Opvangschepen moeten een binnenschipcertificaat hebben. Dit bewijst dat ze voldoen aan technische eisen. Als huurder, eigenaar en bemanningslid moet u voldoen aan bevoegdheids- en bekwaamheidseisen. Bij inspecties controleert de ILT hierop.
De ILT-inspecteurs informeren u om overtredingen te voorkomen of zo snel mogelijk op te heffen. De ILT kan ook handhavend optreden.
Aandachtspunten
Op het verplichte binnenschipcertificaat staat hoe u het schip wel en niet mag gebruiken en welke beperkingen of afwijkingen gelden. Bijvoorbeeld voor het aantal passagiers aan boord en brandveiligheid. Bij inspecties loopt de ILT deze punten na.
In de lijst hieronder verwijzen de certificaatnummers naar onderdelen van het binnenschipcertificaat en de artikelen naar ES-TRIN, de Europese standaard tot vaststelling van de technische voorschriften voor binnenvaartschepen.
Wat is het maximum aantal passagiers? Certificaatnummer 22
Is het maximaal aantal passagiers duidelijk vermeld op een opvallende plaats op het schip en in het veiligheidsplan bedoeld in artikel 19.13 lid 2? Artikel 19.05 lid 4
Wat is het maximum aantal bedden voor passagiers en hoeveel slaapplaatsen zijn er bezet?Certificaatnummer 23
Is continu bekend hoeveel passagiers er aan boord zijn?
Is de Meggertest voor het meten van isolatiemateriaal aanwezig? Een Meggertest test of isolatiemateriaal weerstand biedt tegen elektrische stroom. De Meggertest is op passagiersschepen net zo lang geldig als het binnenschipcertificaat. Artikel 19.10 lid 9 / ESI-I-2
Zijn de stuurmachines door een deskundige gekeurd? De keuringstermijn is 3 jaar. Artikel 6.09 lid 3
Is er een vloeibaargasinstallatie aan boord? Zo ja, is die gekeurd en tot wanneer? De keuringstermijn is 3 jaar.Certificaatnummer 50, artikel 17.13
Is de vloeibaargasinstallatie deugdelijk uitgevoerd en opgesteld? Artikel 17.02
Zijn alle accu’s aan boord voldoende afgeschermd? Artikel 10.11
Voldoet de akoestische alarminstallatie waarmee passagiers kunnen worden gewaarschuwd? Artikel 19.08 lid 3b
Is er een alarminstallatie voor koolmonoxide (CO) en explosieve gasmengsels? Artikel ESI-III-5
Is er een loopplank van maximaal 4 meter? Artikel 13.02 lid 3d / 19.06 lid 12
Is het personeel bekend met het veiligheidsplan, de veiligheidsrol en de procedures zoals ‘brand aan boord’, ‘evacuatie’, ‘man overboord’?
Is er een gewaarmerkt veiligheidsplan (artikel 19.13 lid 2a,b,d,g,k en lid 3) met informatie over:
vluchtwegen, nooduitgangen, verzamel- en evacuatieruimten (lid 2a);
reddingsmiddelen en bijboten (lid 2b);
blustoestellen, brandblusinstallaties en automatisch werkende sprinklerinstallaties (lid 2d);
alarminstallatie voor passagiers (lid 2g);
brandmeldsysteem (lid 2k)?
Zijn passagiers geïnformeerd over de veiligheidsprocedures (alarmen, verzamelplaatsen, vluchtroutes en dergelijke)?
Zijn op ieder dek een veiligheidsplan en veiligheidsrol opgehangen? Zijn ze opgehangen in de juiste richting? Artikel 19.13 lid 3
Zijn er een veiligheidsplan en instructie in elke hut (in 4 talen: NL, EN, DU, FR)? Zijn ze opgehangen in de juiste richting? Artikel 19.13 lid 4
Zijn de vluchtwegen en nooduitgangen duidelijk gemarkeerd? Artikel 19.06 lid 6f
Is er noodverlichting voor vluchtwegen en nooduitgangen? Artikel 19.10 lid 3c
Zijn de verzamel- en evacuatieruimten duidelijk gemarkeerd? En kunnen alle waterdichte schotten en branddeuren worden gesloten? Artikel 19.03 lid 8i
Is er een bijboot? Die is alleen verplicht als er geen 2e vluchtweg naar de wal is. Artikel 13.07 lid 1d
Functioneert de brandmeldinstallatie? En is er constant iemand aan boord die in de brandmeldinstallatie kan horen wanneer die afgaat? Artikel 19.11 lid 18
Heeft de brandmeldinstallatie een geldig keuringscertificaat? De keuringstermijn is 2 jaar. Artikel ESI-II-12 lid 3
Wat zijn de aantallen draagbare blustoestellen, vast ingebouwde brandblusinstallaties in verblijven en vast ingebouwde brandblusinstallaties in de machinekamer? Certificaatnummer 43, artikel 13.04 lid 1 artikel 19.12 lid 9
Hebben de vaste brandblusinstallaties een geldig keuringscertificaat? De keuringstermijn is 2 jaar. Artikel 13.04 lid 6d
Klopt het aantal draagbare blustoestellen met het binnenschipcertificaat? Artikel 13.03 lid 1 / 19.12 lid 1
Zijn er een poederblusser (ABC 6 kg) en sproeischuimblusser (AFFF 9 liter)? Artikel 13.03 lid 2
Is er een blustoestel voor vetbranden (F) in de keuken? Artikel 19.12 lid 1c
Hebben alle blustoestellen een geldig keuringscertificaat? De keuringstermijn is 2 jaar. Staan de blustoestellen op de juiste plaats, zoals vermeld in het veiligheidsplan? Artikel 13.03 lid 5
Is er een defibrillator? Die moet aan boord zijn uiterlijk bij de eerste afgifte of verlenging van het binnenschipcertificaat ná 1 januari 2020. Artikel 19.08 lid 10
Is er een draagbaar? Artikel 19.09 lid 11
Wat zijn de aantallen reddingsboeien, reddingsboeien met licht, reddingsboeien met drijvende lijn, bijboten, persoonlijke reddingsmiddelen voor passagiers en gemeenschappelijke reddingsmiddelen voor passagiers? Certificaatnummer 44
Klopt het aantal reddingsboeien met het binnenschipcertificaat? Artikel 13.08 lid 1 / 19.09
Is de helft van reddingsboeien voorzien van licht? Is de helft van reddingsboeien voorzien van een 30m-lijn? Artikel 19.09 lid 1
Zijn er individuele reddingsmiddelen voor 100% van de passagiers? Artikel 15.09 lid 4
In een noodsituatie aan boord moeten mensen snel kunnen handelen. Ze moeten weten waar blusmiddelen staan en reddingsvesten liggen of naar welke locatie ze moeten vluchten. Goed zichtbare pictogrammen helpen daarbij. De pictogrammen aan boord mogen iets afwijken of meer gedetailleerd zijn, maar nooit iets anders betekenen. Lees meer over brandblussers en verbandtrommels aan boord.