Verkoop van niet-DAEB woongelegenheden en complexen
Verkoopt een woningcorporatie een niet-DAEB woongelegenheid? Bij verkoop van een niet-DAEB woongelegenheid kan maatschappelijk vermogen weglekken. Ook kan dit schadelijk zijn voor de huurdersbelangen. Om deze weglek en schade te voorkomen, moet u volgens de wet voor bepaalde verkopen vooraf goedkeuring vragen bij de Autoriteit woningcorporaties (Aw).
Bij minder dan 10% DAEB-woongelegenheden, valt het hele complex onder de verkoopregels voor niet-DAEB.
Wanneer is goedkeuring vereist?
Goedkeuring vereist
Voor de verkoop van een niet-DAEB woning is goedkeuring vereist als u:
- 1 of meerdere woningen verkoopt aan een derde partij die de woning niet zelf gaat gebruiken maar de woning:
- Verhuurt.
- Herontwikkelt of opknapt en vervolgens doorverkoopt.
- 1 woning verkoopt aan een natuurlijk persoon die deze woning zelf gaat gebruiken maar die niet voldoet aan de regels van verkoop onder voorwaarden.
- Een recht van erfpacht, opstal of vruchtgebruik op een niet DAEB-woning laat vestigen. Of het economisch eigendom overdraagt.
Geen goedkeuring vereist
Er is geen goedkeuring vereist volgens het Besluit toegelaten instellingen volkshuisvesting (Btiv) artikel 22 wanneer u:
- Een woning aan een particulier verkoopt voor eigen gebruik* tegen een prijs van minimaal 90% van de getaxeerde marktwaarde of WOZ-waarde
- Een woning aan een particulier verkoopt voor eigen gebruik* tegen een prijs tussen de 50% en 90% van de getaxeerde marktwaarde of WOZ-waarde en de eisen die gelden bij verkoop onder voorwaarden**.
- Een woning verkoopt aan een andere corporatie.
- Vastgoed verkoopt waarvan de verbonden onderneming eigenaar is of vastgoed verkoopt waar een verbinding eigenaar van is.
* Eigen gebruik is verkoop van een woongelegenheid aan een natuurlijk persoon, waarin die persoon zelf gaat wonen of een bloed- of aanverwant in de eerste graad van die persoon gaat wonen.
** Volgens Btiv artikel 22 en Regeling toegelaten instellingen volkshuisvesting (Rtiv) artikel 10 en 11 mag u een woning voor eigen gebruik tegen maximaal 50% korting van de getaxeerde marktwaarde vrij van huur en gebruik of de WOZ-waarde verkopen aan een particulier. Hierbij gelden regels van verkoop onder voorwaarden. Daarom moet de korting terugbetaald worden, bij verkoop of na een periode die in het contract is afgesproken. Dit geldt ook voor het afgesproken deel van de waardeontwikkeling van de woning. Deze regelgeving stimuleert dat ook huishoudens met een laag inkomen eigenaar kunnen worden van een woning.
Vereiste documenten
Per document staat aan welke eisen dit moet voldoen. In de linkerkolom staat op welke artikelen die eisen zijn gebaseerd. Meer informatie over de verkoopregels vindt u in hoofdstuk 6 van de beleidsregels van de Aw.
Document en relevante artikelen | Waar moet het document aan voldoen? |
---|---|
Btiv, artikel 23b lid 1 sub a Btiv, artikel 23b lid 1 sub a Btiv, artikel 24 lid 1 sub b |
|
Taxatierapport Btiv, artikel 23b lid 1 sub d |
|
Koopovereenkomst Btiv, artikel 23b lid 1 sub b Aw, hoofdstuk 6.5 |
|
Verklaring sociaal gedrag |
|
Zienswijze van bewonersorganisatie |
|
Integriteitstoets koper Woningwet, artikel 27 Btiv, artikel 23b lid 1 sub c Btiv, artikel 24 lid 1 sub a |
|
Bewijsstukken aanbiedingen Btiv, artikel 23b lid 2 Uitzonderingen: Beleidsregels Aw, hoofdstuk 6.4.4 en 6.4.5 |
|
Zo vraagt u goedkeuring aan
- Stuur de vereiste documenten op via ILT_Autoriteitwoningcorporaties_vergunningen@ilent.nl.
- U krijgt een bevestiging als de Aw de documenten heeft ontvangen.
- Als uw aanvraag niet volledig is, laat de Aw u dit weten. U krijgt dan de mogelijkheid om de aanvraag binnen een bepaalde termijn alsnog aan te vullen. De Aw verlengt dan de oorspronkelijke beslistermijn van 12 weken totdat de aanvraag compleet is. Is de aanvraag na een bepaalde periode nog steeds niet compleet? Dan stelt de Aw de aanvraag buiten behandeling.
- Als alle informatie is ontvangen, rondt de Aw de beoordeling af.
- U ontvangt een positief of negatief besluit.
Bezwaar en beroep
Tegen een besluit van de Aw kunt u als belanghebbende bezwaar maken. Dat kan door een bezwaarschrift in te dienen. Dit moet binnen 6 weken na de dag waarop het besluit is verzonden. Een ambtelijke hoorcommissie van de Inspectie Leefomgeving en Transport (ILT) behandelt daarna uw bezwaarschrift. Na een (eventuele) hoorzitting neemt de ambtelijke hoorcommissie een beslissing over uw bezwaarschrift. Belanghebbenden die het niet eens zijn met deze beslissing, kunnen in beroep gaan bij de rechtbank.