“Als het om het milieu en de veiligheid gaat, dan vind ik handhaving heel belangrijk.”
Verhalen
Zeeschepen kunnen flinke milieuvervuilers zijn. Sinds begin vorig jaar gelden wereldwijd strengere regels voor het zwavelgehalte van de scheepsbrandstof en de zwaveluitstoot. Om hier aan te voldoen, maken steeds meer schepen gebruik van scrubbers: sproeiers in de schoorsteen die de vervuilende zwavel uit de rook ‘wassen’. Een uitdaging voor de Inspectie Leefomgeving en Transport (ILT). Want wat betekent dit voor het toezicht? Bram Leeuw, inspecteur brandstoffen en werkzaam binnen het programma Schoon Schip, vertelt hoe de ILT inspeelt op het snel groeiende gebruik van de nog relatief onbekende scrubbers.
Handhaving belangrijk
Sinds hij de hogere zeevaartschool op Terschelling afrondde, heeft Bram Leeuw altijd in de scheepvaart gewerkt. Hij startte als scheepwerkbouwkundige op zee, ging vervolgens naar de technische dienst aan de wal en werd daarna scheepvaartinspecteur op de BES-eilanden bij de ILT. Nu is hij is inspecteur brandstoffen in Nederland, en houdt onder andere toezicht op de zwaveluitstoot van zeeschepen. “Ik ben eigenlijk helemaal niet zo van de regeltjes. Maar als het om het milieu en de veiligheid gaat, dan vind ik handhaving wel heel belangrijk. Dat is nou eenmaal nodig om de goede rederijen, die investeren en moeite doen om de regels na te leven, niet de dupe te laten zijn van rederijen die dat niet doen. Naast de milieuschade heb je dan ook oneerlijke concurrentie. Binnen het programma Schoon Schip hebben we hier dan ook onze pijlen op gericht.”
Goedkope brandstof
Sinds januari 2020 mogen schepen wereldwijd geen brandstof meer aan boord hebben met meer dan 0,5% zwavel. In sommige gebieden, zoals de Noordzee, is die norm nog strenger, namelijk maximaal 0,1%. “Wij controleren op verschillende manieren. Met een snuffelpaal in de Rotterdamse haven, met metingen door een kustwachtvliegtuig en door het nemen van monsters van de brandstof aan boord. De opkomst van de scrubber, internationaal bekend als exhaust gas cleaning system, vraagt van ons een nieuwe manier van inspecteren. Met een scrubber die de uitstoot afvangt, mogen schepen op brandstof met een hoog zwavelgehalte varen. Die is goedkoper dan laagzwavelige brandstof, dus ik snap wel dat rederijen daarvoor kiezen. Maar het is dan natuurlijk wel belangrijk de scrubber gebruikt wordt én goed zijn werk doet.”
Data analyseren
Hoe je op deze nieuwe technologie controleert is nog niet zo makkelijk. “Laatst was ik bij een inspectie. We hadden van Litouwen een melding gekregen over een Nederlands schip: een drone had een te hoge zwaveluitstoot gemeten, terwijl bekend was dat het schip een scrubber had. We bekeken het schip van de machinekamer tot bovenin de schoorsteen. Maar eigenlijk kan je de werking van de scrubber alleen goed beoordelen door een grote hoeveelheid data in het recordingsystem te analyseren, samen met de certificaten en de logboeken waarin de schipper storingen en onderhoud bijhoudt. In dit geval konden we zien dat er een storing aan de scrubber was geweest, en dat de schipper actie had ondernomen om het probleem op te lossen. Het plaatje klopte.”
Kennis en ervaring opdoen
“We gaan zo nog 20 schepen controleren. De kennis en ervaring die we hiermee opdoen, vertalen we in een handleiding voor de andere scheepvaartinspecteurs. Ook hebben we – samen met één van de scrubberfabrikanten- een opleiding georganiseerd. Een stagiaire heeft onderzocht hoe we de loggingsdata van scrubbers kunnen uitlezen en interpreteren. En een dataspecialist van de ILT heeft een tool voor ons ontwikkeld waardoor we schepen met scrubbers in de Nederlandse havens kunnen signaleren. Dat helpt enorm, want dan kun je vooraf gericht schepen selecteren voor een scrubber-inspectie.”
Internationale aandacht
Internationaal is bij toezichthouders de belangstelling groot voor het onderwerp scrubbers. Dat bleek wel tijdens de tweede internationale webconferentie over de handhaving op zwaveluitstoot, die de ILT op 21 juni organiseerde. “Het is belangrijk dat we internationaal kennis delen en samenwerken. Bijvoorbeeld door internationaal meldingen uit te wisselen van verdachte schepen. Want milieuvervuiling stopt natuurlijk niet bij de grens.”