Opleidingen veiligheidsfuncties
Spoorwegpersoneel met een veiligheidsfunctie moet veel kennen en kunnen voor hun werk. De kennis en vaardigheden leren zij in een opleiding en in de praktijk. De eisen voor de opleiding staan in de Spoorwegwet. De Inspectie Leefomgeving en Transport (ILT) houdt toezicht op de kwaliteit van de opleidingen. De ILT houdt geen toezicht op de opleidingen van baanwerkers, want baanwerker is geen veiligheidsfunctie.
Opleidingseisen voor spoorwegpersoneel
De eisen voor de kennis en vaardigheden van spoorwegpersoneel liggen vast. Voor spoorwegpersoneel met een veiligheidsfunctie staan eisen en voorwaarden in de Spoorwegwet. Spoorwegpersoneel in de functie van baanwerker en conducteur krijgen training en opleiding bij de spoorwegonderneming waar zij werken.
Een machinist heeft een machinistenvergunning nodig. Om deze vergunning te krijgen, moet de kandidaat een opleiding volgen bij een erkend opleidingsinstituut. De erkenning is afgegeven door de ILT namens de minister van Infrastructuur en Waterstaat (IenW). In de Europese wetgeving en in het Besluit Spoorwegpersoneel 2011 staan de opleidingseisen voor de functie machinist met volledige bevoegdheid en voor machinist met beperkte bevoegdheid.
Examens voor veiligheidsfuncties
Na het volgen van een erkende opleiding moet een machinist examen doen. Dat kan bij het exameninstituut voor spoorwegpersoneel, de stichting Veiligheid & Vakmanschap Railvervoer (VVRV). Ook spoorwegpersoneel dat werkt als rangeerder, wagencontroleur en treindienstleider doet bij de VVRV examen. Voor deze toetsing staan de eisen niet in de wet, maar in de examenprogramma's van de VVRV.