PFAS is een verzamelnaam voor enkele duizenden stoffen. Deze stoffen kennen allerlei toepassingen in vele producten. De PFAS-stoffen breken helaas niet of nauwelijks af in het milieu. Bovendien verspreiden sommige PFAS zich erg makkelijk, en kunnen ze via allerlei routes terecht komen in het menselijk lichaam. Recente studies laten zien dat dit bij hele kleine hoeveelheden al schadelijk kan zijn voor de gezondheid. Inmiddels wordt er op veel plekken PFAS gevonden; in de bodem, het grondwater en het oppervlaktewater.
Omdat PFAS in veel producten voorkomen en gevaarlijk kunnen zijn, houdt de ILT toezicht op het gebruik van deze stoffen. Op welke terreinen de ILT precies controleert, leest u op deze pagina.
Verplichtingen
2 veelgebruikte maar gevaarlijke PFAS zijn inmiddels verboden. Voor verschillende PFAS gelden al verplichtingen om deze stoffen, waar mogelijk, te vervangen. Daarnaast is Europese regelgeving in voorbereiding om het gebruik van overige PFAS-stoffen verder te beperken en geleidelijk helemaal te stoppen. Tegelijkertijd worden, aan de hand van nieuwe inzichten, de richtlijnen voor veilige concentraties van PFAS steeds verder naar beneden bijgesteld. De ILT houdt samen met de omgevingsdiensten toezicht op naleving van deze regelgeving.
Drinkwater
Drinkwaterbedrijven hebben toegezegd om zich in te spannen om de PFAS-concentraties te verlagen. De drinkwatersector brengt jaarlijks een rapport aan de minister van Infrastructuur en Milieu over de voortgang over de inspanningen om PFAS-concentraties te verlagen. De ILT ziet daarop toe. Hebben drinkwaterbedrijven zorgen over de kwaliteit in het gebied waar water voor drinkwater wordt ingenomen? Dat moeten ze dan melden aan de ILT. In samenspraak worden maatregelen genomen, bijvoorbeeld tijdelijke stopzetting van de inname.
Emissies
Binnen de PFAS-groep zijn verschillende stoffen aangemerkt als zeer zorgwekkende stof (zzs). Hierop rust een minimalisatieverplichting. Dit betekent voor bedrijven dat zij hun lozingen en uitstoot van zzs naar lucht en water vermijden. Als dat niet haalbaar is, dan moeten de emissies zoveel mogelijk worden beperkt.
De ILT heeft de zogeheten adviestaak Omgevingswet en beoordeelt met de provincie bij vergunningverlening op deelaspecten zzs en specifiek ook of PFAS-stoffen. De beoordeling richt zich op: de emissie-eisen, de minimalisatieverplichting en de toetsing aan het maximaal toelaatbaar risiconiveau (MTR). MTR is de concentratie van een stof in water, sediment, bodem of lucht waar beneden geen negatief effect voor het milieu is te verwachten. De omgevingsdienst verleent in opdracht van de provincie de vergunning. De ILT kan in beroep en bezwaar gaan als de provincie het advies van de ILT niet volgt.
Ketens, afval en hergebruikte bouwstoffen
Op basis van REACH-wetgeving moeten bedrijven veiligheidsmaatregelen nemen in de keten als ze werken met schadelijke stoffen zoals PFAS. Bedrijven moeten ervoor zorgen dat deze informatie voor iedereen die met deze stof werkt beschikbaar is. De ILT kan voor het werken met deze stoffen een goedkeuring verlenen. Hierbij mag het bedrijf slechts een beperkte periode met deze stof werken en onderzoek doen naar een vervangende stof.
PFAS-houdende afvalstromen hebben een slechte invloed op het milieu. Daarom moeten ze doelmatig en veilig verwerkt worden. De ILT en het land van verwerking geven hiervoor een vergunning, wanneer er aan strenge voorwaarden wordt voldaan (kennisgevingen EVOA).
Bedrijven moeten hun grond- en bouwstoffen laten keuren voor dit ergens anders wordt gebruikt. De ILT en de omgevingsdiensten beoordelen of het handelingskader PFAS in de keten van grond- en bouwstoffen juist wordt toegepast.
Toezicht rijksdiensten
De ILT houdt toezicht op activiteiten van een aantal rijksdiensten, zoals Rijkswaterstaat en Defensie. In verband met de waterwetvergunning ziet de ILT toe op de directe lozingen van rijksbaggerdepots Slufter, IJsseloog en Hollandsch Diep. Daarnaast worden saneringen en ontgravingen op defensieterreinen in de gaten gehouden. Soms zijn deze gebieden Met PFAS verontreinigd door bijvoorbeeld blusschuim. Defensie heeft deze verontreinigingen gemeld op basis van de Wet bodembescherming.
Blusschuiminstallaties
De Europese POP-verordening (Persistant Organic Pollutant) schrijft voor dat voorraden POP-stoffen zoals PFOA gemeld moeten worden. Per 4 juli 2020 geldt een restrictie voor het gebruik en toepassen van PFOA in blusschuim. In 2023 controleert de ILT de naleving van deze restrictie bij locaties met blusschuiminstallaties zoals luchthavens en chemiebedrijven. Door deze inspecties krijgt de ILT een goed beeld van de hoeveelheid PFOA-houdend blusschuim die in Nederland wordt gebruikt of als PFOA-houdend afval wordt verwerkt.
Toekomst
De ILT heeft in haar programma ‘Zeer Zorgwekkende Stoffen’ het project ‘PFAS in zicht’ opgenomen. Het doel van dit programma is de leefomgeving minder bloot te stellen aan en het voorkomen van opeenstapeling van zeer zorgwekkende stoffen. De ILT voert hierbij een bronnenonderzoek uit om zicht te krijgen waar zich binnen Nederland locaties bevinden waar PFAS wordt toegepast, gebruikt, geloosd en uitgestoten. De ILT werkt hierin samen met andere bevoegde instellingen zoals omgevingsdiensten, waterschappen en Rijkswaterstaat. Samen met deze partners dringt zij blootstelling aan PFAS terug. De ILT deelt waar mogelijk haar bevindingen en stemt haar aanpak af, zowel nationaal als internationaal.