat rijden in een andere EU-lidstaat
Gaat het voertuig niet meer in Nederland rijden, maar nog wel in een andere EU-lidstaat? Dan kunt u het voertuig registreren in het EVR. U vermeldt dan de code van registratiestatus voor Nederland (code 22) en het nieuwe land. -
Als een voertuig nooit meer rijdt op het hoofdspoor of als het wordt gesloopt
Wordt het voertuig niet meer ingezet op het hoofdspoor of wordt het gesloopt? Dan schrijft u het voertuig uit. Hiervoor gebruikt u codes 30 tot en met 34 in het EVR.
Zie voor een overzicht van de huidige codes aanhangsel 3 van Beschikking 2007/756/EG (met de wijziging in verband met het EVR/Uitvoeringsbesluit 2018/1614). Voertuignummers die eenmaal op codes 20 tot en met 34 staan, zijn in de praktijk uitgeschreven. Eenmaal uitgeschreven kunnen de voertuigen niet meer worden teruggezet naar code 00. In dat geval moet het voertuig eerst van een nieuw Europees voertuignummer krijgen.
In het veiligheidsmanagementsysteem van de spoorwegonderneming staat hoe het technische profiel van het spoorvoertuig eruitziet. Bijvoorbeeld: welke software voor remmen aan boord van een trein is, of hoe de deuren open- en dichtgaan, uit welke onderdelen de trein bestaat of tekeningen en technische documentatie. De voertuighouder gebruikt voor dit profiel technische informatie uit het dossier van de vergunning.
De Nationale Voertuigregisters zijn geleidelijk omgezet naar één centraal Europees Voertuig Register (EVR). De nationale registers zijn samengevoegd in één database bij de European Railway Agency (ERA). Voor registratie kunt u nog steeds terecht bij de ILT, via het digitaal portaal van het EVR. Ook de landencodes blijven staan.